Naast de gebruikelijke culturele manifestaties met zang, dans en voordrachten heeft de ‘Feydrasi Fu Afrikan Sranangman’ (FAS) bij de herdenking van 1 juli 2015 “Keti Koti Dey” één moment stilgestaan bij het overdenken van de sociale, economische en culturele positie van de nakomelingen van de toen tot slaaf gemaakten. Hiertoe is er een beleidsvisie ‘Positioning Paper’ ontwikkeld die kort aan de aanwezigen bij het slavernijmonument Kwakoe werd voorgehouden. In deze beleidsvisie wordt gewezen op het belang van blijvende aandacht voor het wegwerken van geconditioneerde achterstanden van medemensen welke hun oorsprong vinden in het slavernijverleden van de Afrikaanse- Surinamers. Voorzitter van de FAS, Iwan Wijngaarde, gaf aan dat dit onderwerp één is waarbij in de nieuwe regeerperiode door zowel oppositie als coalitie aandacht aan zal moeten worden besteed. “Als het met een bepaalde groep in het land niet goed gaat, gaat het met niemand in het land goed”, zei Wijngaarde. “Als er één ding is wat we uit de geschiedenis hebben geleerd, dan is dat, dat wij niets uit de geschiedenis hebben geleerd”, zei minister Ashwin Adhin van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur. “Hoe beleefde een Surinamer zijn vrijheid 152 jaar geleden? Hoe beleefde hij zijn vrijheid na 1863? Hoe beleefde een Surinamer zijn vrijheid voor 1975? Je ziet dat er een evolutie plaatsvindt in de beleving van vrijheid. Laten wij niet in die vicieuze cirkel vallen om niets te leren uit de geschiedenis. Dit zijn de lessen die we moeten meenemen. De rijke landen zijn op een bepaalde manier rijk geworden. Slavernij was een inherent component daarvan. Vandaag de dag mag dat niet. Dus introduceer je globalisatie, vrijheid in denken en doen. Hoe beleefden we het toen en hoe ervaren we het nu”, zei Adhin. De minister gaf de Surinaamse samenleving mee dat er niet voor het heden alleen voor deze vrijheid moet worden gewaakt, maar ook voor de komende generaties.
Voorzitter Chan Santokhi van de VHP, één van de sprekers van de dag, gaf aan dat hij naar deze dag kijkt met een zielig en een vreugdevol hart. Een zielig hart voor de herinneringen aan de tijd van slavernij en een vreugdevol hart voor de vrijheid van slavernij. “De dag van 1 juli markeert niet alleen de historie van Suriname, maar ook de natie Suriname. Als de afschaffing van de slavernij niet zou gebeuren, zouden de andere groepen niet naar Suriname komen. Vandaag de dag moeten we doorgaan met de strijd voor emancipatie. 1 juli als een nationale herdenkingsdag. Dit getuigt dat wij alle Surinamers beseffen dat die periode die we hebben afgeschaft, nooit meer terug mag komen, ook niet in de moderne vorm”, meent Santokhi.
Santokhi gaf ook aan dat ondanks er een oppositie en coalitie is, als het om vraagstukken gaat die met de vrijheid van alle Surinamers en verdere versterking van onze natie te maken hebben, er geen onderscheid mag zijn tussen oppositie en coalitie. “Als parlementariër bied ik mijn diensten aan. Als er zaken zijn die gedaan moeten worden, zijn wij als parlement, samen met de regering bereid naar u te luisteren”, aldus Santokhi de FAS toesprekende
Kavish G.