Toen halverwege de jaren 80 de aluinaarde-industrie de eerste rake klappen kreeg door kelderende metaalprijzen, vormden de export van rijst, bananen en garnalen voor Suriname, economisch gezien, de laatste strohalm. De seafood-industrie zou ook nu de economische schokken in de mijnbouw, die zich manifesteren in de vorm van dalende prijzen en banenverlies, tot op zekere mate kunnen opvangen. De prijs is goed en de wereldbevolking groeit. De randvoorwaarden liggen hier anders dan bij het plegen van monsterinvesteringen vrijwel voor de hand en moeten vooral gezocht worden in het kostenefficienter maken van de huidige vlootaciviteiten in combinatie met gedreven en creatief management, gericht op uitbreiding van het aanbod van vis en visprodukten. Wat het laatste betreft moet vooral worden gedacht aan eindprodukten met toegevoegde waarde en bedrijfsmatige efficiëntie. Het zijn helaas weer de overheidsbedrijven, die hierin tekort schieten. Het is de laatste jaren hoofdzakelijk de tonijnvangst, die het Surinaamse aanbod van vis en visprodukten een behoorlijke duw heeft gegeven. Zo is de exportwaarde van vis en visprodukten tussen 2007 en nu meer dan verdubbeld tot 40 miljoen US dollar. Udo Karg, directeur van Suveb, een toonaangevend visverwerkingsbedrijf, waar de tonijn tot exportproduct wordt verwerkt, schrijft dit succesverhaal vooral toe aan de prima samenwerking tussen overheid en private sector bij het halen van internationale visverwerkingslicenties, die op het gebied van zuiverheid en veiligheid, export naar de EU, VSA, Brazilië en Colombia mogelijk maken. Door inspanningen op het gebied van voedselveilgheid en het binnenhalen van internationale zakenpartners mag Suriname zich gelukkig prijzen om als enige land in het Caribisch gebied vis en visproducten probleemloos te kunnen en mogen afzetten op de Europese markt. Om de visserijsector in deze bloeifase te versterken, is het volgens hem raadzaam importheffingen op productiemiddelen zo snel mogelijk af te schaffen. Maar wat nu voor de meeste pijn zorgt, is toch wel de extra overheidsheffing op brandstof. Lieveld vertrouwt ons toe dat de regering serieus naar mogelijkheden kijkt om door het schrappen van deze belasting, de grootste kostenpost voor de vissersvloot beheersbaar te houden. De visserij-autoriteit gelooft in een goede afloop van deze kwestie, die op dit moment een deel van de trawlers uit de vaart houdt. Het instellen en opkrikken van de entrepots (een heffingsvrije zone voor brandstof en productiemiddelen) zal ook aan de bevolkingsvisserij positieve impulsen geven. Maar de overvloedigheid van water en land maken Suriname eveneens tot een land met een haast onbegrensd potentieel. Sail is voor het beste deel van zijn 60-jarig bestaan het vlaggenschip geweest van de moderne visverwerkingsindustrie van ons land. De Staat heeft na de overname van de aandelen van het Amerikaanse Castle & Cook in 1984 met pieken en dalen behoorlijk goed geboerd. Sail is door tegenvallende zeegarnalenvangsten (onder invloed van klimaatverschijnsel El Nino) en matig overheidsgestuurd management op sterven na dood. Door landaanwinst is het ook nog moeilijker geworden om de kade aan de Surinamerivier te handhaven. Bovendien staat daar ook nog een visverwerkingsindustrie midden in het toeristisch uitgaanscentrum van Paramaribo. Relocatie van deze activiteiten is niet alleen gewenst, maar voor een betere bedrijfsvoering zelfs vereist. Viren Adhin is sinds een half jaar directeur van Seafood Industries Suriname, de dochtermaatschappij van Sail gespecialiseerd in de verwerking van de witte seabobgarnalen, die iets uit de kust worden gevangen. De export van seabob vormt door het sterk afgenomen exportvolume van de diepzee jumbogarnaal vandaag de dag letterlijk de levensader van de Sail.
Adhin onderkent dat de toekomst van het bedrijf kan worden opgehangen aan effectiever bedrijfsmatig management alsook het versterken van de financiele situatie door exportverruiming, niet alleen in de zin van nieuwe afzetmarkten, maar vooral in uitbreiding van het productenaanbod. “Onze vis en garnalen gaan nu als ‘fresh food’, en dus feitelijk als rauwe grondstof het land uit. Er ligt dus braak terrein voor eindproducten als fish sticks, krabbenpastei en voorgekookte cocktailgarnalen.” Maar Viren Adhin gelooft ook in de productie van chitine en chitosan, een chemisch bindmiddel dat in natuurlijke vorm in voldoende mate voorkomt in de omhulling van garnalen en schaaldieren. Chitosan wordt in de medische en cosmetische industrie toegepast in bloedstollende snelverbandjes, bij het zuiveren van water en het ontrekken van schadelijke stoffen uit het milieu. “Door het dumpen van de garnalen shells in de rivier veroorzaken wij niet alleen een milieuprobleem, maar wij gooien ook letterlijk kapitalen weg.” Zo luidt het nuchtere commentaar van de topman bij Seafood Industries Suriname, die met goed leiderschap en de juiste beleidsacties, erop gebrand is de visserij op de meest korte termijn tot één van Surinames meest duurzame en winstgevende industrieën te maken.
Steven van Frederikslust en Orfeo Friperson