Terwijl steeds gewezen wordt op de verkeerde accenten die personen in de actieve Surinaamse politiek leggen, waarbij personen worden besproken, komen ook andere klanken tot ons die de noodzakelijke cultuuromslag in de politiek benadrukken. Waar de ondernemer zijn organisatie naar grotere hoogte zal willen tillen en daarbij liever vanaf de basis werkt, zal het denken over cultuurverandering in de Surinaamse politiek vragen om werken vanuit de top van politieke partijen naar lager gelegen niveaus. Hoezeer jongeren verwelkomd moeten worden in de politiek is het vooral in ontwikkelingslanden als Suriname van wezenlijk belang dat zij reeds in partijverband opgevangen en begeleid worden door degenen die de kneepjes van het ‘politieke vak’ in positieve zin reeds onder de knie hebben en geen onoprechtheid onder de huid verbergen. Of die begeleiders thans voorhanden zijn, is uiteraard de grote vraag. Wij merken als samenleving in dit opzicht zelf hoe jongelingen omhoog schieten in de politiek en als politieke ambtsdragers voor de wolven geworpen worden, of door onervarenheid eerder een obstakel vormen voor positieve ontwikkelingen op een of ander gebied van staatszorg. Politieke organisaties doen geen mededelingen over ontwikkelings- en vormingsoperaties ten dienste van de aanwas van junioren in de politiek. Wij mogen ervan uitgaan dat in partijverband tenminste de grondtrekken van de Surinaamse staatsinrichting en de werking van het bestuurs mechanisme in ons land worden onderricht. Aangenomen mag ook worden dat communiceren, vergaderen, spreken in het openbaar en gedragsnormen als politicus ook aandacht krijgen. Onderricht vanuit politieke organisaties met betrekking tot de maatschappelijke betekenis van politiek in Suriname en de institutionele waarde daarvan voor de maatschappij mogen evenmin ontbreken. Wij weten volstrekt niets over deze kadervormende kant van politieke partijen. Er wordt vaker gewezen op de noodzakelijke politieke cultuuromslag in ons land. Eerst moet dan wel achterhaald worden hoe over politiek als begrip in werkelijkheid gedacht wordt en hoe de samenleving daartegen aankijkt. Er zal een duidelijke en aansprekende definitie van ‘de juiste politieke cultuur’ gegeven moeten worden. Er zal ook een duidelijke afwijking(discrepantie) tussen de bestaande en gewenste politieke cultuur aangegeven moeten worden. Immers, er moet iets veranderen, maar wat? Een ieder die daar maar zin in heeft, mag zich politieke leider noemen. Het predicaat ‘politicus’ ligt voor het oprapen. De karakteristieke kenmerken van de zo voorgestane nieuwe politieke cultuur moeten geen schimmigheden zijn waaraan iedereen een eigen uitleg mag geven. Voeg aan deze gecompliceerde kwestie het gegeven toe dat cultuuromslag onder normale omstandigheden niet mogelijk is. Veranderen van ingesleten gewoonten geschiedt nu eenmaal langs wegen der geleidelijkheid. Daarom is in de arbeidsorganisatie de cultuurverandering een procesmatige aangelegenheid, die zich spontaan ontwikkelt. Elke politieke organisatie dient haar missie en kernwaarden te delen met de samenleving. Daarop moet het organisatiegedrag immers beoordeeld kunnen worden. Hoe zijn die geformuleerd en welke waarde-elementen zijn daarin herkenbaar? Worden die bewuste waarden in de werkelijkheid van elke dag tot uiting gebracht door houding, uitspraken en handelen van partijbestuurders? Want daarover zouden wij als samenleving nog een stevig debat op gang mogen brengen, dat zelfs van hogere orde geacht mag worden dan elk ander publiek debat.
Cultuurverandering heeft hobbels
Waarom is het woord ‘politiek’ zo negatief geladen in Suriname? Hoe komt het toch dat bij ons de uitdrukking’ politiek bedrijven’ steeds weer de negatieve connotatie van de Surinaamse politieke praktijk moet illustreren? Er wordt ‘politiek bedreven met de naschoolse opvang’, om maar een voorbeeld te noemen. Wat wordt hiermede in hemelsnaam bedoeld? Politiek wordt immers toch steeds bedreven? Politiek als begrip is juist van institutionele waarde voor elke geordende samenleving. En instituties zijn nu eenmaal maatschappij-ordenend georiënteerd. Gezin, opvoeding, religie, rechtspraak, democratie, de economie, het onderwijs, de gezondheidszorg, het huwelijk, de politiek, zijn voorbeelden van instituties. Politiek is verder ook divers van aard. Nationale politiek, ondernemingspolitiek, gezinspolitiek, handelspolitiek, onderhandelingspolitiek, overlevingspolitiek, personeelspolitiek, internationale politiek, ga zo maar verder. Vergeet daarbij de struisvogelpolitiek en uitsloverspolitiek zeker niet. Politiek ligt verspreid over vele domeinen. Politiek is gelijk de wind: overal en altijd aanwezig. Niemand en geen organisatie valt buiten zijn invloedsbereik. En om dit summiere verhaal over politieke cultuurverandering nog gecompliceerder te maken: ook die cultuurverandering moet worden aangestuurd door een specifieke kracht. De naam daarvan luidt: de transitiepolitiek van elke partij. Ook die heeft grondbeginselen en een structuur. Dynamische ondernemers zijn bekend daarmee. Cultuurgebonden taal, gebruiken en symbolen in organisaties veranderen niet gemakkelijk. De overheid als openbaar bestuurder en als werkgever verzuimt hardnekkig een aanvang te maken met verandering van de ambtelijke cultuur, zo wordt beweerd. Wie echter weet hoe de belangenverstrengeling ligt tussen politieke partijen en invloedrijke ambtelijke organisaties, hoe departementen misbruikt worden door personen in de actieve politiek, begrijpt beter waarom cultuurreiniging in de Surinaamse politiek geen aantrekkelijke kost is.
Stanley Westerborg
(Organisatieanalist; [email protected])