Staatsschuld Suriname gestegen naar record 6.5 miljard

De staatsschuld van Suriname blijft omhoog schieten. Per juli dit jaar is die 6.5 miljard Surinaamse dollar, waarvan SRD 3.85 miljard buitenlandse schuld. Dit blijkt uit cijfers die het Bureau voor de Staatsschuld op 15 september 2015 op zijn website heeft gepubliceerd. Het gaat om een stijging van bijkans SRD 200 miljoen in één maand tijd. De staatsschuld is sinds 2000 nooit zo hoog geweest. De totale schuld op de BBP komt hiermee op 37.72% te liggen. Volgens informatie uit de statistieken zijn in het tweede kwartaal van 2015 verschillende nieuwe buitenlandse leningen aangegaan. Het gaat om projecten, waarvan tot nu niet veel terecht is gekomen.
Begrotingstekort wordt nog groter
Suriname is beland in een situatie, waarbij schulden met schulden moeten worden afgelost. Verschillende parlementariërs waarschuwen voor de devaluatie van de Surinaamse munt. Gelet op de precaire financiële situatie is het niet ondenkbaar dat de regering naarstig op zoek zal gaan naar geld om het grote tekort te dekken. Het is volgens deskundigen noodzakelijk dat verspilling en kapitaalverlies bij diverse projecten tot het minimale worden teruggebracht. Het begrotingstekort voor 2015 stond op SRD 666.480.000. Toen stond de totale staatsschuld op SRD 5.3 miljard. Verwacht wordt dat het begrotingstekort voor 2016 verder zal toenemen. De regering heeft deze maand ook nog een SRD 4 miljoen tekort voor het betalen van salarissen van ambtenaren op enkele ministeries. Door te schuiven in de begroting is het bedrag vrijgemaakt. President Desi Bouterse heeft alle 17 ministeries onlangs de opdracht gegeven om hun begrotingen met liefst 50% terug te brengen. Na zijn jaarrede op 28 september zal het staatshoofd de cijfers van de begroting presenteren en deze aan De Nationale Assemblee (DNA) overhandigen.
Uitgaven in consumptieve sfeer boosdoener
De Vereniging van Economisten in Suriname (VES) heeft eerder de boze vinger naar het desastreuze uitgavenbeleid van de regering gewezen. De conclusie is dan ook gerechtvaardigd dat de toegenomen uitgaven zijn besteed om voornamelijk consumptieve uitgaven in de sociale sfeer te vergroten. Deze consumptieve uitgaven genereren per definitie geen duurzame inkomsten. Dit weerspreekt volgens de VES pertinent dat ons land in economische problemen is geraakt door de tegenvallende prijzen op de grondstoffenmarkt. ‘Wij zijn in de problemen geraakt door het bestedingsgedrag van de overheid en wel door het sterk toegenomen uitgavenpatroon voornamelijk gericht op consumptie, waardoor ondanks toegenomen inkomsten de staatsfinanciën ieder jaar opnieuw een toenemend tekort vertonen van tegen de SRD 1 miljard.’ De VES heeft zich op meerdere momenten, onder andere in januari 2014, uitgesproken tegen dit bestedingsgedrag waarvan zeer gemakkelijk te voorzien was dat het op termijn financieel-economisch niet houdbaar zou zijn. Op de nieuwjaarsreceptie in januari 2014 gaf de VES-voorzitter het volgende aan. ‘Wat zorgen baart, is het idee dat niet iedereen voldoende beseft dat de overheid de tering naar de nering moet zetten, dat een gezonde evenwichtige overheidshuishouding een noodzakelijke voorwaarde is voor verdere groei… Er dient een sociaal programma te zijn, maar een dat gekoppeld is aan de bestedingsmogelijkheden, een dat dus complementair is aan de economie, niet een die de economie ten gronde richt.’
FR

error: Kopiëren mag niet!