De door de keel van de bevolking gedrukte solidariteitsheffing leert ons een ding: we hebben te maken met een onbehoorlijke regering. Solidariteit moet komen van degene die solidair kan/wil zijn. Solidariteit wordt niet opgedrongen. Dat gebeurt alleen in dictatoriale en communistische samenlevingen: de regering denkt voor de burgerij, die niet in staat wordt geacht om correcte besluiten te nemen. Een solidariteitsheffing kan alleen doorgevoerd worden via de DNA. De huidige en de vorige regeercoalitie voeren de indirecte democratie te ver door. Men wil teveel optreden namens het volk en dat wordt bezwaarlijk wanneer het fatsoenlijk is dat het volk daarover een uitspraak doet. De solidariteitsheffing heeft veel raakvlakken met de opgedrongen verzoening tussen onwillige nabestaanden en de verdachten van de 8 Decembermoorden. Door de regering is een extra heffing op brandstof ingevoerd en het krijgt de mooi verpakte naam van ‘Solidariteitsheffing’. Alsof een mooie naam waarvan de betekenis niet bekend is bij driekwart van de bevolking, minder pijn zal doen. Er is een onbehoorlijk advies gegeven door het door de president ingestelde Financieel Economisch Platform, waarin ook zitting hadden de vakbeweging, het bedrijfsleven en de grootste oppositiepartij de VHP. Men waande zich in een roes, even dacht men zelf achter het stuur te zitten. Toen het FEP-advies letterlijk in het publieke domein terechtkwam, probeerde het FEP zich te distantiëren van de adviezen door hem gegeven. Dat getuigt van een gebrek aan ruggengraat. Zijn verweer was dat men ‘gedwongen’ werd een keus te maken uit ‘6 miljoen manieren om te sterven’. Als het om slechte opties gaat, dan had het FEP kunnen zeggen dat men geen keus zou maken omdat alles af te keuren was. ‘In de communicatie i.p.v. ‘Government take’ een andere benaming kiezen, bv solidariteitsheffing’, staat letterlijk in het advies van het FEP. Wel nu, de solidariteitsheffing is een feit, mooi verpakt. De president heeft steeds gezegd dat hij houdt van de constructieve opstelling en de samenwerking. Het FEP heeft het idee van het mooi verpakken van pijnlijke maatregelen benadrukt bij deze regering. Maar de regering zelf volgt alleen het halve advies van het FEP. Het FEP is goed misbruikt. ‘Er wordt een verhoging voorgesteld op brandstof met SRD 0,25 tot SRD 0,35 per liter die slechts in werking treedt indien er sprake is van dalende internationale marktprijzen’, staat in het FEP-advies. Is er sprake van een daling van de internationale marktprijzen met 40%? Als de daling nog zal doorzetten – dat werd verwacht door het FEP – dan kon volgens hem de bedoelde ‘take’ gerealiseerd worden, zonder dat de prijs aan de pomp stijgt. Het advies van het FEP is dus dat de prijs aan de pomp niet stijgt vanwege overheidsmaatregelen. Het FEP benadrukte dat ‘bij verdere daling van de wereldmarktprijs de consument het maximum van SRD 0,35 aan Government take in rekening wordt gebracht’. Nu gaat het om SRD 0,40 en geen SRD 0,35. In het persbericht van de regering staan er heel frappante passages. Zo wil de regering de terugval op de internationale markten afwentelen op de binnenlandse actoren, de burgers. Deze burgers hebben in de afgelopen periode geen vette jaren gehad, het bedrijfsleven heeft geen prachtige en briljante jaren gehad door innovatieve overheidsmaatregelen. Integendeel werd het ondernemersonvriendelijke beleid voortgezet, vorderingen waren niet van dien aard dat ze leidden tot een florerend bedrijfsleven en ze waren onbetekenend ook als gelet wordt op de ranking van de ‘ease of doing business list’. De regering mist in principe de legitimiteit om nu offers te vragen aan de burgerij en het bedrijfsleven. De regering heeft kansen laten liggen en heeft geen welzijn gecreëerd. Er zijn wel burgers dichtbij de president die al het geld bedoeld voor de progressie van de natie hebben opgezogen en nu eigenaren zijn van helikopters. De president en de regering moeten het bij die burgers gaan halen, de nieuwe miljonairs en miljardairs. Hoe precies de 40% extra inkomsten uit de brandstof voor de regering zal werken, is vooralsnog niet geheel duidelijk. Als men het afwentelt op de servicestationsexploitanten, dan zal die per liter 40 cent minder winst maken, ervan uitgaande dus dat de winstmarge meer dan 40 cent is. Het is ook mogelijk dat alles wordt afgewenteld op de brandstofkopers bij de pomp: de burgers en het bedrijfslever en andere werkgevers. Dan zal er sprake zijn van een 40 cent verhoging bij de pomp. Het kan ook een combinatie van beide opties zijn. Bij een verlaging van de prijs kunnen pomphouders gecompenseerd worden.
Over stroom en water zijn ook verhogende maatregelen voorgesteld door het FEP. Het FEP kan zich vinden in een tariefsverhoging, welke in eens wordt doorgevoerd in 2015 voor geleverd water waarvan de prijs gerelateerd is aan de rationele productieprijs per m3 (thans vastgesteld door de SWM op SRD 3.71). Er zijn door de SWM twee scenario’s uitgewerkt met tarieven voor verschillende gebruikersgroepen. Alhoewel niet duidelijk verwoord, blijkt het toch dat het FEP zich ook kan terugvinden in een tariefsverhoging welke in twee fasen wordt doorgevoerd voor geleverde energie, waarvan de prijs gerelateerd is aan de rationele opwekproductieprijs, thans vastgesteld door de EBS op 66.17 SRD-cent of 19.8 USD-cent per kWh. In eerste fase zal van deze tariefsverhoging tussen 40 en 60% worden doorgevoerd. Er zijn door de EBS verschillende scenario’s uitgewerkt met tarieven voor verschillende gebruikersgroepen. Het FEP adviseerde wel een tariefgroepenindeling, dus om de huidige EBS-categorisering nogmaals in overweging te nemen.