Het voorgenomen interview dat 8 december-nabestaande Dew Baboeram wil afnemen van hoofdverdachte Desi Bouterse – die nu voor tweede opeenvolgende keer president is van Suriname – is begrijpelijk constant in het nieuws. De belanghebbenden zijn: de nabestaanden van de 8 decembermoorden, de verdachten waaronder de President van Suriname, de Staat Suriname en individuele burgers die niet tot de nabestaanden behoren. 8 december is volgens de personen die tot het kamp van de daders behoren, een zaak geweest van overleving, een zaak van tegenstrijdige belangen. Dat was het in de jaren ’80 en dat gevoel is er ook nu vanaf het begin van het 8 Decemberstrafproces. Er zijn nog steeds tegenstrijdige belangen, er heerst nog steeds wantrouwen. Aangezien er geen sprake is van overeenstemmende gevoelens over de achtergrond van 8 december, het strafproces en de amnestiewet, is er alle aanleiding om te twijfelen aan het interview, de zogenaamde getuigenis. We kennen een opgetekende en gepubliceerde getuigenis van mr. Jagernath Lachmon. De interviewer Azimullah stelde uitgebreid vragen en die werden zonder enige consequenties open en eerlijk beantwoord, ook over het persoonlijke leven van de politicus. Het was een vastlegging van het volledige verhaal van een grote politicus die al een bepaalde leeftijd had bereikt. Ook nu gaat het om een politicus die een bepaalde leeftijd heeft bereikt en die volgens de mofokoranti ook ziek zou zijn. Het verschil nu is wel dat de interviewer geen aanhanger is van de geïnterviewde, integendeel. Het verschil is nu ook dat er een strafzaak gaande is. Verklaringen over details kunnen uiteindelijk in een strafzaak aan de orde komen. Burgers zijn niet verplicht zichzelf te criminaliseren. Tegen de achtergrond van de rechtszaak die nog niet geseponeerd is of waar nog geen uitspraak is gekomen, wordt aan de diepgang en geloofwaardigheid van de uitkomsten getwijfeld. Baboeram nam voor zichzelf voor publicatiedoeleinden het pseudoniem Hira aan, hetgeen diamant betekent. De naam Baboeram wordt in Suriname, evenals bijvoorbeeld de namen Rambocus, Sohansing en Oemrawsing direct gerelateerd aan de Decembermoorden. Dat zal pas verdwijnen nadat een generatie die de zaken heeft meegemaakt, is uitgestorven. Waarom Baboeram onder de naam Hira publiceert, is nooit duidelijk geworden. De naam Baboeram is gekoppeld aan de Decembermoorden, het is niet uit te wissen. Hira verloor een veelbelovende en getalenteerde broer onder zeer pijnlijke omstandigheden voor de familie tijdens de Decembermoorden. Met de emoties worstelt Hira nog steeds. Hira wil voor zijn eigen gemoedstoestand een soort verzoeningsinterview met de hoofdverdachte Bouterse. Het is primair een verzoening met zichzelf, niet met de hoofdverdachte. Hij doet dit voor zichzelf, maar daardoor ontstaat ruimte voor de verdachten om te knagen aan de noodzaak en nut van het 8 Decemberstrafroces. Op dit punt wordt het initiatief van Hira niet geapprecieerd. Beweerd wordt zelfs dat Hira nu ten dienste is van de hoofdverdachte. Het 8 Decemberstrafproces is een juridisch proces waaruit wellicht alle nabestaanden enige genoegdoening kunnen krijgen. Maar uiteindelijk zit elke nabestaande met een eigen pijn en een eigen verwerking. Voor Hira is, zoals hij het zegt, dit een wijze van het verwerken van het verlies van zijn broer. In dit helingsproces heeft hij de touwtjes in handen, hij is de rechter die de vragen zal stellen en nu niet omgekeerd zoals in 1982 toen de hoofdverdachte vragen zou hebben gesteld. Hij zal zoveel vragen stellen zoals hij het wil, de aard van de vragen bepaalt Hira ook zelf. De 8 december-nabestaanden zitten te wachten op een strafproces, maar Hira neemt het heft in eigen handen. De getuigenis is zijn strafzaak waarin hijzef de rechter is. Vooralsnog is niet aannemelijk gemaakt dat Hira meeheult met de hoofdverdachte die de machthebber is in Suriname en dat hij wat daarvoor in ruil terugkrijgt. Vooralsnog is dus niet aannemlijk dat Hira de dood van zijn broer uitbuit voor zijn persoonlijk materieel gewin.
Het interview tussen Hira en hoofdverdachte Bouterse zal op een locatie in het binnenland plaatsvinden gedurende drie dagen (27 tot en met zondag 29 november). Hira maakt dan een rapport op dat hij op 8 december 2015 zal aanbieden aan DNA. Zal het rapport een letterlijke vastlegging zijn van de verschillende en alle sessies tussen Hira en Bouterse? De getuigenis wordt ook op audio vastgelegd en dit zal openbaar worden gemaakt evenals een transcript. Het beste is als deze zaken op een website worden gepubliceerd en niet afgehaald moeten worden na registratie bij een of andere persoon op het kabinet van de president. Hira heeft een team van 15 professionals die het interview voorbereiden. Het zullen geen eenvoudige vragen worden. Gaan de mannen elkaar gedurende vele uren drie dagen lang kunnen uitstaan? Hira heeft het recht op persoonlijke titel een interview af te nemen en op deze wijze zijn verlies te verwerken. Hij blijft deel van de familie waarvan de leden elk het verlies anders hebben ervaren en verwerkt. Duidelijk is dat het interview niet namens de nabestaanden is en dat het geen alternatief is van de voortzetting van het 8 decemberstrafproces.