Bruggenbouwers

Leiders van politieke partijen in ons land moeten nu echt wel kunnen inzien dat leiderschap niet slechts gezien mag worden als een combinatie van technieken en gedragingen. Ook in de politiek is leiderschap te beschouwen als een toestand en wordt niet ten toon gespreid door indrukwekkende vertoningen of krasse taal. ‘Leider zijn’ is precies datgene wat je zelf uitstraalt: of een aansprekende persoonlijkheid, of een zielepoot op zoek naar leiderschapsstatus. De recente politieke ontwikkelingen hebben voor een nieuw gezichtspunt gezorgd: zekerheden voor leiders van politieke partijen zijn niet meer aan de orde. Het einde van de oude partijheerschappij heeft zich klaarblijkelijk aangediend. Macht strevers en zij die regeermacht verwerven, zullen steeds meer rekening moeten houden met stembusverrassingen. Waarschijnlijk heeft niet eerder een stembusuitslag zoveel neerslachtigheid, zoveel verdriet en verbijstering en zoveel ontreddering teweeggebracht bij leiders van politieke partijen en hun entourage. De verkiezingsuitslag anno 2015 heeft overigens ook een krappe zetelmeerderheid voor de grootste partij opgeleverd. De partijleider in kwestie dient zich daarvan ten zeerste bewust te zijn. Het regime 2010-2015 heeft duidelijk geen bezieling bij de gemeenschap gewekt. Ook nu weer wordt het voor de samenleving maar afwachten wat het zal worden. Het dubbeltje staat weer op zijn kant.
Hoe zijn wij zelf?
‘Als Surinaams volk moeten wij ook kunnen beseffen dat veranderingen opeisen ons wel gegeven is, doch zelf ook willen veranderen gelijktijdig onze grootste zwakte is. Sociale veranderingen in ons land hebben geen afzetmarkt, geen liefhebbers, geen vragers. Wij blijven liever maar zoals wij zijn, ook al is ons gedrag in het openbaar in zoveel gevallen onmaatschappelijk. Verkeerswangedrag, vuilophoping, vuilverbranding en verstopte loostrenzen zijn enkele getuigenissen daarvan. Wij verlangen als burgers allerlei veranderingen van de overheid en van anderen, maar zelf beter gedrag tonen is niet ons geliefd gerecht. Wij verlangen een evenwichtige (etnische) samenstelling van de volksvertegenwoordiging, van de regering, van raden van commissarissen, van commissies, van personeelsformaties, maar zaaien door onze laster- en haatcampagnes en kwetsende uitspraken jegens anderen zelf weer verdeeldheid. Mediawerkers die hun beroepsethiek niet beseffen, zijn ook de dagelijkse aanjagers van dit kwaad. Wij worden daarnaast op beschamende wijze voorgegaan door verschillende volksvertegenwoordigers, die als representanten van hun politieke partijen aanhoudend dezelfde gemeenschap die zij menen te vertegenwoordigen, splijten. Als volk dienen wij nu ook te beseffen dat de slachtoffersrol, die wij onszelf als burgers steeds weer toebedelen, moet ophouden. Wij zijn dikwijls zelf de veroorzakers van onze eigen ongerieven. Het leven in woonwijken wordt verpest door gedragingen van eigen buurtbewoners. Spanningen zijn niet goed voor ons land, zo wordt gezegd. Conflicten van zakelijke aard zijn echter juist noodzakelijk voor de beste besluitneming in de politiek, de organisatie en in het gezin. Daarom is een krachtige en kundige oppositie het keurmerk van de democratie en niet de bekende Surinaamse parlementaire obstructie’, stelt Stanley Westerborg, organisatieanalist. ‘Opposanten zijn de poortwachters van het volk, een positie om trots op te zijn. Niet het aantal leden, doch de optelsom van de kwaliteiten van individuele oppositieleden bepaalt de totale kracht van de parlementaire oppositie. De kleine, doch ‘waardevaste’ politieke organisatie als coalitiepartner zal reeds daardoor in de coalitie nimmer te manipuleren of te sturen zijn door de ‘sterke’ samenwerkingspartner(s). In de politiek wint kwaliteit het uiteindelijk altijd van kwantiteit. Bruggen worden geslagen tussen vele partijen in elke open samenleving, waarin mediawerkers, analisten, commentatoren en critici op objectieve en openhartige wijze hun meningen, zienswijzen en aanbevelingen, doch eveneens hun onvrede of afkeuring over de gang van zaken in het land vrijelijk en op gepaste wijze kenbaar kunnen maken. Bruggen worden geslagen door leiders van politieke partijen, die op basis van de kernwaarden van hun organisaties tussen de verschillende bevolkingsgroepen weten te schipperen. En wat zijn nu die kernwaarden? Volgens vooraanstaande auteurs over gedrag in organisaties (o.a. Stephen P. Robbins, Peter M. Senge en Robert E. Quinn) gaat het daarbij steeds om binnen de organisatie bestaande basisovertuigingen, dat alle handelingen en gedragingen van organisatieleden die afwijken van wat als deugdzaam kan worden bestempeld, resoluut worden afgewezen. Teleurstelling na de regeringsformatie is ons als volk traditioneel ook weer gegeven. De opbrengst van al onze financiële opofferingen voor het organiseren van de periodieke verkiezingen zijn steeds weer het intellectuele falen in de politiek en de verrijking van gekozen en benoemde politieke ambtsdragers. Het traditionele gedrag van assembleeleden en bewindslieden dat zij tijdens hun ambtsperiode concessies en grote lappen domeingrond in de wacht slepen, zal zich straks wederom manifesteren. Na hun ambtsperiode worden zij volgens voorschrift ook nog beleidsadviseurs. Nu wordt ook het stemrecht van de burgers schromelijk misbruikt door gekozenen. Soms gebeurt het daarbij ook dat een onbetrouwbare leider zijn eigen brouwsel te drinken krijgt of gewoon voor schut wordt gezet. Recentelijk nog gebeurd.’

error: Kopiëren mag niet!