Toen wij inzage kregen in de exacte inhoud van het advies van de FEP, stonden wij enigszins perplex. Het is ongelooflijk dat een aantal personen die niet altijd berekend zijn geweest voor een economisch-technisch advies met een sterk fiscaal karakter daarin zitting hebben. De opdracht die gegeven is aan het FEP is werk voor onpartijdige economen. Die moeten de data ter beschikking hebben en de toekomst kunnen voorspellen. De geschatte impacts van aanbevolen maatregelen, moeten dan voorgelegd worden aan de stakeholders. Die moeten aangeven welke mate van pijn zij bereid zijn te dragen. Uiteindelijk zal gelden de primaat van de politiek: de regering beslist uiteindelijk. Het FEP heeft zeer summiere data gepresenteerd gekregen en is vanwege de aanwezige expertise (of juist de afwezigheid daarvan) niet in staat om deze data op hun juiste waarde te schatten. De aanbevelingen die het FEP doet zijn derhalve niet gebaseerd op, op de juiste waarde beoordeelde feiten van de economie. Derhalve kan dus geconcludeerd worden dat het FEP aanbevelingen heeft gedaan tegen een achtergrond die niet bekend is en waarvan de impact ook niet geheel duidelijk is. Opmerkelijk in het FEP is voorts de anwezigheid van de VHP. Met betrekking tot het herstel van het budgettair evenwicht zegt de VHP in haar partijprogramma 2015-2020 dat ‘heroriëntatie van de inzet van de government take’ noozakelijk is. In het V7 programma heeft gestaan dat de government take getild moet worden naar een ‘bestemmingshaven’. De VHP heeft niet beloofd dat de government take zal worden verhoogd. Over een solidariteitsheffing staat ook niets in het V7-programma. De V7 had wel het punt ‘herziening van de energietarieven’ in haar programma, in tegenstelling tot het aanpassen van het SWM-tarief. De VHP beveelt dus een aantal punten mede waarover ze geen woord heeft geopperd bij de kiezers. Afkeurenswaardig is het advies van het FEP om het opschroeven van de government take zodanig te verpakken dat de burgerij niet precies door heeft waar het om gaat. Geadviseerd wordt om de maatregelen een andere naam te geven (een minder gevoelige naam), zoals een solidariteitsheffing. Maar de pijn van een klap wordt niet minder als het een andere naam krijgt. De naam maakt niet veel uit, belangrijk is wat voor invloed de maatregel zal hebben op de koopkracht. Wat de burgerij wel moet beseffen is dat door het FEP het advies is gegeven om de governemnt take pas te verhogen wanneer de oliperijzen omlaag gaan. Dus als de olieprijzen aan de pomp niet omlaag zouden gaan, zolang moet de government take in elk geval niet worden verhoogd. Aan de government take is gekoppeld een voertuigenbelastingt op basis van het gewicht van het voertuig. Het FEP adviseert dat zodra deze belasting bij wet wordt gereged en kan worden geind, de verhoging van de government take moet worden opgeheven. Wat het FEP ook adviseert is dat wanneer na een verlaagde wereldbrandstofprijs, de government take wordt verhoogd, de olieprijs niet meer omhoog gaat, indien het zover mocht komen dat de brandstofprijs op de wereld weer omhoog gaat. Want zegt het FEP, dan zal het eerst snijden in de extra ‘take’. Het FEP zegt dat wanneer het plan van verhogen van de government take volgens het advies wordt doorgevoerd, de brandstofprijs niet hoger zal zijn dan het nu is. Aan de andere kant betekent dat dus ook dat wanneer men in de wereld zal genieten van een verlaagde olieprijs, in Suriname de consument dat niet zal merken. Dat zal anders zijn als de branstofprijs hoger is dan die van nu. Dus aan de ene kant wordt beweerd dat bij een verhoging van de brandstofrpijs wereldwijd, eerst de government take minder wordt en aan de andere kant zegt FEP dat bij een hogere wereldbrandstofrpijs de olieprijs wel kan gaan stijgen. Men bedoelt te zeggen dat de olieprijs aan de pomp pas zal worden verhoogd als de verhoging van de brandstofprijs door de extra take heen heeft gevreten. Wat ook opvalt, is dat het FEP behoorlijk vriendelijk is voor de opdrachtgever. Zo heeft men begrip voor de overheidsbemoeienis bij water- en elektriciteitsdiensten, maar beveelt het een managementdoorlichting aan. Maar zijn niet de politicering en de overheidsbemoeienis de oorzaak van dat deze bedrijven nu op het managementniveau en financieel moeten worden doorgelicht? Moet er niet op een ander niveau invulling worden gegeven aan het management? Los van de energieverhogingen heeft het advies niet veel nieuws. Zo wordt in de paragraaf over de openbare financiën gezegd dat de Surinaamse economie zeer gevoelig is voor grondstoffenprijzen. Maar wat is dan de oplossing? Het FEP praat over stimulering van ondernemerschap en duurzaam ontwikkelen van de particuleiere sector, maar verzuimt om concreet aan te geven hoe, ondanks de aanwezigheid van CUS in het FEP. Hetzelfde geldt voor verhoging van de productiviteit en het concurrentievermogen. Men zegt dat sinds 2011 en 2012 er begrotingstekorten zijn door verhoogde uitgaven, maar men verzuimt om te zeggen waarom. Wat is de oorzaak, durft men de oorzaak nie te noemen? Het FEP praat over inefficienties, maar het FEP is bang om het kind bij de naam te noemen? Of was dat een stilzwijgende afspraak? Met betrekking tot de efficientie van de overheidsorganisatie, is de focus alleen gericht op het invoeren van hogere heffingen. Andere oplossingen heeft men niet. Over de belastinghervorming lezen we weer verschuiving van direct naar indirect. Het FEP beveelt aan om het volk overtuiging te geven dat zijn offers bij zullen dragen aan lange termijn beleid, dus geen korte termijn. De burgerij moet de overtuiging krijgen, maar of het daadwerkelijk zo moet zijn, blijft in het midden. De vraag rijst welk doel de milieuheffing heeft voor inport van auto’s ouder dan 6 jaar. Wat is het doel van deze heffing? Heeft het een budgettaire of een milieudoel.