President Desi Bouterse heeft gekozen voor een zogenaamd breed maatschappelijk draagvlak voor het beleid dat de komende regering wil gaan uitvoeren. Parlementariër Carl Breeveld meent dat dit geheel aansluit op iets dat dat heel lang had moeten gebeuren, namelijk de Sociaal Economische Raad (SER). “Ik denk dat het die richting opgaat. Het is al vaker in het parlementen aan de orde gesteld dat het van belang was. Het is heel wijs om die richting op te gaan, maar het moet niet alleen zijn om een benarde situatie op te vangen. Het moet een structurele aanpak hebben, waardoor de ontwikkeling van het land op een consequente manier wordt gemonitord”, stelt Breeveld.
De SER is een orgaan van sociaal dialoog tussen overheid, (overkoepelende) organisaties van ondernemers, werknemers en andere maatschappelijke groepen. De SER mag de regering gevraagd en ongevraagd adviseren aangaande economische aangelegenheden. Het orgaan is sinds maart 2004 in De Nationale Assemblée bij wet aangenomen.
Sham Binda, voorzitter van de Associatie van Kleine en Middelgrote Ondernemingen in Suriname (Akmos), ziet dit geheel anders dan Breeveld het ziet. “Men heeft het belang van de SER niet ingezien, anders had men het al lang functioneel gemaakt. Waarom zou men plotseling het belang ervan inzien? Als je over de SER praat, dan praat je over één orgaan. Het gaat op dit moment niet om organen. Het breder draagvlak zoeken van de president heeft meer met het financieel plaatje te maken”, zegt Binda.
Volgens Binda wil de president het probleem waar Suriname nu in is beland met het bredere publiek delen. “Een breder draagvlak zoeken, is niet de enige handeling die je moet plegen, maar je moet de mensen ook kunnen wijzen dat je van goede wil bent. Je zou eigenlijk direct moeten aangeven waar jou bezuinigingen beginnen”, stelt Binda. Volgens Binda moet de president eerst met een masterplan komen om breder draagvlak te kunnen vinden. Hij bedoelt met een masterplan, een plan waaruit duidelijk zal moeten blijken dat de overheid willig is om te bezuinigen, corruptiezaken aan te pakken en salarissen van hoge functionarissen aan te passen.
“Je komt niet naar breder draagvlak vragen zonder aan te geven wat je daarmee bedoelt. Je moet geen verhaaltjes komen vertellen over het in zwaar weer zijn terechtgekomen, zonder zwaar weer te definiëren. Ons bezwaar is dat wij worden uitgenodigd om deel te zijn van het beleid, maar nog steeds niet weten wat het beleid wordt. Ik moet kunnen zien hoe serieus de overheid is. Daaraan willen we meewerken. We moeten niet meewerken om ministersposten in te vullen. Door organisaties te betrekken in benoemingen van bepaalde posities wil men de organisatie monddood maken. Dan kan je nooit meer kritiek leveren op het beleid, want je zit ook in het beleid”, aldus Binda.
Kavish G.