Vandaag gaan wij massaal naar het Andre Kamperveen Stadion om onze nationale voetbalselectie aan te vuren tegen Nicaragua. Wanneer wij naar het AK-stadion gaan, gaan wij langs het standbeeld van Andre Kamperveen, ooit één van de charismatische ondervoorzitters van de Fifa die niet op zijn mondje was gevallen. Kamperveen was een sportgrootheid met zeker Caribische erkenning. Kamperveen had dromen en dat bracht hij tot uitvoering. Hij was de meeste van zijn tijdgenoten voor. De Caribbean Football Union werd in 1978 mede door hem opgericht. Hij was de eerste CFU-voorzitter totdat aan zijn leven een einde kwam op 8 december 1982. Hoe zou ons land op de Fifa-rangschikking hebben gestaan als Andre Kamperveen langer had kunnen leven? Die vraag komt bij enkele voetballiefhebbers wel op en dat heeft dan invloed op de eerste minuten van elke vooral interlandwedstrijd die we hier meemaken, heel rustig. Als we kijken naar de verworvenheden van deze icoon, dan hebben we sterk het vermoeden dat we ergens anders hadden gestaan nu. Maar terug naar vandaag. Nicaragua is veel groter dan Suriname met meer dan 6 miljoen inwoners, maar het voetbalniveau verschilt niet veel. Het land is nu in het nieuws omdat er groepen in het land protesteren tegen een kanaal dat men dwars door het land wil graven om twee zeeën met elkaar te verbinden. Onze selectie is goed ontvangen in Nicaragua en de Surinaamse presentatie zag er goed uit. De wedstrijd zelf hebben we niet in zijn geheel mogen aanschouwen. De eerste helft was enigszins te volgen, maar technisch niet te beoordelen. Bij herhalingen achteraf zien we dat het verlies althans het winnende doelpunt tegen ons te wijten is aan zware tactische fouten en individuele tekortkomingen, die niet thuishoren in een nationale selectie. Suriname heeft een opmerkelijke coach die niet-residerend is en een week in de maand in Suriname is. Het is een man met trainerskwaliteiten en een voormalige profvoetballer die hoog heeft gevoetbald. Vanuit de sportcritici is er behoorlijke kritiek op het reilen zeilen binnen onze nationale selectie en de SVB op zich. De SVB moet zich niet doof en blind houden voor deze kritiek. Succes van onze nationale selectie begint met een sterke voetbalbond, die zaken anders aanpakt dan voorheen. Nu hebben wij een trainer met veel buitenlandse ervaring, die in de praktijk veel meer weerstanden lijfelijk heeft ondervonden. Deze trainer ziet een aantal zaken anders dan andere voorgaande coaches. Zo hebben wij opvallend een andere captain, een speler die constant in de Hoofdklasse acteert, maar op gegeven moment gewoon werd genegeerd door de nationale coaches. Slecht doet deze captain het niet en op de Surinaamse velden is hij bekend als een speler met speldiscipline en een mooie traptechniek, bij wedstrijdhervattingen als in lopende situaties. De coach heeft ook gedurfd om spelers uit de Eersteklasse te halen en bekeken vanuit de Surinaamse amateursituatie en onze voetbalcultuur is het wel te verklaren. Zo kan het moeilijk zijn voor een speler van Robinhood om zijn club te verlaten als die hem nodig heeft, omdat hij gedegradeerd is. In de Eersteklasse spelen in Suriname betekent niet zonder meer dat die speler het niveau van de Hoofdklasse niet aan zou kunnen. Het is al decennialang opvallend dat Suriname geen officiële oefenwedstrijden speelt met iets grotere landen bijvoorbeeld in de Caribbean. Onze jongens komen alleen aan spelen toe op het internationale niveau als er kwalificatiewedstrijden moeten worden gespeeld. Het wordt de internationale bondscoach kwalijk genomen dat hij niet veeleisender is naar de SVB toe. De indruk bestaat daarom dat de bondscoach zich teveel aanpast aan de Surinaamse manier van zaken doen, waarbij veel wordt nagelaten wat gedaan moet worden. Zouden we dat de coach kwalijk moeten nemen? We hebben tenminste 1 coach met Nederlandse ervaring en Surinaamse roots die we zagen verkassen nadat hij terecht de discipline en de professionaliteit erin wilde brengen. Met blond haar en blauwe ogen was hij kennelijk langer gebleven. Nu hebben we weer iemand met Surinaamse roots en meer buitenlandse ervaring. Kennelijk laveert onze coach nog om met tact op gegeven moment te dwingen naar transformatie. Dat kan een lang proces worden, maar voor dit moment zijn we geïnteresseerd in Suriname – Nicaragua. Wanneer wij vandaag naar het Andre Kamperveenstadion gaan, dan gaan wij langs het standbeeld van Andre Kamperveen: een man die vanwege zijn leiderschap en visie, Suriname veel eerder tot een voetbalmogendheid had kunnen maken. Kamperveen is opgenomen is de CFU Hall of Fame. Er zijn velen die geloven dat het heengaan van Kamperveen en wat er daarna (niet) is gebeurd, als een last drukt dan wel behoort te drukken op ons collectief geweten. Onder die omstandigheden gelooft men niet in progressie zonder meer. In Suriname zijn we gewend aan halve werk en omgekeerde chronologieën. Onder deze omstandigheden blijft het een uitdaging om vooruit te komen. Trekt u vandaag rood aan en vergeet niet links te knikken als u voorbijgaat naar het noorden.