De mede-eigenaren van de plantage Osembo en Ongelegen, in de volksmond bekend als Whesimbo, maken zich zeer zorgen dat illegale activiteiten in hun woongebied worden ondernomen. Volgens voorlopige informatie hebben zij opgemerkt dat het gaat om illegale houtkap te Rijsdijkweg, zandopgravingen, gronduitgifte te Sawarieweg, Meursweg en andere plekken van het onverdeelde boedel. Ernst Pierau, vertegenwoordiger van de mede-eigenaren, zegt dat er mogelijk politieke belangen een rol hierbij spelen. De mede-eigenaren hebben geconstateerd dat er individuele belangen worden nagestreefd, die niet overeenkomen met de statuten. Dit naar aanleiding van de stukken die momenteel in omloop zijn, waarbij het algemeen belang van plantage Osembo en Ongelegen niet gediend wordt en de mede-eigenaren niet op de hoogte zijn gesteld van deze procedures. Het bestuur dat hierover moest waken, heeft in de afgelopen periode duidelijk verstek laten gaan om op te treden. Het bestuur stond geruime tijd onder leiding van de politicus Patrick Kensenhuis. In een afgelopen vergadering is dit bestuur vervangen door een interim bestuur, onder leiding van Milton Kensmil. Het bestuur heeft de opdracht om orde op zaken te stellen en op korte termijn een oplossing te zoeken voor de urgente zaken van de plantage.
De plantage Osembo en Ongelegen zijn op 17 februari 1893 gekocht door de voormalige plantageslaven van Osembo. Om de sociale cohesie op de plantages te behouden en te versterken, hebben de plantage-eigenaren onderling een swerie gemaakt (eed afgelegd) dat de gronden nooit verkocht mochten worden. De gronden dienden bestemd te blijven voor hun nakomelingen. Een van de maatregelen die zij hiervoor hebben genomen, was het formeren van een bestuur. Dit bestuur is ook verantwoording schuldig aan de eigenaren voor gewichtige zaken en ook voor de sociale rust en de historische, culturele en economische verworvenheden van de plantages. Elke erfgenaam heeft in het plantagebestuur een vertegenwoordiger, waardoor familieruzies om boedelgronden in Osembo bijna niet voorkomen. Want op de boedelgronden kan geen akte worden verleend, zonder de medewerking van het plantagebestuur c.q. de mede-eigenaren. Daarnaast blijft het bestaan van de sweri aan het geweten knagen van iedere bewoner op de plantage. Het maakt het bijna onmogelijk voor personen om grond op te eisen om die vervolgens door te verkopen of als onderpand te gebruiken met als risico dat gronden in bezit komen van financiers.
FR