Professor Anthony ‘Tony’ Caram ziet verschillende oorzaken die geleid hebben tot de plotselinge stijging van de valutakoersen. Volgens de hoogleraar is één van de punten dat de Centrale Bank van Suriname (CBvS) in de afgelopen tijd in aanzienlijke mate geprobeerd heeft deze koersen stabiel te houden door te interveniëren. Hoewel dat voor korte termijn geholpen heeft, blijkt dat nu ineens niet meer te lukken. Een US dollar wordt nu opgekocht voor rond de SRD 3,67. Wie dollars wil kopen, moet er SRD 3,70 voor neertellen. Volgens Caram betekent het dat de enorme interventies van de moederbank geleid hebben tot vermindering van de deviezenvoorraad. Volgens eigen analyses van de econoom was de deviezenvoorraad van de bank twee jaar geleden nog op USD 1 miljard. Dit is nu teruggevallen naar tussen de USD 430 en 450 miljoen. Daarboven heeft de moederbank ook schulden in vreemde valuta in de orde van USD 300 miljoen. Caram zegt dat de CBvS de moeite kan besparen om de interventies nu te plegen. Gezien de financiële omstandigheden zal dat alleen, maar ervoor zorgen dat de deviezenvoorraad verder zal afnemen.
Stijging koers zorgt voor prijsstijging in winkels
De stijging van de koersen zal duidelijk ervoor zorgen dat prijzen voor levensonderhoud ook zullen stijgen. Van elke Surinaamse dollar die wij in omloop krijgen, wordt ongeveer de helft gebruikt voor de import van goederen. Volgens Caram is Suriname grotendeels een importerend land en zijn geïmporteerde goederen afhankelijk van de koers. Caram zegt nog twee problemen te zien die als oorzaak aangeduid kunnen worden voor de drastische stijging van de valutakoersen. Eén van deze heeft te maken met een zekere onzekerheid die zich op de markten aan het voltrekken is. Een van de redenen daarvan is het recent bericht dat de CBvS in samenwerking met het ministerie van Financiën heeft besloten de korte schuld om te zetten in een langere schuld. Hierbij is ook besloten de langere schuld te verhogen. Dat heeft volgens hem ertoe bijgedragen dat er een onzekere vrees is ontstaan met betrekking tot wat er met de monetaire situatie zal gebeuren. Het andere belangrijke punt is dat het maatregel van de overheid, om het budget in evenwicht te brengen, nog steeds niet geëffectueerd is. Hierdoor is er ook een zekere onzekerheid ontstaan. Volgens de hoogleraar leidt onzekerheid ertoe dat de markt daarop gaat anticiperen, inspelen en dan ook actie gaat ondernemen.
Inlopen achterstallige betalingen heeft voor problemen gezorgd
Een heel groot probleem volgens Caram is ook de toegenomen schuld van de overheid bij de CBvS. De bank heeft volgens Caram pas een weekstand uitgegeven waarin staat aangegeven dat per 26 september de schuld van de overheid per saldo met SRD 1.8 miljard is toegenomen. Dat is ongeveer 10% van het BBP. Caram wijst de vinger naar het recente besluit van de regering om de achterstallige leveranciers te betalen. “Iedereen vroeg zich af waar het geld vandaan kwam. Nu blijkt dat het geld rechtsreeks van de CBvS komt.” Volgens de econoom druist deze opvatting in tegen de monetaire filosofie die haar grondslag vindt in de bankwet. Deze wet geeft twee dingen aan, namelijk: de CBvS mag kort kredieten opnemen tot een bepaald maximum van 10% van alle ontvangsten op de begroting. Dit is alleen voor cijfermatige kredieten. Dus niet voor duurzame financiering. De tweede overtreding is dat in de memorie van toelichting staat dat de CBvS nimmer mag meewerken aan het verzoek van de overheid om mee te gaan met een langere termijn financiering van de CBvS.
Tekorten creëren en geldschepping ook boosdoeners
Caram zegt dat de regering met goede bedoelingen bezig was de valutakoers te stabiliseren. Dit beleid is echter volledig doorkruist door het feit dat de overheid doorging tekorten te creëren en geld te scheppen. “In 2013 hadden wij een tekort van SRD 1 miljard, in 2014 SRD 950 miljoen. In 2015 schatten wij ook ergens bijna tegen de SRD 1 miljard. Dus terwijl de CBvS probeert om geld uit de economie te halen door de interventies, zien wij dat de overheid geld in de economie pompt. Ter overmaat is de CBvS ook gaan meewerken aan de omzetting van de korte schuld naar de lange schuld”, stelt Caram.
Caram voorziet een niet te rooskleurig toekomst indien de situatie zo blijft voortduren.
Op lang termijn ziet hij dat wel indien zaken wel op een correcte manier worden uitgevoerd. Hij verwijst naar de inkomsten uit het Meriam-project en de olieraffinaderij. De moeilijkste perioden zullen de eerste twee jaren zijn. “Wij gaan op onze tanden moeten bijten. Als men een wijs beleid voert, zullen wij het wel overbruggen”, aldus de econoom.
FR