De accountant van de NV Energie Bedrijven Suriname (NV EBS), BDO Assurance NV, zou reeds bij de jaarrekeningscontrole van 2014 president commissaris Iwan Krolis op de hoogte hebben gebracht over de ‘op corruptie lijkende contracten’ die het energiebedrijf met haar leveranciers is aangegaan. Krolis zou volgens het onderzoek bedragen van miljoenen euro’s voor leverancier Olibis hebben goedgekeurd. Door het ontbreken van transparantie en aanbestedingen is bij de accountant de indruk ontstaan dat Olibis de bedragen veel hoger dan de werkelijke prijzen heeft gefactureerd. BDO is op grond van de ontbrekende stukken en onrealistische bedragen niet in staat geweest om de jaarrekeningscontrole over 2014 uit te voeren. Het rapport over de bevindingen is in mei 2015 aan de RvC gepresenteerd. De accountant heeft echter geen antwoord van Krolis ontvangen. Het onderzoek van BDO toont duidelijk aan dat leverancier Olibis voor miljoenen Amerikaanse dollars extra zou hebben gefactureerd. Het accountantsbureau toont aan dat Krolis wel degelijk mee heeft gewerkt bij de goedkeuring van contracten die overigens overgefactureerd zijn.
Bedrag Euro 1.696.000 mogelijk overgefactureerd bij aanschaf ‘mobiele diesel powerplant’
Olibis heeft in 2014 een ‘mobiele diesel powerplant’ aangeschaft, gebaseerd op een offerte van het bedrijf zelf. De leverancier heeft de aankoop tevens gefinancierd gedurende 12 maanden met maandelijkse aflossingen vanaf 1 september 2014 voor een totaalprijs van Euro 1.696.000. De accountant constateerde dat de EBS geen aanbestedingen heeft uitgevoerd voor deze aankoop. Zij zou nader onderzoek moeten verrichten om te kunnen oordelen of deze investering op basis van het arm’s length beginsel is gedaan en wat de marktwaarde is van deze investering. Door het uitblijven van de aanbesteding zegt de accountant dat het niet uitgesloten kan worden dat de met Olibis overeengekomen bedragen hoger zijn dan de marktwaarde. Hierdoor ontstaat er ook onzekerheid over de waardering van de investering in de jaarrekening van EBS.
Overfacturering USD 907.000 bij aanschaf onderdelen
Ook ten aanzien van de aanschaf van onderdelen in augustus 2014 zou leverancier Olibis overgefactureerd hebben. Het gaat om onderdelen ten behoeve van de onderhoud en revisie van generatoren. De ‘appropriation fee’ bedraagt 1.8% van het gefinancierde bedrag. Een belangrijk component van de overeenkomst betreft de revisie en levering van een krukas ten behoeve van MAN machine D20. In de offerte van Olibis zijn echter ook kosten van USD 907.000 opgenomen voor arbeidsassistentie van deskundigen. Volgens de accountant is zover bekend EBS niet gehouden om de deze kosten van services via Olibis te betrekken, omdat de gemaakte afspraken slechts betrekking hebben op de levering van onderdelen. Gezien de hoogte van het bedrag wordt ook vermoed dat de overeengekomen bedragen hoger zijn dan de marktwaarde. Ook is het zo dat de prijzen van onderdelen volgens de verschepingsfacturen afwijken van de met Olibis overeengekomen prijzen, zodat de administratieve verwerking van de leveringen niet op de juiste wijze heeft kunnen plaatsvinden. “De inspanningen die nodig zijn om onjuistheden ongedaan te maken is groot”, benadrukt de accountant.
Krolis keurde € 17.195.000 goed voor aanschaf vierde MAN-machine
De RVC onder leiding van Krolis heeft op 2 april 2015 goedkeuring verleend om een financieringsovereenkomst van €17.195.000 met Olibis te sluiten voor de aanschaf van een vierde MAN machine. De drie andere MAN machines zijn volgens de accountant geleverd voor Euro 7.3 miljoen per stuk en de mobilisatie daarvan voor eveneens € 3.6 miljoen. Ook hier ontstaat er volgens BDO de indruk dat Olibis samen met de RvC misbruik heeft gemaakt van de omstandigheden. BDO merkt op dat de aanvaardbaarheid van de hoogte van de rente en de financing fees twijfelachtig zijn.
FR