Gisteren hebben diverse mediahuizen een persbericht ontvangen, waarbij aangegeven werd door de regering dat de brandstofprijs met ingang van 1 september verhoogd is met SRD 0,40. Het zou gaan om een ‘solidariteitsheffing’. Dat is nog niet alles, want vanaf 15 september zullen consumenten meer betalen voor water en elektriciteit. Het betreft forse verhogingen van ruim 81%. Maandag werd tijdens de vergadering van de raad van ministers besloten om over te gaan tot de al eerder aangekondigde verhogingen.
De voorzitter van de Consumentenkring Suriname, Albert Alleyne, geeft tijdens een interview aan dat het al te verwachten was. ‘We hebben als consument velen malen gehoord over een verhoging die op komst was. Echt verrast zijn we dus niet als consument dat de prijs van water en energie is verhoogd. Echter hadden we gehoopt dat voordat de prijs omhoog zou gaan, de bedrijven gezond gemaakt zouden worden. Wanneer je de prijzen verhoogt, moet de consument dat wel kunnen dragen. Als de mensen hun budget dat niet toelaat, verwacht ik wel dat er nog meer onrust zal ontstaan. Ik hou persoonlijk mijn hart vast. De verhoging is misschien noodzakelijk, maar kan het salaris van de arbeiders deze maatregel wel dragen’, vraagt de Consumentkring-voorzitter zich af. ‘Ik kan nu op dit moment niet echt zeggen wat we kunnen verwachten, maar het zal dus niet zo rooskleurig zijn voor de consument’, aldus Albert Alleyne.
‘De inkomsten van de overheid zijn door de snelle en aanhoudende verslechtering van de internationale olie- en goudprijzen ernstig onder druk komen te staan en heeft met de voornoemde prijzen van onze belangrijkste deviezenverdieners een absoluut dieptepunt bereikt. Vanaf 2012 heeft ons land meer dan 75% van de inkomsten uit olie en mijnbouw verloren en we verwachten geen noemenswaardige stijging van deze inkomsten in de komende 2 jaar.’