Baboeram en Bouterse

“Ik vraag u niet van mij te houden, ik houd wel van u.” Dit is de bekende versregel van Bouterse. Dew houdt misschien niet van Desi, maar Desi houdt wel van Dew. Dew Baboeram schijnt vast te zitten in een treurige toestand van rouw en onzekerheid sinds de brute moord op zijn broer John. Bouterse wil hem graag open uitleggen hoe dat kwam en wat de reden was. Tot zover de menselijke kant. Nu de monsterlijke kant. Op 8 december 1982 is de burger John Baboeram ‘s nachts uit zijn bed geplukt en snel daarna gefolterd en standrechtelijk geëxecuteerd. De lijkschouwing toonde een gebroken bovenkaak, tanden die naar binnen waren geslagen, kapotte lippen, een diepe horizontale wond op het voorhoofd, een kogelwond…enfin, de hoofdverdachte in deze zaak (de Decembermoorden) is Desi Bouterse. De jaren tachtig waren een duistere periode vol terreur. Dew Baboeram heeft Bouterse nu verzocht om een getuigenis over het bloedvergieten in die periode af te leggen en Bouterse heeft ermee ingestemd. Ik verwacht niet dat Bouterse de volledige waarheid zal vertellen, laat staan oprecht berouw zal tonen. Hij heeft zichzelf amnestie laten toekennen en waant zich onaantastbaar. Baboeram zal zijn rouwproces en waarheidsvinding dus niet kunnen afronden. Het aangekondigde gesprek tussen de hoofdverdachte en de nabestaanden zorgt wel voor spanning. Er kan altijd nieuwe informatie komen bovendrijven. De open brief van Bouterse aan Dew Baboeram is een taaldaad en kan als zodanig in het licht van zijn vroegere daden als volgt worden uitgelegd. De briefcitaten zijn tussen aanhalingstekens gezet.
“Afgelopen week heb ik uw schrijven over waarheidsvinding gelezen…Bij deze wil ik u zeggen dat ik uw voorstel accepteer.” Bouterse moet er op een af andere manier baat bij hebben om zo snel dit voorstel te accepteren in tegenstelling tot de uitnodiging om voor de strafrechter te verschijnen, die altijd is afgewezen. De positieve reactie en toegeeflijkheid, de goedheid die wordt getoond, de speciale behandeling die Dew krijgt, het lijkt bedoeld om een emotionele reactie op te wekken en een emotionele band te versterken, waarvan misschien later geprofiteerd kan worden. “De Decembermoorden van 1982…noem ik…de December-gebeurtenissen.” Mensen zijn opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven beroofd. Voor Bouterse zijn het geen moorden maar gebeurtenissen, iets droevigs dat ook hem is overkomen, net als het drama dat Dew is overkomen. Hij presenteert zich als een lotgenoot van Dew. “Weet dat ik uw pijn en verdriet en dat van uw ouders, het hele gezin, alsook van andere nabestaanden begrijp. Wij zijn allen mens en geen van ons zou deze pijn en dit verdriet willen ondergaan, geen van ons gunt een ander deze pijn. Ik ook niet. En toch heeft het kunnen gebeuren.” Een poging om een goede, menselijke indruk te maken. Maar het komt oppervlakkig over en verraadt juist een gebrek aan empathie, omdat 33 jaar lang alleen het eigen belang voorop heeft gestaan en geen enkel respect is getoond voor de gevoelens en wensen van de nabestaanden, die zelfs zijn weggezet als ‘staatsvijanden’. Er is nooit echt berouw, schuldgevoel of spijt getoond aan de nabestaanden. “Entiteiten in ons land die hun macht, en daarmee hun invloed, voor hun gezicht zagen wegglippen… kwade plannen, tegencoups, inmenging van buitenlandse inlichtingendiensten, onheilspellende geweldscenario’s… tegen mij en getrouwen beraamd…” Dit is een omkering van zaken: hij heeft als eerste illegaal en met geweld de macht in het land overgenomen en daarmee die “zwarte bladzijde in onze geschiedenis” op de markt gebracht. John Baboeram, een jonge veelbelovende advocaat, vocht voor herstel van democratie en rechtsstaat. Dit kan alleen een gevaar zijn in de ogen van een achterdochtige alleenheerser. “Ik noem u…een patriot.” Dit lijkt een knipoog en een charmante poging tot verzoening. Het wekt de suggestie van wederkerigheid, van een verstandhouding tussen Dew Baboeram en Desi Bouterse. “Surinamers werden verwikkeld in een strijd tegen Surinamers…door toedoen en met behulp van buitenlandse machten… Een zwarte bladzijde ontstond tegen wil en dank.” Er wordt geen verantwoordelijkheid voor het eigen gedrag genomen. Steeds krijgen anderen de schuld of er is wel een ander excuus aan te wijzen. “Ik heb de afgelopen 35 jaar veel ervaring en veel inzicht mogen opdoen over hoe onmenselijk en meedogenloos de werking van macht kan zijn.” In de jaren tachtig had hij de alleenheerschappij en zijn kwaadaardige trekjes ongeremd naar boven gekomen. Daarna is vastbesloten de strafrechtelijke behandeling van die “zwarte bladzijde” zo lang mogelijk tegengewerkt totdat hij zichzelf amnestie heeft laten toekennen. Machtsuitoefening werkt het best in politieke chaos. Daarom was er even geen ‘kruistocht tegen corruptie’, want in een transparante en controleerbare omgeving kon geen macht worden toegeëigend. “Nu ik President ben, hoor ik er te zijn voor de hele samenleving.” Een president met een donker randje, want hoofdverdachte van de Decembermoorden, dus niet alom gerespecteerd en eenduidig geaccepteerd. Het moreel besef komt laat en is onvoldoende. “Suriname heeft recht op de waarheid…” De leugen ‘ze zijn op de vlucht doodgeschoten’ is nog niet rechtgezet. De vraag naar de waarheid wordt al 33 jaar ontweken.
Dew Baboeram heeft een grootheidsidee en voelt zich net als prins Arjuna, de grote held uit de Bhagavad Gita. Hij wil gebeurtenissen van 1979 tot en met Moiwana in enkele maanden waarheidsgetrouw reconstrueren. Wij willen weten: wie heeft John Baboeram en de anderen gefolterd en standrechtelijk geëxecuteerd en wie is verantwoordelijk voor de slachting van vrouwen en kinderen te Moiwana. De advocaten van de daders kunnen daarna de historische verzachtende omstandigheden van Dew en zijn team gebruiken om te komen tot meer begrip en een mildere strafmaat.
D. Balraadjsing (Nederland)

error: Kopiëren mag niet!