Velen binnen onze samenleving hebben de neiging om politiek en godsdienst samen te trekken. Godsdienst en politiek hebben zeker ook raakvlakken, maar deze twee zaken zijn ook duidelijk van elkaar te onderscheiden, te weten:
1. De godsdienst betrekt mensen om de schepper van hemel en aarde te dienen en te vereren.
2. De politiek betrekt namelijk mensen ten einde de staatsmacht te verwerven of die te behouden.
Godsdienst houdt feitelijk in zich dienstbaar maken aan de Schepper. Het gaat uit van het beginsel om met Hem in gedachten met heel je hart liefde te betonen voor de medemens en daarbij zelf ook Godvrezend te zijn. De liefde voor de mens wordt heel vaak ook tot uitdrukking gebracht in sociaal werk, waarbij aandacht wordt geschonken aan de noden en behoeften van o.a. armen en sociaal zwakkeren. Maar ook onderwijs, kunst en wetenschap, mogen gerekend worden tot een vorm van sociaal contact. Het is immers bestemd als consumptie voor de medemens.
Politiek heeft hoofdzakelijk betrekking op de staat en het beleid van een land. Het heeft te maken met het geheel van beginselen en regels volgens welke een land wordt of moet worden geregeerd. Het hebben van hoge aspiraties enkel en alleen om regeermacht te verwerven, is bij lange na niet voldoende om een volk adequaat te kunnen leiden. De persoon moet een brede basis hebben van kennis en vaardigheden. Specifiek moet hij/zij ook over voldoende wijsheid beschikken, om in voorkomende gevallen de juiste beslissingen te kunnen nemen. Veelal vloeit die extra dimensie voort uit een natuurdrift die je als mens in je moet hebben of die je van je Schepper moet hebben meegekregen. In de wandelgangen zegt men dat je daarmee begiftigd moet zijn. Degenen die werkelijk de religie beschouwen als de basis van hun leven, zullen dat in de politiek dankbaar tot uiting brengen. Het menslievende zal zeker daarbij tot uiting komen. De handelingen zullen weloverwogen geschieden en het volk zal er zeker ook van mee genieten. In het tegenovergestelde geval zullen slechts enkelen van de voordelen genieten. Indien de godsdienst effectief doorwerkt op het gemoed van de politicus zal hij/zij ongetwijfeld in gedachten slaan op wat de schepper van hem verwacht als leider van een volk. De realiteit van elke dag is jammer genoeg dat de politicus in de praktijk van elke dag zich niet laat leiden door de religie. Van daar dan ook dat velen zich afvragen of de kerk zich moet inlaten met de dagelijkse politiekvoering. In de vroege jaren werd er heel veel gesproken over de verbroederingspolitiek in Suriname. Het was een hele issue op zich. Als we de balans opmaken dan blijkt dat deze wijze van politiek voeren niet tot de gewenste resultaten heeft geleid. Het heeft in elk geval niet er voor gezorgd dat er een hechte natievorming is ontstaan. We leven wel in vrede naast elkaar, maar daar stopt het bij. De onderlinge sentimenten staan nog merkbaar overeind. Toch moeten wij ons gelukkig prijzen dat de diverse etnische groepen in ons geliefd Suriname op eigen wijze een ideale samenleving hebben weten op te bouwen die voor velen in de wereld tot voorbeeld mag strekken. Niet voor niks worden wij Surinamers als een fleurige ‘bromtjiedjarie’ aangeduid. Politiekvoering gebaseerd op verscheidenheid in rassen is niet aan te bevelen. De roep om onze multiraciale samenleving te laten uitvloeien tot een hechtere natie is groot. Hieraan moet er in de toekomst zeker ook aandacht geschonken worden. Het uitdenken van een ander en aangepast kiesstelsel voor Suriname zou naar mijn mening een stap in die richting zijn. Als mens zijn wij allen gelijk geschapen. Het is de taak van de overheid ons te leiden naar nieuwe perspectieven. Een duidelijke ontwikkelingslijn, een visie hierover moet uitgezet worden. In dit opzicht loopt Suriname nog ver achter. Sommigen onderkennen dit wel, maar durven niet met de realiteit voor de dag te komen. Zaken worden nog te veel in een waas gehouden. Het is nu weer eens gebleken dat de leiders van het land, over de gehele linie genomen, niet in staat zijn geweest om ons geliefd Suriname economisch goed in te richten. Er is nog zoveel te doen en ook nog zoveel in te halen. Alle mooie beloften en voorspellingen uit het verleden ten spijt.Als kiezer weet je niet meer wie je moet geloven. Vandaar ook dat alle peilingen nog steeds aangeven dat de groep van zwevende kiezers, de mensen die nog een besluit moeten nemen op wie te stemmen, zo groot is. De algemene opinie is dat er tot nog toe onvoldoendeis gepresteerd om Suriname economisch weerbaar te maken. Onze leiders reizen wel veel, maar het rendement voor ons land is nauwelijks te merken. Het wordt nu toch wel hoog tijd dat Suriname echt wel stappen voorwaarts gaat maken.
Edward Marbach