Dit zegt Desi Bouterse in zijn antwoord op het voorstel van Sandew Hira om aan “ het drama dat wij samen delen” een einde te maken. Bouterse schreef op 25 juli dat: “net als u, noem ook ik het een drama. Ik zeg wel, dat daar vele gebeurtenissen zijn, vanaf 1980, en zelfs al daar voor, die uiteindelijk hebben geleid tot dit drama. Daarom noem ik het de “December-gebeurtenissen.”
Net als u heb ik dit drama bij verschillende gelegenheden in het verleden een “zwarte bladzijde in onze geschiedenis” genoemd”. Sandew Hira, pseudoniem voor Dew Baboeram, verloor zijn broer bij de decembermoorden. Nochtans komt dit voorstel van hem. Deze houding levert veel onbegrip bij de overige nabestaanden. De Voorzitter van de Stichting 8 decembermoorden, Sunil Oemrawsingh, vraagt zich af of Bouterse nu eindelijk schuld bekent. Bouterse schrijft: “Ik zeg u eerlijk, ik begreep het niet, wij begrepen het niet, noch minder onze vrouwen, kinderen en ouders die wisten dat onze plannen altijd vóór Suriname waren. Ik had nimmer andere intenties dan alleen een beter Suriname te scheppen. Hoe, wist ik nog niet helemaal. Ik wist wel dat het moest! Wij waren allen militairen en hebben ons verdedigd waar het moest en waar het niet anders kon, vaak met dezelfde middelen als zij die ons coûte que coûte wilden verwijderen. Reeds op mijn jonge leeftijd (34 jaar), was mijn leven radicaal veranderd: ik leefde continue tussen dood en leven. Moest ik doorgaan? Moest ik mijn volk in de steek laten? Moest ik dan toch kiezen voor een ander, zorgeloos leven? Nee, er was geen weg terug. Als militair en volksleider, is er maar één weg en dat is verdediging van land en volk, dus bleef ik volharden in mijn strijd voor een betere toekomst voor het volk van Suriname. Dit zou mijn leven blijven tot de dood met alle gevaren van dien”. Oemrawsingh geeft aan dat Bouterse aldoor heeft volgehouden dat hij niet in het Fort was ten tijde van de executies. “Nu zegt hij dat hij zich heeft verdedigd. Dus mogen wij aannemen dat hij er bij was”. Overigens is in de krijgsraad met videobeelden door de Auditeur militair bewezen dat Bouterse als interviewer het slachtoffer Andre Kamperveen onder druk zette om een bezwarende verklaring af te leggen.
Zwarte bladzijde omslaan
Bouterse toont ook berouw naar de nabestaanden toe door te zeggen “Ik weet niet of u het op dit moment wil horen, maar weet dat ik uw pijn en verdriet en dat van uw ouders, het hele gezin, alsook van andere nabestaanden begrijp. Wij zijn allen mens en geen van ons zou deze pijn en dit verdriet willen ondergaan, geen van ons gunt een ander deze pijn. Ik ook niet. En toch heeft het kunnen gebeuren”. In een ander passage stelt Bouterse “Nu ik President ben, hoor ik er te zijn voor de hele samenleving. Ik kan me nauwelijks een voorstelling maken hoe het voor de nabestaanden moet zijn om mij in deze positie te zien. Tegelijkertijd hoor ik als President, maar ook als medemens, er te zijn wanneer mijn volk of delen daarvan problemen heeft, pijn en verdriet ondergaat. Ik wil er zijn om deze problemen en emoties te helpen oplossen en/of te verlichten”.
Bouterse accepteert het voorstel van Hira met de woorden “Ook ik heb in mijn leven fouten gemaakt, meerdere zelfs, met steeds andere helingsprocessen. Uw voorstel is evenwichtig, gericht op oplossing om samen als volk verder en beter te kunnen leven naar de toekomst. Een dergelijk voorstel om mee te werken aan waarheidsvinding, kwam niet eerder in deze vorm. Helaas. Ook niet van mij. Zal het waar zijn dat niets voor zijn tijd komt? Misschien is dit dan het moment. Bij deze wil ik u zeggen dat ik uw voorstel accepteer om door waarheidsvinding deze zwarte bladzijde in onze geschiedenis om te slaan. Net als voor u zal dit ook voor mij een emotionele tocht zijn. Maar Suriname heeft recht op de waarheid, recht op afsluiting en verwerking, zodat we samen als natie verder kunnen”.
Oemrawsingh is absoluut niet onder de indruk van deze bereidwilligheid. “Bouterse heeft in het verleden reeds bekend dat hij als de leider van de revolutie en bevelhebber van het Nationaal leger de verantwoordelijkheid nam.Wat wij verlangen is dat de feiten op en rij geplaatst worden en door de rechter getoetst worden. Schending van mensenrechten kun je niet wegmaken met een interview”, stelt Oemrawsingh resoluut.