Van 9 tot 20 november zal het eerste trainingsdeel van het project ‘Duurzaam onderwijs voor speciale kinderen’ worden verzorgd. Dit moet leiden tot kennisverbreding van 35 deelnemers aan dit project. Het doel van dit UTSN-project is het onderwijs aan leerlingen in het speciaal basisonderwijs kwalitatief te verbeteren. In het oorspronkelijke plan werden 20 deelnemers van het speciaal basisonderwijs en regulier basisonderwijs opgeleid. Door de grote belangstelling is het aantal opgelopen tot 35 deelnemers, waaronder 6 assistent-trainers, 1 onderwijsconsulent en een projectleider voor EBGS speciaal onderwijs. De 35 deelnemers zijn afkomstig van de Stichting Onderwijs der EBGS, maar ook Prey Skoro Plus, het Pedologisch Instituut en de afdeling Curriculumontwikkeling van het Minowc nemen deel aan dit project.
Het project duurt 12 maanden en eindigt 1 september 2016. De samenwerkende organisaties binnen dit project zijn de Stichting Onderwijs der Evangelische Broedergemeente Suriname (EBGS), Hogeschool Windesheim Zwolle, Stichting Saga Interproject Suriname en UTSN, Uitwisseling tussen Suriname en Nederland. Het speciaal basisonderwijs beschikt niet over een curriculum dat afgestemd is op deze leerlingen. Ook is er geen specifieke opleiding voor deze leerkrachten. Er zijn onvoldoende geschikte les- en leermaterialen specifiek voor deze groep leerlingen. Niet alleen binnen het speciaal basisonderwijs, maar ook binnen het regulier onderwijs zitten leerlingen met specifieke hulpvragen. Vandaar dat binnen dit project gekozen is voor een gezamenlijke aanpak. De leerkrachten van beide schooltypes gaan samenwerken en elkaar ondersteunen.
De kwaliteitsverbetering wil men realiseren door het methodisch aanpassen van het curriculum voor regulier onderwijs aan leerlingen van het speciaal basisonderwijs, professionalisering van het personeel en verbinding met de reguliere scholen. Het opleidingstraject duurt een jaar en bestaat uit 2 trainingsblokken, 24 schoolconsultaties en 4 terugkomdagen. Gedurende deze periode worden de leerkrachten en 6 opgeleide trainers klaargestoomd om het curriculum aan te kunnen passen aan de bijzondere kinderen. Binnen het trainingstraject is er aandacht voor de leerkracht, de competenties, de instructie, de inzet van de activerende didaktiek, het werken in groepen, de leeromgeving en het betrekken van de ouders. Aan de hand van een portfolio werken de deelnemers aan hun opdrachten en het implementeren van het geleerde. Een goed beoordeelde portfolio wordt beloond met een certificaat. Tijdens en na het project zorgen de opgeleide trainers voor verduurzaming door training, terugkomdagen en intervisie.