Het kwikprobleem in Suriname is een Surinaams probleem. Buitenlanders moeten ons niet bedelen om steun aan ons te geven voor maatregelen. De minister van NH had onlangs bezoek van de Franse ambassadeur. De ambassadeur(s) van Frankrijk is/zijn al een hele tijd bezig de Surinaamse regeringsleden te bewegen om maatregelen te treffen tegen kwikvervuiling en –vergiftiging in Suriname. De minister van NH werd in een radioprogramma enige weken terug verleid om een sterk statement te maken tegen het gebruik van kwik met name in de goudvelden. De NH-minister profileerde zich als een typische Surinaamse minister; hij schoof de zaak op de lange baan, althans hij verklaarde dat het tijd zal nemen en dat het gaat om een proces. Dat hij een tegenstander is en dat er alvast een start is gemaakt met het proces of dat het binnenkort zal worden opgestart en met welke concrete activiteiten, kon de minister niet verklaren. Het kwikprobleem heeft dus geen prioriteit bij deze minister. Eerder stelden we al dat door tenminste 1 VN-gerelateerde persoon informeel is gezegd dat onze inheemsen vanwege milieuvervuiling zullen uitsterven. We weten dat het centrum van Paramaribo Centrum is vervuild. Enige maanden terug was ook in het nieuws dat inheemse vrouwen preventief abortus plegen om te voorkomen dat kinderen met een beperking worden geboren. Door economen die in de melk te brokkelen hebben bij de president, wordt al jaren beloofd dat er milieuvriendelijk technieken bevorderd zullen worden, maar het komt maar niet van de grond. Deze economen houden van praten en theoretiseren, maar produceren en doen is hun vreemd. Er is een importverbod van kwik, mar kwikbezit is niet strafbaar of wordt gedoogd. Dat betekent dat onze regering het verbod zelf illusoir en tot een dode letter maakt. Het is bekend wie allemaal kwik smokkelt, maar we treden niet op. We hebben in Suriname een interessante situatie wat betreft de relatie tussen de rechten van de inheemse en tribale volken en het milieu. Wereldwijd behoren deze volken tot de grootste voorstanders van het behoud van het milieu en biodiversiteit en in het uiterste geval duurzame ontwikkeling. Ze relateren het aan hun voortbestaan en in de praktijk is dat ook zo. In Suriname is er sprake van een interessante situatie, omdat de belangen van de inheemsen en die van de tribale volken (lees: marrons) gescheiden zijn. De inheemsen zijn nog steeds de grote voorstanders van behoud van het milieu, hun leven hangt ervan af. Het verkiezingsprogramma van de (inheemse) Amazone Partij bij de verkiezingen van 2015 spreekt boekdelen. De Marrons daarentegen hebben als gemeenschap het milieu niet hoog op de agenda staan. Dat heeft te maken met een explosieve urbanisering. De marrongemeenschappen vechten juist voor het door kunnen vernietigen van het milieu, men ziet het zelfs als een geboorterecht. Deze gemeenschappen vechten voor voortzetting van de (illegale) kleinschalige en grootschalige goudmijnbouw waarmee duizenden kilogrammen kwik in onze bodems en wateren wordt gedumpt. De inheemsen en de marrons hebben in Suriname dus wat het milieu betreft tegenstrijdige agenda’s en belangen. In de media is bericht dat de kwikaanpak nu wel van de grond kan komen, omdat onze DNA-voorzitter in eigen familie kennis heeft gemaakt met kwikvergiftiging/-besmetting. Er is zelfs gezegd dat de kwikaanpak nu een gezicht heeft. De vraag rijst uiteraard waarom de kwikaanpak nu pas geacht wordt een gezicht te hebben. Is een probleem pas relevant wanneer het aan de deur is van invloedrijke personen? Spreken de inheemsen in het geheel niet tot de verbeelding van de beleidsmakers, omdat ze ver van de stad hun dorpen hebben? Het zou een kwalijke zaak zijn als de kwikaanpak nu pas een gezicht zou hebben. Het gezicht van de inheemsen is internationaal een significant gezicht, het is een instituut. Er zijn binnen het VN-systeem en binnen het geheel van organisaties die door de VN worden geconsulteerd genoeg platforms en fora waar begeleiding en hulp kan worden verkregen. Inheemsen kunnen als minderheden worden gezien, niet vanwege hun geringe aantal maar vanwege het klankbord dat ze missen in de politiek. De inheemsen hebben dus geen gezicht, niemand houdt rekening met ze, totdat het probleem een probleem wordt in de stad voor een aantal bepaalde mensen. De NH-minister houdt zich op de vlakte wanneer het gaat om kwikvervuiling. Het verkiezingsprogramma van DOE heeft genoemd als punt het terugdringen van milieucriminaliteit. ‘Onze natuurlijke hulpbronnen en het welzijn van de samenleving zijn essentieel voor het voortbestaan van het land’, zegt DOE. ‘Vandaar dat wij milieuvervuiling officieel tot een vorm van criminaliteit verklaren’, zegt DOE in haar programma. Het is dus de bedoeling dat de DOE-minister ernaar werkt dat de kwikvervuiling tot een vorm van milieucriminaliteit wordt verklaard. Dat betekent dat de schendingen als misdrijven worden gekwalificeerd en ook als zodanig worden bestraft. De minister moet de beloftes die hij via zijn DOE-programma heeft gedaan, niet vergeten. Nu is hij in de positie om kwik aan te pakken, de politieke partners weten wat in het DOE-programma staat. Laat de NH-minister het niet laten voor een andere bewindsman. Stichting the Back lot organiseert ‘No Kwik Week’. De ‘No Kwik Week’ vindt plaats van maandag 2 november tot en met zaterdag 7 november. Het eindigt op 7 november met de No Kwik Wandelrally. Deze week staat in het kader van de No Kwik Awareness Campagne, die gelanceerd is. De voorzitter van de stichting, Henna Draaibaar, geeft aan dat tijdens de No Kwik Week nationale aandacht gevraagd wordt voor de gevaren die kwik met zich meebrengt. ‘Het is een campagne die een ieder, niet alleen de bevolking, maar ook de media, diverse instanties en overheid bewust moet maken dat de gevaren rondom kwik echt zijn en dat het gebruik daarvan nu echt moet stoppen. We willen ook dat de bevolking bewust wordt dat dit niet een ver-van-je-bed-show is en alleen in het binnenland voorkomt, maar ook dat de gevolgen van kwik in de stad Paramaribo voelbaar is. We hebben allemaal een stem en we moeten die kunnen uitten’, aldus Henna Draaibaar van The Back Lot.
Deze bewustwordingscampagne wordt gesponsord door Semif, Suriname Conservation Foundation (SCF) en de Nederlandse ambassade. Nathalie Emanuels, manager van Semif, geeft aan dat Semif een verzoek kreeg van Stichting The Back Lot om mee te financieren in deze campagne. ‘We zien het belang in van dit project, omdat het ook helemaal samenvalt met onze doelstellingen, vandaar dat er een bedrag van ongeveer SRD 50.000 is gedoneerd. Wij zijn van mening dat de gemeenschap bewust gemaakt moet worden hoe verontreinigend kwik werkt op het milieu.’ Deze boodschap wordt bevestigd door programmanager van SCF, Stanley Malone, die zegt dat onderzoek van Anton de Kom Universiteit heeft uitgewezen dat de kwikdampen hoog in de lucht zitten. En het is duidelijk dat de situatie vrij ernstig is. Er moeten daarom duidelijke stappen genomen worden om de kwikveiligheid in Suriname te garanderen. De Nederlandse ambassade heeft op indirecte wijze een bijdrage geleverd aan deze campagne, zegt ambassadeur Ernst Noorman. Hij vertegenwoordigt niet alleen het Koninkrijk der Nederlanden te Suriname, maar ook de Rotary in Suriname. De Rotary heeft ervoor gezorgd dat ook 1000 kinderen mee kunnen doen aan de wandelrally. Er worden middelen gedoneerd die gebruikt zullen zijn tijdens deze campagne en daarnaast heeft de ambassade ook gekozen om direct steun te bieden door komende zaterdag een prachtig kunstproject neer te zetten, waarmee kwik ‘zichtbaar’ zal worden gemaakt middels kunstzinnige vormen. Kwik is namelijk niet alleen schadelijk voor het milieu, maar ook heel schadelijk voor de gezondheid van de mens.
Speciaal voor de wandelrally zijn er duizend shirtjes gesponsord en die zullen aan duizend kinderen verstrekt worden om mee te doen aan de rally.