Tijdens de laatstgehouden Kenniskringavond kwamen enkele sprekers aan het woord die hun visie gaven op de oorzaken van de huidige economische situatie in het land en de toekomst van ons financieel-economisch beleid. De econoom Guillermo Samson gaf aan dat, ondanks het feit dat hij tot tweemaal toe heeft bijgedragen aan het herstel van kritische economische dieptepunten in de Surinaamse economie bij vorige regeringen, hij nu geen idee heeft hoe het land uit deze precaire situatie zou kunnen geraken. Hij gaf aan dat doordat de overheid niet betaalt, het geld niet rolt en de economie vast komt te zitten. Dit, terwijl het een feit is dat de overheid in de afgelopen periode ongeveer 5 miljard aan inkomsten heeft gehad, veel meer dan er beschikbaar was ten tijde van de regering onder Henck Arron in 1975. Het lijkt voor hem alsof de regering haar controle op de financiële instellingen aan het verliezen is. “Ze worstelen om de controle te houden op de koers.” Samson verwijt onder andere de voormalige governor van de Centrale Bank van Suriname, Gilmore Hoefdraad, het plegen van wanbeleid. “Voor 85.000 deze wanprestatie”, zei Samson letterlijk.
Hij heeft volgens Samson steeds geïntervenieerd totdat er niets meer over was. Hoefdraad zou voorts de Surinamers bedonderd hebben door te zeggen dat hij de kortlopende lening van de regering heeft gebracht naar een langlopende om de ondernemers te kunnen aflossen. “Hij heeft vervolgens de ondernemer Antony Wong, voorzitter van de AAV, betaald, slechts om hem de mond te snoeren omdat hij teveel sprak in de media.” De meeste anderen zijn volgens Samson niet betaald. Ook zou de regering haar inkomsten voor consumptieve doeleinden gebruikt hebben in plaats van die te investeren in de productiesector. Het land heeft daarom niet voldoende verdiencapaciteit. Ook heeft de overheid geen appeltje voor de dorst bewaard uit de periode toen de inkomsten goed waren. Samson verwacht dat de bredere economische crisis in het land onverminderd door zal gaan, ongeacht welke maatregelen de regering ook treft en dat het einde van de koersstijgingen nog niet in zicht is. Hij meent dat men aan zichzelf moet denken en op dit moment niet meer moet leunen op de overheid, omdat de overheid het niet nauw schijnt te nemen met het volk. Hij kijkt uit naar ‘echte’ economische hervormingen.