De Servicestations Exploitantenbond (SSEB) heeft onlangs een gesprek gevoerd met vicepresident Ashwin Adhin en de minister van Handel en Industrie (HI), Sieglien Burleson. De bond bracht zijn grieven naar voren mede in het licht van de plotselinge verhoging van de brandstofprijs en de nutsvoorzieningen. De pompstationhouders wensen een verhoging van hun winstmarge. Dagblad Suriname vroeg aan de minister van Handel en Industrie, Sieglien Burleson, hoe zij staat tegenover een eventuele verhoging van de winstmarge van de servicestationshouders. De minister gaf aan dat zij op dit moment hier geen oordeel over kan geven. “We hebben met hun afgesproken dat we alles en ook de besprekingen gaan evalueren. Ik denk dat het beter is om dat eerst te doen. Via de vicepresident zal dan vervolgens worden nagegaan hoe de situatie zo overzichtelijk mogelijk kan worden aangepakt.’ Het is volgens de minister nog prematuur om uitspraken te doen. Ze geeft aan ondertussen al over de nodige stukken en cijfers van de pompstationhouders te beschikken waar haar deskundigen zich nu over buigen.
De toezegging van een verhoging van de winstmarge was door voormalig vicepresident Robert Ameerali reeds gedaan. Nu blijkt dat hij de stukken nimmer heeft doorgestuurd naar HI. Over vijf dagen zal de huidige vicepresident zoals aangegeven aan de SSEB, zijn beslissing over de besproken zaken, waaronder verhoging van de winstmarge, kenbaar maken. De voorzitter van SSEB, Sirodjenie Jankie, gaf eerder aan dat de servicestationshouders al vijf jaar vragen om een verruiming van de marge. Nu zijn er met de aangekondigde verhogingen van de nutsvoorzieningen meer kosten bijgekomen. Daarnaast zijn niet lang terug ook de kosten van de sociale wetten erbij gekomen. Ook het feit dat er ongereguleerd vergunningen voor servicestations worden versterkt, is voorgelegd aan de vicepresident. De concurrentiepositie van de servicestationshouders is hierdoor verder afgezwakt.