Keti-koti of Dag der Vrijheden is een jaarlijks terugkerende feestdag ter viering van de afschaffing van de slavernij. Op 1 juli 1863 schafte Nederland de slavernij af in Suriname en op de Nederlandse Antillen. Er kwamen ruim 45.000 oorspronkelijk uit Afrika ingevoerde slaven vrij, waarvan 34.441 slaven in Suriname.
‘Keti-koti betekent bevrijding van slavernij. In feite moeten wij van Suriname deze dag altijd nemen als een dag van bezinning’, meent parlementariër Anton Paal. Het moet volgens hem een dag zijn waar wij denken aan het feit dat eindelijk na honderden jaren onze voorouders bevrijd waren, althans gedeeltelijk bevrijd waren van slavernij. ‘We gebruiken die dag misschien om te feesten, maar we moeten God danken dat het op die manier is gebeurd waardoor wij de vrijheid hebben gehad’, meent Paal. Volgens Paal is deze dag meer een dag van bezinning. Dit, zodat het offer dat gebracht is door onze voorouders niet verloren gaat door op een bepaalde manier met elkaar te leven.
Girjasing: ‘Daar begon die plurale samenleving’
Deze dag is naar woorden van parlementariër Shailendra Girjasing een belangrijke dag in de totale historie van Suriname en alle Surinamers. ‘Het is niet zo zeer een dag verbonden aan een bevolkingsgroep, maar aan alle bevolkingsgroepen. Dank zij de afschaffing van de slavernij vond de Chinese, Hindoestaanse en Javaanse immigratie plaats. Daar begon ook die plurale samenleving. Wij moeten blij zijn dat wij bevrijd zijn. Het is een te belangrijke dag in de geschiedenis van Suriname en mag niet ondersneeuwd raken. De verbondenheid aan het land maakt ons tot Surinamers. Daarom zal ik 1 juli ook intensief vieren’, aldus Girjasing.
Kavish G.