Zoals bekend voert het personeel van de Royal Bank of Canada in Suriname al sinds maandag acties, waarbij het hoofdkantoor en alle filialen gesloten zijn. Donderdag zijn deze acties voortgezet. Gisteravond zou de bond een gesprek hebben met de Bemiddelingsraad. Volgens een persbericht, uitgaande van de RBC-bondsvoorzitter Willy Rodriques, lopen de onderhandelingen tussen de bond en de directie al maanden maar rekt de bank de tijd, zodat zij niet tot afspraken hoeft te komen voordat zij vertrekt uit Suriname. Per 1 juli zal de bank namelijk overgenomen worden door de Republic Bank of Trinidad & Tobago.Naar aanleiding van de strijd die de RBC-vakbond nu voert voor verbetering en behoud van haar arbeidsvoorwaarden, ook na overname, heeft de vakcentrale C-47 een schrijven doen uitgaan. Hierin worden de regering en vooral de monetaire autoriteiten van Suriname opgeroepen om erop toe te zien en internationale financiële instellingen erop te wijzen dat Suriname ‘geen in- en uitloop is, waar de arbeidskracht onvoorwaardelijk kan worden geëxploiteerd’.
De vakcentrale bestempelt het gedrag van meerdere multinationale ondernemingen in Suriname als slechts gericht op het uithollen van de nationale economie om zich vervolgens zo snel mogelijk uit de voeten te maken. Dit maakt dat de strijd van de RBC-werknemers volgens C-47 groter en breder is dan het op het eerste gezicht lijkt. Rodriques geeft aan dat de RBC-werknemers in alle opzichten aan het kortste eind trekken. Dit, omdat hun lonen al lager zijn dan dat van de bancaire sector in de regio, maar nu zijn hun voorzieningen, die een compensatie vormden op de lage lonen, ook niet gegarandeerd. ‘De werkgever weigert om die zaken goed te regelen voor de werknemers in Suriname, maar houdt tegelijkertijd wel vast aan de lage lonen met het excuus dat men anders ‘meer dan de lokale markt’ moet betalen’, meldt het persbericht.