De speculaties omtrent de vorm van de bijdrage die de V7-partijen zullen leveren bij de verkiezing van de president en de vicepresident in DNA zijn in volle gang. Partijen geven nu aan dat bij ‘enkele kandidaatstelling’ het niet nodig zal zijn om te stemmen voor de president. Het is niet duidelijk of deze conclusie juist is. Hans Breeveld zegt aan Dagblad Suriname dat hij meent te hebben begrepen uit berichtgeving dat er geen tegenkandidaat komt tijdens de verkiezing van president en vicepresident in DNA, maar dat partijen wel de vergadering zullen bezoeken. Volgens Breeveld hebben zich al soortgelijke gevallen als die welke zich in het parlement zal aandienen, in de Surinaamse geschiedenis voorgedaan. ‘Naar analogie daarvan gaat men er kennelijk vanuit dat als er geen tegenkandidaat is, dat er dan niets valt te kiezen’, aldus Breeveld.
De NPS-voorzitter, Gregory Rusland, schijnt ervan uit te gaan dat niet gestemd zal worden tijdens de presidentsverkiezing. Hij gelooft, gezien zijn uitlatingen, dat als er geen tegenkandidaat is, dus slechts één presidentskandidaat en één vicepresidentskandidaat, dat stemmen niet nodig zal zijn. Hij geeft aan zijn medewerking wel te zullen verlenen indien er stemming moet plaatsvinden en DNA-leden aanwezig moeten zijn, maar dit wil volgens hem nog niet zeggen dat de NPS haar stem zal uitbrengen. Alhoewel Rusland hier aangeeft het proces niet te zullen ondermijnen, heeft hij feitelijk niet gezegd of zijn partij zal stemmen en zo ja, wat het stemgedrag van zijn partij zal zijn.
Ook haar V7-partner VHP heeft aangegeven haar medewerking te zullen verlenen bij de presidentsverkiezing. Hoe die medewerking eruit zal zien, is nog steeds niet duidelijk, aangezien de partij nog geen nadere informatie wenst te verschaffen hieromtrent. In de Surinaamse geschiedenis hebben zich eerder inderdaad ‘soortgelijke’ gevallen voorgedaan. Er wordt door meerdere deskundigen ook hiernaar verwezen ter onderbouwing van hun argumentatie. De gevallen zijn echter niet geheel conform de huidige situatie, maar vertonen enkele overeenkomsten. De verkiezing van Ramsewak Shankar tot president in 1988 is hier één van. Shankar werd na het militaire regiem gekozen tot president, kort na aanname van de Grondwet van 1987. Dit was een verkiezing waarbij er geen tegenkandidaat was. Shankar werd in 1990 middels de ‘telefooncoup’, onder leiding van Desi Bouterse, afgezet, waarna een kabinet door militairen ondersteund werd geïnstalleerd. In 1996 had de vicepresidentskandidaat van de VHP, Harold Ramdhani, zich kort nadat Jules Wijdenbosch van de NDP tot president werd gekozen, teruggetrokken. Aangezien 5 leden van de VHP en 1 van de KTPI waren overgelopen, was de presidentskandidaat van het NF, Ronald Venetiaan, toen niet gekozen. Ramdhani van het Nieuw Front had waarschijnlijk de bui zien hangen en had daarom besloten zich terug te trekken als vicepresidentskandidaat. Pertaap Radhakishun werd toen bij enkele kandidaatstelling bij acclamatie gekozen tot vicepresident. Er heeft nimmer een feitelijk stemming plaatsgevonden.Als Ramdhani zich niet had teruggetrokken, kon hij misschien toch gekozen zijn tot vp en dan had je dan voor de eerste keer in de Surinaamse geschiedenis de situatie gehad van de coalitie en oppositie in hetzelfde kabinet. Volgens de Grondwet kan een vicepresident volgens sommigen met een gewone meerderheid gekozen worden. Anderen menen dat daar een tweederde meerderheid voor nodig is. Wat vast staat, is dat het kiezen van de president wel tweederde meerderheid vereist, dus 34 stemmen. Op dit moment zit de NDP op 32 stemmen voor het kiezen van de president in DNA. Een ander discussiepunt in deze hele kwestie van het kiezen van een president of vicepresident is of ‘acclamatie’ wel een grondwettelijke basis heeft.