Er is enige ophef ontstaan omtrent een ietwat persoonlijke brief die door de persoon Desi Bouterse – nu ook de president van het land – is geschreven naar de columnist en nabestaande van de 8 Decembermoorden, Sandew Hira oftwel Dew Baboeram. De meest bekende Baboeram in de Surinaamse geschiedenis is ongetwijfeld John Baboeram, een slachtoffer van de 8 Decembermoorden. John Baboeram was een advocaat en docent op de universiteit en piepjong toen hij werd vermoord. Tijdens Venetiaan 3 werd het 8 Decemberstrafproces gestart, een groep nabestaande had net voor de verjaring van de strafbare feiten van 8 december 1982, deze gestuit. Juspol-minister Santokhi onder wie het OM min of meer viel, werd daarmee staatsvijand nummer 1 wat betreft de NDP. Toen de NDP aan de macht kwam, werd de vervolging van Desi Bouterse, toen president, gezien als een bedreiging voor de toekomst van ons land. Het strafproces zou de hele economische opleving die het volk van Suriname voor eens en voor altijd uit de armoede zou verheffen, in gedrang brengen. De toekomst van de natie hing af van het wel of niet doorgaan van het 8 Decemberstrafproces.Bovendien was er geen vertrouwen in het strafrechtsysteem van Suriname, er waren geen garanties voor een eerlijke berechting oftewel fair play. Een derde reden waarover men niet echt duidelijk uitkwam,was dat eventuele opsluiting van de persoon Bouterse zou zorgen voor een gewapend verzet uit een bepaald groep die deze persoon aanhangt. Redenen te meer om maatregelen te treffen en die kregen de vorm van de aanpassing van de eerder in het kader van de binnenlandse oorlog genomen amnestiewet. In april 2012 was de amnestiewet doorgedrukt door de toenmalige DNA-coalitie. Enige hardhandigheden zouden naar verluidt daarbij niet zijn uitgesloten, een nadere meer persoonlijke kennismaking voor enkelen met de eigen partij. Na aanname van de aanpassing van deze amnestiewet, was de frustratie van het aanhangig zijnde 8 Decemberstrafproces een feit. Een amnestiewet mocht conform de wetgeving door de wetgevende macht worden aangenomen. Nu was het aan de rechterlijke macht om te kijken hoe ze daarmee zou dealen, de DNA had in principe binnen onze wetgeving niets fout gedaan. In Suriname weten wij dat het OM met deze zaak in zijn maag heeft gezeten. Men begon aan een reis die men moest ondernemen, maar die men niet graag deed. Waar het zou eindigen, wist men ook niet. De amnestiewet was een aanleiding voor de vervolging en het OM om de zaak te laten rusten. De rechtsorde was in de war geschopt en niemand zou dood gaan als men niet eruit zou komen. Het 8 Decemberstrafproces is hoe meer tijd verstrijkt, een luxezaak aan het worden. Toen de amnestiewet werd aangenomen, werd door onze president – hoofdverdachte van het 8 Decemberstrafproces – beweerd, dat hij als president niets met de amnestiewet te maken had, het was een initiatiefwet van DNA zelf. Met name na de aanname van de wet is steeds rond 8 december en 25 februari door ex-militairen beweerd dat de 8 Decembermoorden onvermijdelijk waren, sommigen lieten ook blijken dat het zelfs noodzakelijk was. De slachtoffers van de 8 Decembermoorden zijn vaker aangeduid als handlangers van buitenlandse krachten, ze hadden dus volgens deze verklaringen zelf gezocht. Intussen zit het 8 Decemberstrafproces vast. Sandew Hira is een broer van de jong overleden intellectueel John Baboeram. Hij stelt voor een uitgebreid en diepgaand interview met hem waarbij Bouterse een getuigenis aflegt. Bouterse schrijft dat hij het voorstel van Hira om door waarheidsvinding deze zwarte bladzijde in onze geschiedenis om te slaan, accepteert. ‘Net als voor u zal dit ook voor mij een emotionele tocht zijn. Maar Suriname heeft recht op de waarheid, recht op afsluiting en verwerking, zodat we samen als natie verder kunnen’, schrijft Bouterse. Hieruit lezen we nog niet direct of Bouterse het intervieuw zal afleggen of dat hij zal werken aan waarheidsvinding in het algemeen. Opmerkelijk is dat ook Bouterse in zijn brief aan Sandew Hira het heeft over de buitenlandse inmenging, het omkopen van mensen en de onmenselijke en meedogenloze werking van macht op mensen. Bouterse toont een menselijk gezicht door zijn kant van het verhaal enigszins te belichten, uiteraard is de aandacht op zijn situatie gericht. Dat mag, want ook Biouterse is een mens. Voor ons is opvallend dat bij het proces van de 8 Decembermoorden, Bouterse de regie in handen heeft. Wellicht is dat inherent aan het mens zijn. Het wordt interessant hoe dit interview zich uitpakt.