Volgens recente peilingen met betrekking tot de verkiezingsuitslag zijn ook vragen meegenomen over verschillende maatschappelijke hot issues. Investeren in onderwijs ( 20 %) en aanpak van de criminaliteit (20 %) zien de respondenten als de belangrijkste zaken in de komende regeerperiode 2015 -2020. Met een lege staatskas en uitdijende schuldenlast van de Staat Suriname zal elke aankomende regering het zeer moeilijk hebben om aan de wensen van de kiezers te voldoen. Zowel de objectieve als de subjectieve onveiligheid is gevoelig toegenomen. Dit is op de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de huidige regering. Ze heeft men het (on)veiligheidsprobleem ernstig onderschat en laten rotten.
Hoewel het in het regeerakkoord (beleidsplan) is aangekondigd, beschikken wij niet over een gedegen veiligheidsplan (veiligheidsbeleid) dat regelmatig op zijn effectiviteit geëvalueerd kan worden. Het justitie- en politieapparaat moet omgebogen worden tot een dynamisch en doeltreffend geheel met visie en strategie, ten dienste van de burgers en hun veiligheid. Het moet glasheldere prioriteiten vaststellen om de veiligheid van de burgers te verhogen en te garanderen. De aantredende regering na mei 2015 moet een effectief veiligheidsplan hebben, waaruit moet blijken dat het uitvoerbaar, werkbaar en betaalbaar is en dat de veiligheid van alle burgers ons allen dierbaar is.
Probleemjongeren, risicogroepen en risicolocaties (drugsverkoopplaatsen) moeten worden geïdentificeerd en gevolgd. Om vroegtijdig, snel en consequent te kunnen reageren, moet de uitwisseling van informatie tussen politie, justitie, hulpverlening, jeugdbescherming, scholen etc. vlot en soepel verlopen. Het terugschroeven van de jeugdcriminaliteit vergt een gezamenlijk offensief van de overheid en al de betrokken instellingen en organisaties. Van zeer groot belang zijn o.a. de navolgende aandachtsgebieden: 1) het bestrijden van onderwijsachterstanden; 2) het bevorderen van schoolse en buitenschoolse activiteiten; 3) het ontwikkelen en aanbieden van op de arbeidsmarkt afgestemde opleidingsleertrajecten b.v. kappersscholen, schilders – en computeropleidingen; 4) leerlingen, ouders, leerkrachten en opvoeders bewust maken van jongerenproblemen, zoals alcohol- en drugsmisbruik, roken, vandalisme, geweld en jeugddelinquentie; 5) risicofactoren, risicogebieden, risicoplekken identificeren en er gericht op inspelen.
Ons land wordt geconfronteerd met verschillende corruptieschandalen. De vaak gebrekkige aanpak ervan heeft het vertrouwen van de bevolking in de overheid en politici nog meer ondermijnd dan reeds het geval was. De overheid zal moeten investeren in corruptieonderzoeken, doen vervolgen en doen berechten, wil zij het vertrouwen van de burgers herwinnen. De politieke leiding en de topambtenaren zijn hiervoor verantwoordelijk. Gezagsdragers en politici spelen hierbij een belangrijke rol. Ze hebben een voorbeeldfunctie. Normvervaging en corrupt gedrag gaan samen. Herstel van normen en waarden in alle geledingen van de maatschappij moet prioriteit nummer 1 zijn. Crimineel gedrag en corruptief gedrag in het overheidsapparaat moeten hard worden bestreden, speciaal op het gebied van de preventie. Repressie neemt de oorzaken van het crimineel gedrag niet weg.
De strafrechtelijke aanpak van corruptie moet stoelen op een anticorruptiewet. Deze nieuwe wet moet niet alleen strenger zijn dan de bestaande regelgeving, maar eveneens de private en internationale corruptie betrekken in haar onderzoek o.a. fraude, drugshandel en witwassen (importbedrijven, vastgoedbedrijven, casino-eigenaren). De oprichting van een onafhankelijke anticorruptiedienst is noodzakelijk. Deze anticorruptiedienst, bemand door ervaren oudgedienden bijvoorbeeld de procureurs-generaal, officieren van justitie, oud-rechters etc. kan bijstand verlenen bij het strafrechtelijk onderzoek, evenals de andere taken (voorlichting, ondersteuning, geïntegreerde aanpak in samenwerking met diensten van intern toezicht en andere bevoegde instanties, zowel nationaal als internationaal). Deze anticorruptiedienst werkt volgens interne controleregels en interne procedures en met een intern meldpunt. Van zeer groot belang is ook de invoering van de Wet Openbaarheid van Bestuur en de strafrechtelijke – en civiele ministeriële verantwoordelijkheid in onze Grondwet en de Wet op de Ruimtelijke Ordening, waarbij de mogelijkheid voor een bestemmingsplan bij wet wordt vastgesteld met bijbehorende beroepsmogelijkheden, sancties, boete en gevangenisstraf.
Het justitie- en politieapparaat moet omgebogen worden tot een dynamisch en doeltreffend geheel met visie en strategie, ten dienste van de burgers en hun veiligheid. Het moet glasheldere prioriteiten vaststellen om de veiligheid van de burgers te verhogen en te garanderen. De aantredende regering na mei 2015 moet een effectief veiligheidsplan hebben, waaruit moet blijken dat het uitvoerbaar is, werkbaar is, betaalbaar is en dat de veiligheid van alle burgers ons allen dierbaar is.
Leendert Doerga