Volgens DNA-lid Sheilendra Girjasing zouden kleinere partijen met goed kader er meer aan hebben om zich aan te sluiten bij een grotere partij. Dit, gezien het feit dat de geschiedenis heeft bewezen dat ze niet kunnen rekenen op een grote aanhang, waardoor zij na de verkiezingen niet de gewenste politieke plekken halen en zij zich niet dienstbaar kunnen maken. Girjasing ziet dit als een verlies van deskundigheid en kader. Hij noemt hierbij specifiek het kader binnen partijen als SPA en DA’91. “Het is te adviseren dat DA’91 en SPA erover nadenken om op te gaan in de VHP”, zegt de politicus. Dit vooral nu partijen bezig zijn met aanpassingen en vernieuwingen. “Het zou goed zijn als ze niet als aparte partij binnen kwamen, waarbij abnormale eisen gesteld worden.” Girjasing wil de voorzitter van de VHP vragen om aftastende gesprekken met deze partijen te voeren. Ook de Amazone Partij en zelfs de NPS zouden volgens Girjasing kunnen overwegen op te gaan in de VHP. “Ze kunnen me voor gek verklaren, maar het is een idee als wij een goed alternatief wensen te vormen.” Girjasing zegt dat als partijen zelfstandig blijven en partijcombinaties vormen het er meestal alleen op neerkomt dat partijen hun belangen veilig willen stellen. Daarom adviseert hij dat ze gewoon opgaan in een grotere partij. Eventueel kan dit onder een nieuwe naam, zegt Girjasing maar hij denkt dat de aanhang van de VHP zoveel groter is dan dat van de kleinere partijen dat dit hooguit bespreekbaar gemaakt zou kunnen worden. Als de kleine partijen niet opgaan, zullen de partijen volgens hem blijven inkrimpen totdat niemand overblijft. De VHP, als partij opgericht in 1949, heeft volgens de VHP-parlementariër bewezen dat ze een groeiende en stabiele partij is, terwijl de meeste oudere partijen niet meer bestaan.
Politieke partijen halen minder dan half procent aan stemmen
Politiek analist Hardeo Ramadhin is er ook voorstaander van dat kleine partijen opgaan in grotere partijen. “In Paramaribo hebben bij de afgelopen verkiezingen 11 partijen meegedaan aan de verkiezingen. Een heleboel partijen zijn merkbaar gaan fuseren met andere partijen. Sommigen hebben hierbij hun identiteit behouden en weer anderen zijn opgegaan in een grotere partij. Kleinere partijen hebben slechts enkele honderden stemmen gehad. Dit maakt het onaantrekkelijk voor partijen om nog zelfstandig deel te nemen aan de verkiezingen. Bij de afgelopen verkiezingen is men binnen de partijcombinaties ook afgestapt om met het principe van lijstvolgorde, dus de positionering van vooral voorzitters op de eerste 3 plaatsen op de lijst te werken. Nu heeft men gekeken naar de historie van de partijen en hoeveel zij bij voorgaande verkiezingen aan stemmen hebben gehaald.” Volgens Ramadhin heeft het belang van het hebben van een achterban de doorslag gegeven bij de positionering. Men kunt volgens hem misschien wel een deskundige kandidaat zijn, maar als men geen stemmen kan vergaren dan houdt het op. “Er zijn partijen geweest bij de laatstgehouden verkiezingen die zelfs minder dan een half procent aan stemmen hebben gehaald.” Ramadhin vraagt zich in deze af of een dergelijke partij wel recht van bestaan heeft. “Deze kleine partijen krijgen misschien wel aandacht tijdens de verkiezingen, maar daarna zijn ze niet meer interessant.”
Nut van fuseren of opgaan in andere partijen
Het moeilijke bij het fuseren of opgaan in andere partijen is volgens Ramadhin het verlies van de eigen identiteit als partij en ook het feit dat mensen zichzelf graag voorzitter noemen. Hij vindt dat kleinere partijen desondanks bij zichzelf te rade moeten gaan of het wel de moeite waard is om zoveel tijd en geld uit te geven aan politieke campagnevoering, propagandamateriaal en vergaderingen om uiteindelijk met enkele stemmen te eindigen. De partij moet volgens hem wel beseffen dat als zij niet sterk is, zij in de grotere partij doorgaans ook minder zal kunnen afdwingen, maar zich zal moeten aanpassen aan de structuur van de andere partij. “Ook als je niet zichtbaar bent in een partij kun je alsnog via denkwerk een grote bijdrage leveren”, stelt Ramadhin. Indien zij dit niet wenst, kan de partij zich ook op een andere manier inzetten voor de samenleving via bijvoorbeeld maatschappelijke organisaties. Deskundigen, ook die uit bestaande politieke partijen, mogen zich natuurlijk altijd individueel aansluiten bij politieke partijen, meent Ramadhin, maar dit betekent niet altijd dat zij ook zullen worden ingezet. Hij meent dat alle politieke partijen deskundigen hebben, maar dat vaak genoeg toch de mensen die een bepaalde lijn hebben met de partijvoorzitter de betere politieke functies krijgen. Zelfs de populariteit van personen speelt volgens Ramadhin hierbij dan een mindere rol.