Naar aanleiding van een advertentie in Dagblad Suriname, de dato 4 augustus 2015, meen ik, Indradebie Gopali-Patadien, aandeelhouder van Albea NV, te moeten reageren. “In uw blad word ik door de directie van Albea NV voor verduistering beticht, welke een pertinente leugen is en waardoor ik schade lijd aan mijn goede naam en eerbaarheid. Er is nimmer enig bewijs tegen mij geproduceerd en het adagium in het recht “wie stelt moet bewijzen” is geschonden door de aanbieder van deze advertentie. Dit is des te pijnlijker, omdat ik degene ben geweest, die samen met wijlen mijn echtgenoot en schoonouders, dit bedrijf groot heb gemaakt.
“De publicatie kwam emotioneel heel hard aan, omdat een ieder die Indra Gopali kent, weet hoe betrouwbaar zij is in de zakenwereld en bij het aangaan van verbintenissen de nodige geruststelling en vertrouwen opwekt naar haar tegenpartij toe om tot een goede prestatie te komen. Binnen de zakenwereld weet een ieder hoe betrouwbaar ik ben. Om het allemaal nog erger te maken, kwam deze advertentie in de week waarin ik mijn masters in law mocht afronden. Het feit dat ik nu de graad van masters draag, geeft mij nog meer reden om mij zorgen te maken over mijn reputatie. De publicatie heeft zeker gezorgd voor schade aan mijn goede naam en eerbaarheid. Kortom, hetgeen wat in de krant is gepubliceerd, berust op onwaarheden, als gevolg waarvan ik schade lijd aan mijn goede naam en eerbaarheid.”
Inmiddels heeft de aanbieder van de advertentie een rectificatie geplaatst in de krant, waarin gesteld wordt dat de bekendmaking op onwaarheid berust en dat hij zijn verontschuldigen aanbiedt voor het veroorzaakte ongerief.