De minister van Financiën moet niet hetzelfde pad opgaan als president Bouterse in 2010 wat betreft beloftes tegen corruptie in Suriname. De minister wil een prudent en transparant financieel beleid vrij van corruptie. De vraagt rijst wat de definitie van corruptie zal zijn en of hij wat corrupte bestedingen betreft zal kijken naar alleen zijn ministerie of ook naar de overige. Vanuit de meer onafhankelijke functie van governor van de Centrale Bank heeft de huidige minister van Financiën, G. Hoefdraad, geen potten kunnen breken. Nu zit hij in het politiek systeem waar hij valt onder de directe leiding van de president. Als minister zit hij in een politiek systeem, waarvan de orde door de president wordt bepaald. Als er onoverbrugbare verschillen in inzicht zijn, zal Hoefdraad de laan uit worden gestuurd. Als hij tegenstribbelt in het goedkeuren van financiering kan hij binnen een jaar ‘brodeloos’ zijn, na te zijn ‘gereshuffeld’. Dat zal betekenen dat hij na 6 jaar van een econoom bij IMF verwordt tot een werkloze ex-minister. Deze functionaris kan waarschijnlijk eisen dat enkele opzeggingsbepalingen uit het contract dat hij sloot als governor met de Staat Suriname alsnog worden nageleefd. Dit laatste zal betekenen dat hij of een rente of een eenmalig bedrag ontvangt. Hoefdraad neemt op een zeer cruciale post een woord in de mond dat door onze president in de ban is gedaan, namelijk ‘corruptie’. Onze pres gelooft niet in het bestaan van corruptie in Suriname. Afhankelijk van welke definitie van corruptie de minister gebruikt, kan de minister in de clinch raken met NDP’ers. De spanningen kunnen leiden tot een voortijdig vertrek. Wanneer de minister echter ervan uit gaat dat alles wat in de Raad van Ministers is goedgekeurd, legaal dus niet corrupt is, dan heeft hij de minste kans om met NDP’ers en de president in conflict te geraken. Zijn uitspraak dat dat hij allergisch is voor corruptie zal dan een loze kreet zijn. Dat geldt ook voor zijn recente oproep aan de gehele publieke sector om in het financieel handelen steeds alle wettelijke bepalingen in acht te nemen. Wat de minister hiermee bedoelt is dat de Comptabiliteitswet, het Comptabiliteitsbesluit en de twee codes ten aanzien van de uitbestedingen correct worden nageleefd. De minister is voorstander van een prudent en transparant financieel beleid vrij van corruptie. Het is geboden dat de minister zich ook uitlaat over de verhoging van de grens voor het houden van openbare aanbestedingen. Die was tijdens de NF-regering SRD 30.000 en is door de NDP-regering verhoogd naar SRD 1.5 miljoen. Bovendien wordt niet streng de hand gelegd aan het verbod om opdrachten en aankopen op te splitsen. De verhoging van de grens is door critici aangemerkt als een verruiming van de mogelijkheid om grote geldsbedragen te besteden onder minder strenge regels. De uitspraken van de Financienminister zijn pas relevant als hij goed uitlegt wat hij onder corruptie verstaat. Er zijn diensten zoals de douane en belastingen die door de NDP als risicosectoren worden gekarkteriseerd en dus waaraan speciale aandacht moet worden besteed. De minister moet aankondigen welke anticorruptiemaatregelen hij zal treffen. Het is van belang dat de minister aandacht schenkt aan de afdeling Economische Aangelegenheden (EA) die belast is met zware monitorende en analyserende taken. De minister heeft het over een grondstoffenprijsschok de afgelopen 2 jaar wat betreft goud en olie en de aanzienlijke vermindering van de inkomsten. De minister zegt dat er vorig jaar sprake is geweest van een noodzakelijke vermindering van de uitgaven, maar dat andere maatregelen ook noodzakelijk zijn. De minister wil fiscale inkomsten tillen naar een hoger niveau van eerder. De minister ziet als oplossing het verhogen van belastingen en tarieven, wat het leven van binnenlandse consumenten en producenten zal beïnvloeden. Een meer efficiënte inning van de belastingmiddelen kan ook tot hetzelfde effect leiden. De minister zegt wel dat hij wil gaan naar verhoging van efficiëntie en billijkheid van het belastingstelsel en hij wil ook de organisatie rondom de belastinginning moderniseren. Een groot probleem is de informele sector, waarvoor de minister ook een oplossing moet formuleren. Bij de ILO is een manier ontwikkeld dit jaar om de informele sector of de informaliteit in de economie te transformeren naar een formele sector en meer formaliteit. Tegen de achtergrond van een salaris van SRD 80.000 is interessant de expliciete opmerking van de ex-governor dat hij het land met veel liefde en toewijding heeft gediend als governor van de CBvS. De minister wil voorts kleine en middelgrote ondernemers stimuleren en buitenlandse directe investeringen aantrekken. Hij noemt ook ‘een’ herziening van het belastingstelsel, een thema dat al bijkans 20 jaar op de agenda van verscheidene ministeries heeft gestaan. De enige maatregel die op dit stuk is ingevoerd is de omzetbelasting in de tweede helft van de jaren ’90. en het verminderen van de administratieve lasten voor alle Surinamers, en verminderen van de afhankelijkheid en kwetsbaarheid van de overheid van grondstoffenprijzen. Wij moeten om de operationele kosten te verlagen, de transparantie te verhogen en het gehele proces van budgettering tot betalingen te moderniseren handelend optreden. Evenals de governor van de CBvS draait het bij de minister om karakter. Dat zal bepalen in welke mate de minister succesvol zal zijn. Het nemen van corruptie in de mond is maar een begin, net als de kruistocht tegen corruptie van zijn baas Bouterse in 2010.