Richard Kalloe: ‘Bouterse en Venetiaan zijn samen debet aan deze rommel’

Dat president Desi Bouterse, die voor de tweede maal is gekozen als president van Suriname, aangegeven heeft dat Suriname moeilijke tijden tegemoet gaat, hier schrikt econoom Richard Kalloe helemaal niet van op. Kalloe neemt geen blad voor de mond en zegt dat zelfverrijking en corruptie de Surinaamse economie in deze financiële wansituatie hebben gestuwd. ‘Bouterse en Venetiaan zijn samen debet aan deze rommel. Beide presidenten hebben eens genoeg geld en de beste adviezen gekregen om ontwikkeling teweeg te brengen. Maar dat is nagelaten.’ Kalloe voegt eraan toe dat gedurende de afgelopen regeringsperiode er meer dan SRD 2 miljard is verbrast aan corruptie. Dit heeft mede zorggedragen voor de verarming van de Surinaamse samenleving. De econoom wijst erop dat er nooit op planmatige wijze is geïnvesteerd in de productie. Vooral de NDP heeft een cultuur om incompetente partijmensen op belangrijke posten te plaatsen, memoreert de econoom. Kalloe stelt dat de regerende partij geen cultuur heeft om te investeren, maar slechts een cultuur heeft van corruptie en zelfverrijking. ‘Ook al krijgt NDP de beste deskundigen en al het geld van de wereld.’ Zij is volgens de econoom niet in staat om ontwikkeling teweeg te brengen.
Kalloe verduidelijkt dat hij het bovenstaande aangeeft op grond van eigen ervaringen en bevindingen. De paarse partij is een partij waarin eigenbelang en etnische belangen hoog in het vaandel worden gedragen. Wanneer Kalloe al deze wantoestanden onder de loep neemt, voorspelt hij dat Suriname afstevent naar het niveau van een Afrikaans land, waar de wet van de jungle geldt. De Nationale Assemblee wordt door de econoom betiteld als een circus voor dommeriken, vooral gelet op het feit dat hoewel Suriname een partijdemocratie kent, overlopers toegelaten worden tot de assemblee.
Kalloe zegt steevast dat de tijd rijp is dat de gemeenschap kennis zal maken met hun gekozen leiders. ‘Onze leiders zijn onze grootste vijanden.’ De econoom herinnert eraan dat deze leiders slechts in staat zijn om te praten. ‘Maar praatjes vullen geen gaatjes.’ Deze personen hebben niet de aard van ontwikkeling teweegbrengen middels het ontplooien van initiatieven en projecten. ‘Alles wat zij bezitten, hebben zij te danken aan de corruptie.’ Dat president Bouterse oproept om ‘all hands on deck’ te plaatsen, beschouwt hij als een lachertje. ‘Hij heeft al het geld opgemaakt, dan komt hij zeggen dat ‘all hands on deck’ geplaatst moeten worden.’ Kalloe zegt dat de financiële malaise waarin de economie is beland, al voorspeld was. Maar gedurende deze periode werd er geen gehoor gegeven aan de waarschuwing. Alle aandacht was toen gevestigd op zelfverrijking en corruptie.
Asha Gajadien-Bhagwat

error: Kopiëren mag niet!