Binda krijgt nog steeds geen antwoord op zijn vragen

De Associatie van Kleine Ondernemers in Suriname (Akmos) heeft gisteren ook een ontmoeting gehad met de minister van Financiën en de governor van de Centrale Bank. Volgens de Akmos-voorzitter Sham Binda was het resultaat van deze ontmoeting niet anders dan verwacht. De governor heeft in beginsel aangehaald wat de bewegingen van de wereldeconomie momenteel zijn. Hij heeft zijn bezorgdheid geuit. Hij gaf aan dat de wereldsituatie invloed kan hebben op de Surinaamse economie. Hij heeft alleen niet gezegd in welke mate dat kan gebeuren. De minister van Financiën liet de begroting van sinds 2011 van de staat een revue passeren. De minister heeft het gehad over de ontvangsten, uitgaven, en de belastingmiddelen. Hij presenteerde ook de conclusies en uitdagingen.
‘We hebben geen ander dan een zorgwekkend beeld. De directe belastingen bijvoorbeeld zijn met bijkans SRD 200 miljoen teruggevallen. De subsidies zijn van SRD 783.6 miljoen naar SRD 906.9 miljoen gegaan. Dat is bijna 185 miljoen aan subsidies. Wat de begrotingen betreft, zitten we op een BBP van rond de 4.1%, waar je eigenlijk rond de 3% moet zitten’, zegt Binda
Het is voor de Akmos duidelijk dat er vanaf 2011 een achteruitgang in de economische situatie is geweest, en een toename van de schulden en salarissen. Veel van het geld is in de uitbetaling van lonen en salarissen gezet. Het geld van de leningen is niet productief aangewend, waardoor er aan de inkomstenzijde niet verdiend is. De vraag is ook gesteld waarom de bezuinigingsmaatregelen zijn uitgebleven als men de afwaarts gaande richting had kunnen identificeren. De minister van Financiën heeft geen directe antwoorden gegeven en gaf gewoon aan dat dat het beleid is geweest.
Er is voorgesteld om een breder platform op te zetten, maar volgens de Akmos is de bezorgdheid dat er tot nog toe niets is gezegd over het beleid dat zal worden uitgevoerd. Binda herhaalt keer op keer dat de overheid mooie bijeenkomsten kan organiseren om draagvlak te werven, maar als de overheid niet duidelijk kan aangeven waarom zij zouden moeten worden ondersteund, kan er niet worden gesproken van ondersteuning. Binda meent nog steeds dat de overheid eerst met een masterplan moet komen om aan te geven wat en hoe zaken zullen worden aangepakt. De antwoorden op deze vragen zijn uitgebleven, waardoor Binda het nog steeds oninteressant vindt om als Akmos-voorzitter invulling te geven aan het aspect van draagvlak helpen creëren.
Kavish G.