Vanaf 11 juli 2015 zal onder leiding van professor Sieuwnath Naipal, hoogleraar klimaatverandering en water aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname (Adekus), een waterdoorlatende, houten dam worden aangelegd om de kusterosie bij Weg naar Zee tegen te gaan. Deze waterdoorlatende dam zal dienen als golfbreker en zorgt gelijktijdig voor de aanwas van nieuw sediment. Hierdoor zal het herstel van de mangrovebossen aan de kustlijn in dit gebied mogelijk worden. Het gaat om een pilotproject, dat financieel mogelijk wordt gemaakt door Conservation International Suriname (CIS). De 15,000 USD voor dit project is bijeengebracht door Friends of Green Suriname, een groep van 23 lokale bedrijven die CIS ondersteunt in haar milieubeschermende projecten.
In februari, na de overstromingen te Weg naar Zee, heeft het ministerie van Openbare Werken enkele alternatieve oplossingen gepresenteerd. Na het herstel van de huidige dam en de aanleg van een nooddam, is de aanleg van een waterdoorlatende, houten dam de derde oplossing. Het ministerie heeft vorige maand een samenwerkingsovereenkomst gesloten met CIS, gericht op duurzame aanpassingsmaatregelen om de kust van Suriname te beschermen tegen zeespiegelstijging als gevolg van klimaatverandering. De bouw van deze houten dammen past naadloos binnen deze samenwerking. Minister Rabin Parmessar: “Het is een goede zaak dat we in Suriname meer kennis kunnen gaan vergaren over de inzet van natuurlijke kustbeschermingstechnieken, waarmee we de kustweerbaarheid tegen klimaatverandering kunnen vergroten.” Met behulp van de aanleg van de smalle houten dammen kunnen zogenaamde kwelders worden gecreëerd. Dit zijn begroeide stukken land, die direct zonder dijken, aan zee grenzen. Met deze dam worden mangrovewortels nagebootst, waardoor er slib wordt vastgehouden. Er worden twee rijen van palen aangelegd met een tussenafstand. De ruimte tussen de rijen wordt gevuld met takken, zodat er een soort muur ontstaat. Deze remt de snelheid van het binnenstromende zeewater af, waardoor het water iets rustiger terugstroomt en sedimenten, ofwel slib- en zanddeeltjes, achterblijven. Uiteindelijk moet er een modderbank ontstaan, die zal worden beplant met mangrove. Afzetting van voldoende sediment voor de terugkeer van mangroven zal naar schatting 6 tot 12 maanden in beslag nemen.
Professor Naipal zal met behulp van zijn team regelmatig metingen verrichten om de vorderingen in kaart te brengen. Hij heeft hoge verwachtingen van de mogelijkheden van toepassing van deze techniek in Suriname. Naipal: “Het gebruik van soortgelijke dammen heeft in Indonesië en Nederland al goede resultaten opgeleverd. Gezien de aanwezigheid van veel sediment in ons zeewater, denk ik dat het hier ook zal aanslaan.”
John Goedschalk, executive director van Conservation International Suriname: “Met het herstel van de mangrove zullen overstromingen als gevolg van zeespiegelstijging minder snel voorkomen. Het grootste deel van de lokale gemeenschap zal profiteren van deze bescherming, met inbegrip van lokale boeren, imkers, het bedevaartsoord en de crematieplaatsen. Als deze pilot succesvol blijkt te zijn, zullen er wat ons betreft nog enkele honderden STU’s worden gebouwd, vanaf Weg naar Zee tot aan Leonsberg.” De aanleg van de eerste STU zal naar schatting enkele weken duren. Aansluitend worden mensen uit de lokale gemeenschap van Weg naar Zee opgeleid in de restauratietechnieken van de STU’s.