“Op 20 mei is in het ressort Latour een 20-jarige man van Afro-Surinaamse afkomst genaamd W.T. op klaarlichte dag op straat doodgeschoten door politieagent S.P.” Dit had de eerste zin kunnen zijn van een krantenartikel als die dag noodlottig was geëindigd. Op die dag hebben drie jongemannen fysiek geweld gebruikt tegen de politie. Een filmpje hierover is te zien op de sociale media. Een jongeman bekogelt de politie met een blok hout; een andere raakt een politieagent hard met een vliegende trap. De twee surveillerende agenten lijken zeer beheerst op te treden. Ze trekken zich terug in hun pro-wagen en rijden weg. Er is geen lijk blijven liggen. De reacties op het filmpje waren talrijk. Ze zijn globaal te verdelen in drie groepen, in deze volgorde van populariteit: 1) de politie had ze gewoon moeten neerknallen; 2) de politie heeft zich laf teruggetrokken; en 3) de politie heeft het keurig gedaan. Men verwacht in meerderheid een hard optreden van de politie om respect voor het wettelijk gezag af te dwingen. Overigens zien we hier de impact van de sociale media, die de communicatiemogelijkheden voor de gewone burgers ontzettend hebben vergroot, waarbij een ieder zonder schuld of schaamte zijn of haar mening kan geven en zonder angst om het zwijgen te worden opgelegd. De etniciteit van de daders was ook een punt van scheldpartijen over en weer. De meeste reacties spraken van afschuw, boosheid en frustratie in verband met geweld, criminaliteit en respectloosheid. De meesten zouden het waarschijnlijk hebben toegejuicht als de bedreigde politieagent zijn wapen had getrokken en, “uit de weg, uitschot!”, het aanvliegende geboefte had neergeknald. Gelukkig is de toestand niet uit de hand gelopen en is grof geweld niet nodig geweest. Ik heb begrepen dat de daders zijn opgepakt en zullen worden gestraft. Als dit waar is, dan heeft het systeem gewerkt. De politie is terughoudend geweest met het gebruik van geweld en er is geen familie ondergedompeld in rouw. Dat zou onevenredig zijn geweest. Maar de boodschap is klaarblijkelijk afgegeven: de politie laat niet met zich sollen. Wat is het probleem van die jongens die geweld gebruiken tegen de politie? Welke frustratie reageren ze af? Onderzoek is schaars. Racisme, zoals in Amerika, lijkt hier geen oorzakelijke rol van betekenis te spelen. Een betere verklaring is “externaliserend gedrag”, naar buiten, op anderen gericht gedrag: jongeren die te weinig controle hebben over de emoties en direct handelen, zonder even tot tien te tellen en na te denken over de mogelijke negatieve gevolgen van hun gedrag. Ze zijn agressief, ongehoorzaam en druk. Door hun probleemgedrag hebben ze vaak ruzie met anderen. Ze lopen meer kans om in de gevangenis terecht te komen vanwege geweld. Van deze jongens in de gevangenis is bekend dat het veelal voortijdige schoolverlaters zijn. Er is geen gebrek aan onderzoek naar schooluitval. De gevolgen van schooluitval zijn antisociaal gedrag, alcohol- en drugsmisbruik en risicovol seksueel gedrag.
Politie en justitie moeten misdaad bestrijden door arrestatie, berechting en gevangenzetting van misdadigers. Daarnaast moeten inspanningen ook gericht zijn op het voorkomen van misdaad. Een goede aanpak om misdaad te voorkomen, is het verminderen van schooluitval.
In Suriname zijn de percentages zittenblijvers en drop-outsalarmerend: 40% van de kinderen maakt de lagere school niet af en in het binnenland is dit naar schatting rond de 50%. Onderzoeken in de VS en Engeland hebben uitgewezen dat er consistente verschillen in schooluitval zijn tussen de etnische groepen; Indiase en Chinese studenten hebben het laagste percentage schooluitvallers ten opzichte van zwarte studenten. Het beeld dat in Suriname het meest naar voren komt van de drop-outs is een impulsieve man (die vaker lijkt op de jongens in het filmpje) die is opgegroeid in een slechte buurt, in een vaak groot en incompleet (eenouder)gezin, met losse familiebanden en slechte voorbeeldfiguren. Dit beeld moet nog door onderzoek worden bevestigd.
Schooluitval is onacceptabel en moet met harde maatregelen worden aangepakt. Zorgprogramma’s moeten voorkomen dat leerlingen uitvallen. De oorzaak moet in kaart worden gebracht. Het kan liggen bij de leerling, de onderwijzer, de thuissituatie of een combinatie van factoren. De leerling moet de juiste ondersteuning en weer de kracht krijgen om naar school te gaan of de mogelijkheid om op een andere manier dan via het gewone onderwijs toch een diploma te halen. Dit alles kost geld, veel geld, maar in de jeugd moet je investeren, want dat is de toekomst. Geld moet komen van de ministeries van Onderwijs, Volksgezondheid, Sociale Zaken en Justitie en Politie.
Er bestaat een 140 jaar oude leerplicht tot 12 jaar. Dus na zijn twaalfde mag een leerling stoppen met school. Vroeger mochten meisjes ook trouwen vanaf 12 jaar, maar die leeftijd is verhoogd. De leerplicht moet ook worden verhoogd, tot 16 jaar, en het toezicht en de handhaving moeten streng zijn.
Om gebeurtenissen zoals die in Latour en andere wijken te bestrijden, moet de politie hard maar niet buitensporig optreden. Om ze te voorkomen moet het terugdringen van voortijdig schoolverlaten serieus worden aangepakt en hoog op de agenda blijven staan.
D. Balraadjsing (Nederland)