Armand Johan Zunder is een Surinaams econoom, voormalig politicus, zakenman en adviseur. Hij houdt zich veelal bezig met onderzoek dat verband houdt met dissertatie over de economische historie van Suriname. Armand Zunder heeft ook meerdere publicaties op zijn naam zoals Suriname, een Nederlandse creatie en geldmakerij van allure! (2004) en Herstelbetalingen. Recentelijk heeft Zunder zich gericht op een ander onderzoeksgebied namelijk de “Arbeidersbeweging en Reparaties. Hierin heeft de voormalige politicus willen aangeven dat de geschiedenis herzien moet worden en wel vanuit de Surinaamse optiek omdat veelal wat er in de geschiedenis voorkomt of beschreven wordt, uit boeken komen van Nederland. “De historie moet vanuit het Surinaamse perspectief bekeken worden als wij genoegdoening willen creëren om over te gaan tot reparaties’, geeft Zunder aan.
De Confrontatie aangaan
Het gaat in de eerste plaats om de confrontatie tussen de ontwikkeling van de arbeidsbeweging in Suriname en het vraagstuk van de reparaties. Zunder geeft aan dat Suriname vanaf 1492 bezet is geworden door verschillende Europese naties. Eerst door Spanje, maar ook de Fransen de Engelsen en de Nederlanders hebben Suriname bezet en hebben het land afgepakt van de inheemsen, ze hebben de inheemsen tot slaaf gemaakt. De Paramurukreek die nu de van Sommelsdijck kreek heet die is gegraven door de tot slaven gemaakte indianen. Er werd ook apartheid geïntroduceerd door deze van Sommelsdijck. Deze misdaden tegen de menselijkheid moeten wij in een juiste perspectief gaan stellen. Zunder komt tot de conclusie dat de geschiedenis van Suriname is vervalst. Zo zie je dat er 350.000 mensen uit Afrika zijn gehaald om te werken over een lange periode. Na die honderden jaren zou je een paar miljoen mensen gehad moeten hebben maar aan het einde van de slavernij had je maar zo’n 111.000 mensen, dus ook onder deze groep is er genocide gepleegd. Er is ook verschrikkelijk veel geld naar Nederland gegaan maar de mensen zijn nooit betaald geworden. In 1863, bij de afschaffing van de slavernij, is een bedrag ter waarde 226 miljoen euro betaald aan de eigenaren. Maar de mensen die de arbeid hebben verricht hebben geen grond gehad, geen werktuigen gehad en geen kapitaal gehad. Vervolgens heeft men vanaf 1853 contractarbeiders naar binnen gehaald. Eerst de Chinezen, dan de Indiërs en daarna mensen uit Java. Deze mensen hadden een contract, maar de voorwaarden die gesteld waren in de contracten werden niet nageleefd. Zodra de wereldmarkt prijs van een van de producten daalde, met name suiker, werd er in het salaris geknipt. Men was hier onder poenale sanctie wat wil zeggen er golden geen burgerrechten. Deze mensen zijn voortdurend in opstand gekomen.
Wanneer we kijken naar de arbeidersbeweging, dat er in de periode van de grote internationale depressie van 1929-1933 een groot probleem was in Suriname. Men noemde die periode ‘Gujaba teng’, omdat er voor vele mensen niets te eten was. Toen is Louis Doedel opgestaan en heeft in feite veranderingen aangebracht. Doedel was een vakbondsman die een plan had en we herinneren hem eerder als iemand die 40 jaar lang opgesloten was. Dit alles terwijl Doedel feitelijk de eerste vakbondsman was, hij heeft die organisaties opgericht en hij heeft de werklozen georganiseerd. Ook Anton de Kom die uit Nederland kwam heeft hier arbeiders en arme mensen georganiseerd, hij wilde mensen verheffen, maar werd ook beschuldigd van allerlei toestanden en ook hij werd opgesloten.
Vandaar dat er ook binnen de vakbeweging gewerkt moet worden aan genoegdoening. De genoegdoening moet beginnen met het aanbieden van excuses door de huidige Nederlandse regering voor wat hun voorvaderen hebben gedaan. En indien het zo is dat er ook financiele compensaties zijn moeten die ook komen, aldus Armand Zunder.