De assembleeleden Mahinder Jogi, Ronnie Brunswijk, Patricia Etnel en William Waidoe hebben middels een schrijven indringende vragen over Staatsolie gesteld aan president Desi Bouterse. De volksvertegenwoordigers stellen dat ondanks de formele opening van de raffinaderij, deze nog steeds niet in productie is. Jogi zegt aan Dagblad Suriname dat hij al een poos bezig is aandacht van de regering te vragen om de misstanden binnen het oliebedrijf aan te pakken. Echter heeft hij maanden later nog steeds geen zicht op enig vorm van aanpak. Krachtens artikel 86 van het Reglement van Orde vraagt hij via het parlement dat het staatshoofd antwoord geeft op indringende vragen. De parlementariër zegt dat de regering op 12 juni 2011 een contract heeft getekend met het Italiaans bedrijf Saipem ter waarde van USD 424 miljoen voor de bouw en uitbreiding van de Staatsolie-raffinaderij op Tout Lui Fout. Afgesproken was dat de bouw in april 2014 een feit zou moeten zijn. “Wij zitten nu aan het eind van 2015 en de oplevering heeft officieel nog niet plaatsgevonden. De president is wel daar geweest om lintjes te knippen, maar de raffinaderij is nog niet in productie”, stelt de politicus.
Maandelijks meer dan USD 10 miljoen extra kosten
Jogi zegt informatie te hebben dat de staking in opstarten van de raffinaderij de Staat dagelijks duizenden Amerikaanse dollars kost. Als gevolg van deze achterstand bedragen de meerkosten voor dit project elke maand meer dan USD 10.000.000. “Het gaat om ettelijke miljoenen, terwijl er aan de andere kant bedrijven sluiten, omdat zij geen energie kunnen betalen, kinderen niet naar school kunnen gaan, omdat er geen geld in huis is, geen babyvoeding aanwezig is”, stelt Jogi. Het project is volgens de indieners uitgevoerd en de uitbreiding is formeel door de president geopend verklaard, maar is ondanks deze formele opening nog niet in productie. De president moet volgens hun tegen het mismanagement ingrijpen, aangezien Staatsolie en het volk van Suriname grote schade hierdoor lijden. De totale schade voor de samenleving ligt als gevolg van het bovenstaande vele malen hoger, in de vorm van achterblijvende winsten en importvervanging.
Claim van USD 50 miljoen
Jogi zegt dat het Italiaans bedrijf betrokken zou zijn bij een justitieel onderzoek in zowel Italië als Brazilië. Zo zou een Nederlands bedrijf thans een claim op de Staatsolie hebben gelegd voor USD 50.000.000. De assembleeleden vragen dat de overeenkomst met Saipem ter beschikking wordt gesteld aan het parlement. Hiernaast willen zij goed gemotiveerd weten wat de redenen zijn geweest, waarom voor Saipem was gekozen. Aangegeven moet worden of het juist is dat overeengekomen is dat alle risico’s bij de uitvoering van deze overeenkomst zijn gelegd op Staatsolie en niet op het bedrijf dat het project uitvoerde. Aangegeven moet worden of de informatie juist is dat een buitenlands bedrijf een claim heeft gelegd op Staatsolie en wat de status is van die claim. Verder moet aangegeven worden of de informatie dat het uitvoerend bedrijf uit Italië betrokken is bij justitiële onderzoeken in het buitenland. “Wat zijn de redenen voor de verlate oplevering van dit project en wat is de daardoor ontstane schade?” Ook moet aangegeven worden wanneer het onderhavig project finaal zal worden opgeleverd en wat de tot nu toe gemaakte kosten voor dit project zijn en wat de finale kosten zullen zijn tot ingebruikname. “Er moet duidelijkheid komen in al deze zaken. Hoelang gaat het duren? Van waar wordt het geld gehaald? Is dat geen mismanagement? Wie gaat voor de schade opdraaien? Waar het om gaat, is dus dat de bedrijfsvoering goed moet zijn. De oprichting van Staatsolie heeft een bepaald oogmerk, namelijk het winnen van olie voor en door de samenleving en het maken van winst”, aldus Jogi.