Henk Herrenberg diplomaat en politicus van de Nationale Democratische Partij (NDP) zegt dat deze actie geenszins bedoeld is om het werk te belemmeren van de mensen die zich inzetten voor behoud van het historisch erfgoed. Herrenberg geeft aan dat het werk van historici is om de geschiedenis van veelal de kolonisator te bewaren en dat van ons is om symbolen te creëren die ons dichter bij elkaar brengt, onze identiteit kenbaar maakt en onze eigen geschiedenis neerzet. Op 1 juli Keti koti dag is het wapenschild van Suriname bevestigd op de voorgevel van het presidentieel paleis. Men is nog bezig met de renovaties aan het paleis. Het nationale symbool is onthuld door woordkunstenaar en cultuurkenner Celestine Raalte. Men wilde speciaal op deze dag dit symbool van Suriname onthullen. Hoewel een goede bedoeling aan verbonden was, achtten velen dit niet nodig. Vooral als geschiedstuk vond men dit passen bij het presidentieel paleis, omdat het paleis zelf ook deel uitmaakte van die geschiedenis van toen. Armand Zunder, initiatiefnemer van de vervanging stelt dat het oude wapenschild van de periode van de Geoctrooieerde West-Indische Compagnie is. Er is in die periode door deze compagnie ruim 125 miljard euro uit Suriname gehaald. Er is daarbij onbeschrijfelijk veel leed toegebracht aan de mensheid. “Het is te begrijpen dat je het wapen van dit bedrijf niet als symbool kan houden op het paleis”, gaf hij aan. Het kunststuk is ontworpen door Madelon Bab van NV Architecten & Ingenieursbureau Ulrich Bab en vervaardigd door beeldhouwer Jhunry Udenhout.
Resten van ons koloniaal verleden
“Met de verwijdering van het oud wapen van de “Geoctrooieerde West-Indische Companie” van het Presidentieel Paleis en de vervanging met het Wapen van onze Republiek zijn wij bezig de laatste resten van ons koloniaal verleden op te ruimen”, vindt Winston Wirht.
“Uit verkregen informatie heb ik vernomen dat de ex-koloniale meester het laatste woord heeft gehad bij de vaststelling van de tekst van de Nederlandstalige versie van ons Volkslied. Het gaat om de volgende zin: “Werken houden we in gedachten” waarvan ik heb begrepen dat het woord “ werken” de verandering is die de ex-koloniale meester heeft aangebracht alvorens goedkeuring verleend te hebben aan de tekst. Het woord dat daar moest staan volgens Wirht was: “Strijden” waarbij het volkslied eigenlijk moest luiden “strijden houden we in gedachten”. De koloniale meester wilde niet dat in ons Volkslied de oproep tot verzet tegen zijn onderdrukking moest worden opgenomen.
Henny de Ziel heeft dat woord “Strijden” toch opgenomen in de Surinaams talige versie (het tweede couplet) want daar vinden we de zin “ Stre de fu stre , wi no sa frede” Bij het zingen van het tweede couplet is het deze zin die bij mij het verzet tegen onderdrukking oproept en mijn patriottisch gevoel aanwakkert. Er zijn nog heel wat koloniale resten over die wat moeilijker op te ruimen zijn, met name die resten die in het onderbewustzijn van vele van onze burgers nog vast zitten. Met de verandering van het ene woordje in ons Volkslied zullen wij ook moeten werken aan het verwijderen van die resten, aldus Winston Wirht in een verklaring.