Via de overheidsvoorlichting wordt wel eens informatie verschaft over het volkswoningbouwprogramma. De aantallen die door de voorgaande regering zijn genoemd, waren onrealistisch en zijn niet gehaald. Uitgaande van de grondwet is een volkshuisvestingsplan besproken in DNA en uiteindelijk aangenomen. Dat was voor het eerst in decennia. Op dit plan is er veel kritiek geweest. Onder andere vond men dat het document dat was aangenomen geen plan was. Er was onder andere geen tijdslijn daarin opgenomen. Concrete actiepunten zouden ook niet zijn genoemd. Wat is de status van dit plan? Er is nog steeds meer vraag dan aanbod van volkswoningen. Door de voorgaande regering is aangegeven dat men niet alleen uit moet gaan van gratis woningen, maar ook van koopwoningen. De traditionele benadering is dat men uitgaat van gratis woningen als het gaat om volkswoningbouw. De nieuwe opvatting over volkswoningen dient echter niet los te staan van een andere shift, die in de samenleving moet plaatsvinden. Er dient voldoende inkomen te zijn om naast andere zaken ook woningen te gaan kopen. Uit de presentatie bij het staatsmedium gisteren blijkt dat er sprake is van een behoorlijk overschot aan aanvragen voor volkswoningen. Er zijn zelfs aanvragen van dichtbij de 30 jaar oud. Er werd zelfs gesproken over aanvragen uit de jaren ’70 en ’80. In de decennia die verstrijkt kan de situatie van velen zijn veranderd. In het bestand is het goed om mutaties door te voeren. Het is best wel mogelijk dat terwijl men wacht, de vermogenstoestand is veranderd en men geen woning meer van de staat nodig heeft. Ook kan het zijn dat men al over een woning beschikt. Het is zaak dat Volkshuisvesting steeds met up to date cijfers werkt. In de presentatie is naar voren gekomen dat er positieve adviezen zijn gegeven en dat men goedkering heeft gehad van de bevoegde instantie. Men zit dan alleen te wachten op een ‘toewijzing’. Dat kan decennia duren. Ook is gesteld dat het mogelijk is dat een persoon, wiens aanvraag 10 jaar terug is goedgekeurd, toch niet in aanmerking komt voor een woning, maar wel iemand die enkele maanden terug een aanvraag indient. Bij de toewijzing van volkswoningen is er dus sprake van willekeur. Dat stellen we, omdat gewerkt wordt volgens niet van tevoren vastgestelde objectieve criteria. Van objectieve vastgestelde criteria, die een strenge toets doorstaan, is er heel zelden sprake bij diensten van bijvoorbeeld Sozavo. Er is aan aantal assumpties (uitgangspunten) die vanzelfsprekend zijn bij veel overheidsdiensten, maar zo vanzelfsprekend zijn ze weer niet. Zo is er een uitgangspunt bij lanti in Suriname dat niet een ieder die in aanmerking komt voor hulp, daadwerkelijk die hulp zal vinden. Men gaat ervan uit dat het niet hoeft dat iedereen met dezelfde nood wordt geholpen. Uiteindelijk worden sommigen geholpen en sommigen niet. Wanneer gevraagd wordt naar de criteria op basis waarvan onder de gelijke gevallen wordt geselecteerd, kan men geen zinnige antwoorden geven. Het streven van de Surinaamse regering moet altijd zijn om gelijke gevallen gelijk te behandelen. Men moet op basis van een indeling van de aanvrager van volkswoningen van tevoren aangeven welke groepen voorkeur hebben en welke groepen minder. Ook moet Volkshuisvesting een tijdprognose maken en niet steeds aan klanten van wie de aanvraag is goedgekeurd vragen om ‘even’ of ‘rustig’ te wachten. Dat is gemakkelijk gezegd door personen die niet in de nood zelf. Personen moeten weten over hoeveel jaar ze mogelijk in aanmerking komen voor een woning en in welke regio. Nu is er volkshuisvestingsplan en er is een schets van het aantal woningen, welke in de komende 5 jaren zal ontstaan. Er wordt voor binnenkort ook een prefab-woningenfabriek aangekondigd. Het moet mogelijk zijn om aan aanvragers te zeggen dat ze van staatswege de komende 5 jaar geen woning hoeven te verwachten. Dan kan eventueel door de burgers naar alternatieve mogelijkheden worden gezocht. Door de burgerij wordt aangehaald dat woningen worden aangeboden aan burgers, die de woningen niet nodig hebben en aan burgers die de woningen als een vakantiehuisje gebruiken. Dit is niet ontkend door de betrokken functionarissen. Dat betekent dat er met de toewijzing iets behoorlijk mis is. Het huisvestingsplan is in DNA aangenomen en gaat uit van een basisgedachte. Die basisgedachte moet zijn uitwerking vinden in het beleid en de overheidsdiensten, die daarmee belast zijn, zijn voor het plan niet geschikt als ze op de decennialange manier van zakendoen willen bezig zijn. Wanneer er vanwege het volkshuisvestingsbeleid sprake is van een verandering, dan moet dat steeds worden herhaald en diensten moeten hun handelen daarop afstemmen. Het grootste bezwaar in het geheel blijft nog steeds dat het nieuwe beleid zich niet heeft vertaald naar nieuwe transparante en objectieve criteria die de schijn van partijdigheid en willekeur weghalen uit het systeem.