De voorzitter van de PL, Paul Somohardjo, stelt tegenover Dagblad Suriname dat de inmenging van de voorzitter van het Onafhankelijk Kiesbureau (OKB), Jennifer van Dijk-Silos, in de rechtszaak tegen DNA-voorzitter Jennifer Simons van het parlement, een situatie betreft van conflict of interest. Als voorzitter van het OKB zou zij nimmer enige bemoeienis met deze zaak moeten hebben, verduidelijkt Somohardjo. De rechtszaak dient om Simons te verbieden de twee PL-overlopers Sapoen en Chitan toe te laten tot het parlement,
Voor de PL-voorzitter is het vreemd dat ondanks het aantrekken van een advocaat door de tegenpartij, Silos de zaak als advocaat waarneemt en het geheel bepleit. “Het is onrechtmatig”, aldus Somohardjo. Hij zegt dat de stelling van Silos, dat de twee overlopers geen fractie hebben verlaten, onjuist is. Somohardjo meent dat zij wel de fractie van kandidaten hebben verlaten. In Suriname is er geen sprake van een personenstelsel maar van een partijenstelsel. De twee overlopers hebben zichzelf niet gekandideerd, maar ze zijn door de PL gekandideerd. Ze hebben de fractie van kandidaten die waren gekozen namens de PL, verlaten om een aparte fractie te vormen in het parlement.
Somohardjo zegt ook met klem dat de twee overlopers materiële schade hebben aangericht aan de partij. Hoewel de partij in hen heeft geïnvesteerd door stemmen te behalen, zijn ze daarme ervandoor gegaan. Door hun overloopgedrag hebben ze tevens het geloof en vertrouwen in de PL geschaad. De partijvoorzitter verduidelijkt dat kiezers geen geloof meer zullen hebben in de kandidaten van de PL. Zij zullen ervan uit gaan dat de kandidaten na de verkiezingswinst toch ervandoor zullen gaan met hun zetel. Middels de gang naar de rechter probeert Somohardjo de stemmen van het volk veilig te stellen. Indien de twee overlopers Sapoen en Chitan gehandhaafd worden, kan de PL haar deuren sluiten, zegt Somohardjo fel. Hij kan het zich niet indenken dat personen niet kunnen vatten dat middels het overloopgedrag van Sapoen en Chitan er behoorlijk is getornd aan het geloof en vertrouwen in de PL.
Het kort geding dat is aangespannen, is een prima aangelegenheid om de terugroepwet te toetsen, is de politicus van oordeel. Hij verduidelijkt dat een ieder, ook assembleeleden, respect moeten kunnen opbrengen voor deze wet. Bij hun toelating hebben zij de eed afgelegd of beloofd hun taken naar behoren uit te oefenen. De terugroepwet is ook onderdeel daarvan wat het nodige respect verdient, stelt Somohardjo. Dat in een huishoudelijke vergadering er gestemd is voor het wel of niet handhaven van de twee overlopers, wordt door Somohardjo bestempelt als ‘walgelijk’. “Er is gewoon misbruik gemaakt van de meerderheid in het parlement. Dat is geen aangelegenheid van het parlement, maar van de rechter.”
Asha Gajadien-Bhagwat