Volgens RabinParmessar, minister van Openbare Werken, zijn er heel wat verdachtmakingen. Hij geeft echter aan dat het ministerie nog steeds bezig is met het aanbieden van documenten aan de Islamic Development Bank betreffende de bouw van de dijk te Weg naar Zee. Minister Parmessar, die momenteel vanwege de natuurverschijnselen het meest in beeld is, geeft aan dat het ministerie druk bezig is met alle relevante studies de benodigde documenten voor te bereiden. Er zijn Environmental en Social Impact Assessments uitgevoerd. Wat de haalbaarheidsstudies betreft, is het ministerie de puntjes op de i aan het zetten. ‘Nu gaan wij met de Esia-bevindingen met de mensen van de gebieden praten en vragen als zij erachter staan. En dan komen wij tot een definitief ontwerp.’
Parmessar meent dat er niet is afgeweken van de plannen. Hij geeft wel toe dat er een vertraging is gekomen in de zaak. ‘Ik had gehoopt, en dat had ik ook gezegd, in juni de zaak afgerond te hebben. De studies nemen wat meer tijd in beslag. Er is een goede communicatie met de IsDB. Zij wachten op het document.’ De minister gaf aan dat het project dat professor Sewnath Naipal momenteel te Weg naar Zee aan het uitvoeren is, ook onderdeel is van het plan van aanpak van OW. ‘Wij hebben direct na de overstroming te Weg naar Zee aangegeven dat de structurele oplossing een dijk is. Maar voordat de dijk komt, zijn wij al een aantal jaren verder, dus moeten wij een tussentijdse oplossing hebben. Wij hebben dus een wakende en een slaperdijk opgeworpen. Op verschillende plaatsen zijn er meer verstevigingen aangebracht. Er is ook aangegeven dat wij kwelders zullen plaatsen. Dat is het project dat Naipal nu aan het uitvoeren is’, zegt Parmessar.
De minister geeft zelf aan dat wat OW betreft, er heel wat werk aan de winkel is. Parmessar werd ook gevraagd als hij nog de leiding over het ministerie wil behouden. ‘Een bekende politicus (Jagernath Lachmon, red.) heeft indertijd gezegd: als je weet dat je de volgende dag gaat gapen, waarom doe je je mond nu al open? Bekendmakingen hieromtrent moeten protocollair geschieden.’ Hiermee distantieert Parmessar zich van commentaar op de vraag hoe hij de komende 5 jaren voor zichzelf ziet. Als hij voor het parlement kiest, minister blijft of een ander post ambieert, zal volgens de minister/volksvertegenwoordiger binnen de grondwettelijke 3 maanden moeten blijken.
Kavish Ganesh