Het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur( MINOWC) is vastbesloten om maatregelen te nemen om de schoolresultaten te verhogen. Dat is een lofwaardig streven dat alle ondersteuning verdient. De realisatie hiervan ziet men voornamelijk in langere schooltijden en inkorting van de vakanties. In dit kader wordt er een verband gelegd tussen verruiming schooltijden en toename van de kwaliteit van het onderwijs.
Het MINOWC voert aan dat Suriname in de regio ver achter loopt met betrekking tot het aantal lesuren dat verzorgd wordt. Ook zijn de vakanties in vergelijking met de regio te lang. Uit cijfers van het ministerie blijkt dat het aantal effectieve dagen voor IMEAO-scholen 135 per schooljaar bedraagt, voor de kweekscholen 138 en voor VWO-scholen 153. In de regio zou dit aantal 200 zijn. Volgens de inmiddels teruggetreden onderdirecteur Roy Narain hebben de lange vakantiedagen een negatieve invloed op de kwaliteit van het onderwijs. Suriname scoort lager dan de regio, aangezien er te weinig les wordt gegeven. Om hierin verandering te brengen moeten de tijden kwantitatief aangepast worden”. Dit kwam tot uiting tijdens het Pre – Congres Extensie Schooltijden Basisonderwijs, LBO, VOJ en VOS, dat op vrijdag 7 augustus is gehouden. Het streven is erop gericht om de verruiming van schooltijden in het schooljaar 2016-2017 in te voeren. Dat vereist gedegen voorbereiding en professionele uitvoering. Met betrekking tot deze aangelegenheid is er een brede maatschappelijke discussie nodig. Ik heb gemeend om met dit artikel een aanzet hiertoe te geven.
1. Wat zijn effectieve uren?
De noodzaak tot verruiming (extensie) van schooltijden is volgens MINOWC gebaseerd op vergelijkingen van effectieve lestijden tussen Suriname en de regio. Hoe wordt het begrip “effectieve lestijden” gedefinieerd. Bij de presentaties van cijfers op het pre-congres is er niet aangegeven wat het MINOWC daaronder verstaat. Vooralsnog zullen wij aannemen dat het gaat om de lesgeefuren (de zogenaamde contacturen) en niet om activiteiten onder supervisie van de school, zoals stage en vormingsdagen voor studenten.
2. Waarom is de voorbereiding niet geschikt voor de beslissing die genomen moet worden
De voorbereiding die nu plaatsvindt ter introductie van de verruiming van het aantal effectieve lesuren is discutabel. Het congres zal niet leiden tot een weloverwogen beslissing, omdat de factoren niet in beschouwing worden genomen en er niet vooraf onderzocht wordt of de invoering grote kans van slagen maakt. De verruiming van schooltijden op alle GLO, VOJ en VOS scholen is een operatie met vergaande logistieke, wettelijke, administratieve, financiële, technische, sociale aspecten. Wij mogen er niet lichtvaardig over denken. Indien het congres wordt gebruikt als een voorbereidingsactiviteit vrees ik het ergste. Het is riskant om de beslissing te laten afhangen van het congres. Het MINOWC zal met het congres hooguit een aanzet geven om draagvlak te kweken. Draagvlak is gewenst maar het is geen synoniem voor succes.
3.Vergelijking goed presterende en slecht presterende scholen
Het MINOWC legt een direct verband tussen verruiming van schooltijden en verbetering van de schoolprestaties. Voordat het ministerie besluit om per 1 oktober 2016 de schooltijden te verruimen, doen wij er goed aan om na te gaan of er andere maatregelen zijn die ook kunnen leiden tot verbetering van de overgangs- en slagingspercentages.
De huidige resultaten in het onderwijs geven aanleiding tot grote bezorgdheid. Er zijn veel scholen die ondermaats presteren. Het landelijk slagingspercentage is onbevredigend. Het landelijke slagingsgemiddelde voor de GLO toets in de afgelopen 3 jaren ligt tussen 53 en 56 %. De gemiddelde jaarresultaten van de mulo scholen stijgen bij uitzondering amper boven de 60% uit. Het Havo onderwijs is aan herstructurering toe. Het rendement van het onderwijs is laag. Toch zijn er scholen die onder de huidige omstandigheden, met dezelfde lestijden, uitstekende resultaten boeken. OS Zeedijk, Rambaran Mishreschool, OS Kisoensingh, Kapitein Mangoschool te Semoisi hebben allen een slagingspercentage van 100% gerealiseerd in het schooljaar 2015. OS Zeedijk heeft in 2014 eveneens 100% gescoord.
De scholen in Commewijne scoren relatief hoog en ook het slagingspercentage van scholen in Nickerie en Saramacca presteren traditiegetrouw ver boven het GLO landelijk gemiddelde. Er zijn landelijk scholen aan te wijzen die steevast een slagingspercentage van groter dan 80% realiseren.
Het is verstandig om het onderwijsleerproces zoals het zich bij de uitmuntende scholen manifesteert onder de loep te nemen en te vergelijken met de slecht presterende scholen. Het is interessant om na te gaan wat de succesformule van deze scholen is. Wat maakt deze scholen zo bijzonder. Tot de beter presterende scholen worden gerekend scholen, die een slagingspercentage hebben boven 75%. De slecht presterende scholen zitten onder 50%. Bij de vergelijkingen moeten kwantitatieve en kwalitatieve aspecten in beschouwing genomen worden. Een effectiviteitsonderzoek is nodig om de oorzaken van enorme verschillen in schoolprestaties te verklaren. Wellicht kan het MINOWC kenmerken en karakteristieken ontdekken bij beter presterende scholen. Het is heel goed mogelijk dat de huidige schooltijden bij de beter presterende scholen effectief worden gebruikt. In een dergelijk geval moeten overeenkomstige maatregelen landelijk worden ingevoerd. Als het wegwerken van inefficiënties leidt tot significant betere resultaten hoeft het ministerie de maatregel tot extensie (verruiming) van schooltijden misschien niet uit te voeren. In elk geval doet het Ministerie er goed aan om eerst bestaande inefficiënties weg te werken alvorens tot verruiming van schooltijden over te gaan. Meer van hetzelfde doen hoeft niet te betekenen: een beter resultaat. Wij willen namelijk geen extensie van de inefficiëntie.
4.Als je werkt, moet je betaald worden
De financieel economische situatie van Suriname is aanmerkelijk verslechterd en de overheid dient zorgvuldig om te springen met s ’lands financiën. Zonder voorafgaand onderzoek is het onverantwoord om grote investeringen te plegen. Dat zou getuigen van grove vorm van lichtzinnigheid en incompetentie. De kosten van alle voorzieningen die gepaard gaan met de invoering van de verruiming schooltijden moeten in kaart gebracht worden. De leerkrachten vervullen een spilfunctie in het geheel. Als je werkt moet je betaald worden. De toename van lestijden zal een verhoogde bezoldiging tot gevolg hebben maar ook het vakantiegeld gaat omhoog ten laste van het budget van de overheid.
5.Financieel plaatje
In het schooljaar 2014 waren er 5852 leerkrachten werkzaam in Gewoon lager Onderwijs (GLO) inclusief kleuter onderwijs. Volgens bekomen informatie van MINOWC bestaat de grootste groep uit onderwijzers-A waarvan de bruto bezoldiging loopt van SRD1763 – SRD 2297. Indien wij ons gemakshalve beperken tot de grootste groep (Onderwijzers-A) dan komen wij tot een gemiddeld brutoloon van SRD 2030 per maand voor de huidige werkweek van 25 uur. De leerkrachten behoren lessen te verzorgen tussen 8 en 13.00 uur.(inclusief pauzen) Indien het besluit valt om de schooltijden met 3 uren te verruimen( 8-16.00 uur) zal de werkweek 40 uur bedragen. Afgaande van de huidige bezoldiging zou de doorberekening naar rato van het aantal uren als volgt bedragen: 40/25 x 2030 = SRD 3248.
Dat is een toename van SRD 1218 bruto per leerkracht.
6.Kwaliteitsonderwijs vraagt offers
Indien de regio langere onderwijstijden hanteert en er over het algemeen betere schoolresultaten geboekt worden ligt het voor de hand dat MINOWC het de moeite waard vindt om zulks ook voor Suriname te overwegen. In aanmerking nemende de hoge financiële kosten, die hiermede gepaard gaan is het raadzaam om de beslissing te laten afhangen van gedegen onderzoek en na een experimentele fase.
De verruiming mag niet onvoorbereid worden doorgevoerd zoals dat gebeurd is bij de naschoolse opvang. Dit project heeft gedurende 3 jaren de belastingbetaler SRD 273 miljoen gekost.( 3x 91). Gemeten naar de ideële doelen die men nagestreefd heeft, is het weggegooid geld geweest. De schoolresultaten zijn beslist niet verbeterd. Knullige voorbereiding, povere uitvoering en een ondoorzichtig beleid hebben het project Naschoolse opvang de das om gedaan. Het MINOWC moet hieruit lering trekken en de samenleving niet storten in een avontuur.
7.Aanbeveling: een pilotproject gedurende 3 jaren
Het is aanbevelenswaardig om een experiment voor verruiming op 25-30 GLO scholen en 5-10 mulo-scholen uit te voeren. Nagegaan moet worden of de verruiming van schooltijden een prestatie verhogend effect sorteert. De scholen die participeren aan het experiment worden zorgvuldig uitgekozen. Die moeten onderling niet te veel verschillen. Indien wij een experiment uitvoeren dient de uitkomst van het experiment zuiver te zijn. Er mogen geen factoren over het hoofd gezien worden die de uitkomst kunnen beïnvloeden. Daarom moeten wij een selectie maken van scholen die “op elkaar lijken”. Een selectie van uiteenlopende scholen kan een vertekend beeld opleveren. Er wordt voor gepleit om scholen te selecteren die grote overeenkomsten vertonen.
Het experiment duurt 3 jaren.
Elk jaar wordt er een evaluatie gehouden. Het meest betrouwbaar meetinstrument zijn de cijfers. Die bepalen uiteindelijk het schoolresultaat.
Er wordt nagegaan of:
• de gemiddelde score gestegen is ten opzichte van de jaren 2010 t/m 2015 per experimentele school ( reflectie in historisch opzicht);
• de stijging van schoolcijfers van alle experimentele scholen groter is dan de overige scholen (die niet mee gedaan hebben aan het experiment);
Indien na 3 jaren blijkt dat op deze scholen de resultaten significant beter zijn dan is het experiment geslaagd. Op basis van de resultaten kan besloten worden om over te gaan tot verruiming van het aantal effectieve lesuren. De beslissing is dan gestoeld op een gedegen experiment en de verruiming kan met een gerust hart landelijk worden geïmplementeerd.
8.Samenvatting/ aanbevelingen
• Invoering maatregel verruiming schooltijden is pas gerechtvaardigd nadat een pilotproject het nut hiervan bewezen heeft.
Wij kunnen dan generaliserende uitspraken doen op basis van de uitkomsten van het onderzoek. De maatregel voor extensie van schooltijden zal dan inderdaad leiden tot het beoogde doel, namelijk betere schoolresultaten.
• Het congres is niet de geschikte voorbereiding om het besluit te nemen voor uitbreiding van schooltijden. Hooguit zal het MINOWC pogingen ondernemen om draagvlak te kweken.
• Het is aan te bevelen om de scholen met uitmuntende prestaties nader te beschouwen. Wij moeten nagaan welke factoren leerprestaties kunnen beïnvloeden en medebepalend zijn voor de kwaliteit van het onderwijs. Wat zijn de kenmerken van een goed presterende school. Wat doen zij anders en beter dan de slecht presterende scholen.
• Massale verruiming van schooltijden, zonder voorafgaand onderzoek, kan leiden tot extensie van de inefficiënties.
• Wij kunnen ons niet veroorloven om tot verruiming van lestijden over te gaan zonder de reikwijdte daarvan in volle omvang te overzien. Indien uitbreiding in lestijden voor GLO, VOJ en VOS doorgevoerd wordt, is het vanzelfsprekend dat de kosten navenant zullen toenemen.
Ivan Fernald