Een kennis liep in gedachten verzonken op straat. Zijn gedachten werden onderbroken bij het zien van een jongeman die met geweld op iemand intrapte. Het slachtoffer lag op de stoep, verzette zich niet en kreunde nauwelijks hoorbaar. De dader bleef maar schoppen en trappen alsof hij bezeten was door de duivel en geen besef had van zijn omgeving. De kennis stopte en keek… Potverdorie! Hij kende de dader. Die was bij hem in behandeling geweest. Nog voordat hij iets durfde te ondernemen, riep een andere voorbijganger op een afstand, hard en duidelijk: “Stop daarmee… anders bel ik de politie!” De dader keek even om, stopte onmiddellijk, stond daar enkele seconden verdoofd, sprong op zijn brommer en ging er snel vandoor. Het slachtoffer krabbelde overeind. Hij zag er verfomfaaid uit en keek een beetje verward en verwonderd. “Heb je iets gedaan”, vroeg de kennis. “Nee… Hij vond dat ik naar hem keek.”
Terwijl de kennis zijn weg vervolgde, gingen er vele gedachten door zijn hoofd. Maar zijn meest interessante gedachten gingen over de dader, omdat hij die goed kende. Aan de buitenkant was de gewelddadige gebeurtenis die hij net had gezien afschuwelijk en zinloos, maar alleen aan de buitenkant. Hij kende de dader ook van de binnenkant. Hij analyseerde de gebeurtenis. De kern van het probleem was dat de dader zich van alle klappen ontdeed die hij in zijn leven had ontvangen, en doorgaf aan iemand anders. Als kind had hij veel pak slaag gehad. Hij was mishandeld. Hij had gekreund en geleden. Nu was hij groot geworden. Hij was vrij, kon gaan en staan waar hij wilde. De rollen waren omgekeerd. Nu stond hij boven en lag de ander op de grond te kreunen. Hij pikte iemand uit op grond van een onbenullige reden en betaalde hem volledig en met rente de pak slaag die hij van anderen had gekregen. Een merkwaardige en krankzinnige verklaring, maar het klopte wel. Als je iemand volpropt met geweld in plaats van liefde, dan wordt die vanzelf een geweldenaar. Een kind dat je de hele dag volstopt met taart wordt ook een dikzak.
‘The child is father of the man’, heeft een dichter gezegd. In het kind zie je al de volwassene. Bij kinderen kan je al vroeg zien of ze later lang, kort, sterk, zwak, agressief, lief, ijverig of slordig zullen worden. Maar positieve of negatieve karaktertrekken zijn niet alleen aangeboren. Ze worden ook sterk beïnvloed door de omgeving. Onze dader is opgegroeid, zoals planten en vele dieren opgroeien, zonder hulp van familie. Hij werd al snel een drukke ‘ogriboi’ bijgenaamd ‘kleine didibri’. Zijn normbesef was onvoldoende. In zijn hart smeulde een vuur dat zo nu en dan heel gevaarlijk hoog opvlamde in de vorm van ongecontroleerde agressieve uitbarstingen. Dit was de reden waarom hij was verwezen naar de kennis. De persoonskenmerken van de dader waren leugenachtig, agressief, koppig, egoïstisch en arrogant. Bovendien was hij zeer gevoelig voor onrecht dat hem werd aangedaan, terwijl hij het onrecht dat hij anderen aandeed minimaliseerde en rechtvaardigde. Naast opvoeding was zijn karakter vooral ook sterk beïnvloed door negatieve voorbeelden. In zijn jeugd was het een komen en gaan van obscene en criminele figuren die vloekten, scholden of vieze woorden gebruikten, ook waar kinderen bij waren. In zo’n ruwe, smerige en luidruchtige omgeving beheerst door grillen, willekeur en veel uiterlijk vertoon, in die vuilnishoop is onze dader opgegroeid. Als kind was hij slachtoffer, als volwassene werd hij dader. De dader leed ook. Hij was geen domme jongen. Hij besefte wat hij tekort was gekomen en welk onrecht hem was aangedaan. Hij haatte zichzelf en zou het niet erg vinden om de volgende dag niet wakker te worden. Enkele keren had hij uit pure wanhoop en zenuwachtige onrust plotseling zin gekregen om zich te verhangen, om een eind te maken aan zijn rotbestaan. Hij vroeg zich af waarom zijn ouders hem hadden verwekt. Het zal wel in een ogenblik van liefde zijn gebeurd. Maar hadden ze hem laten komen om hem pak slaag te geven, in de steek te laten, uit te schelden, te vernederen, zijn gezondheid en opleiding te verwaarlozen, zodat hij zou eindigen in de goot of in de gevangenis? Hadden ze hem daarvoor laten komen? Volwassenen hadden zijn recht als kind op veiligheid geschonden, nu was het zijn beurt om grenzen te overschrijden. Het slachtoffer nam wraak. Hij gaf zijn agressie door aan anderen. Overigens kunnen die anderen, vooral als het jonge kinderen zijn, later ook daders worden en nieuwe slachtoffers maken. Zo ontstaat een kringloop van agressie. Noem het maar de wet van behoud van agressie.
Een dader kan dus ook slachtoffer zijn. Het slachtoffer en de herinneringen vallen dan als schaduwen om hem heen. Met deze wetenschap kan men de persoon van de dader blijven accepteren, en hulp bieden, terwijl men zijn daad afkeurt. De daad kan worden begrepen, maar niet goedgepraat. Wat er ook met de dader is gebeurd, hij blijft verantwoordelijk voor zijn agressie en moet boeten voor zijn misdaad.
D. Balraadjsing