Het incident bij de DSB waarbij er creditcardfraude van 4 miljoen Amerikaanse dollars gepleegd zou zijn, is volgens de bank al geruime tijd bekend. Nu het nieuws omtrent de fraude in het openbaar is verschenen, haast de bank zich om haar klanten ervan te verzekeren dat de zaak geen afbreuk doet aan de wijze waarop zij haar verantwoordelijkheden uitoefent. De PR-afdeling van de bank geeft aan dat de zaak nog steeds in onderzoek is en wenst geen andere informatie prijs te geven. Er is tot nu toe geen formele aangifte gedaan tegen de cliënt die de vermeende handelingen zou hebben gepleegd. Indien men ervan overtuigd was dat deze cliënt bewust zijn limiet had overschreden, dan zou de politie reeds moeten zijn ingeschakeld. Ondertussen zijn er wel werknemers van de bank op non-actief gesteld om vervolgens weer te werk te worden gesteld. Dit impliceert dat zij niet schuldig zijn aan hetgeen hen in eerste instantie verweten is. Het ligt aan de bank om te constateren en door te geven als de creditcardlimiet van een cliënt overschreden is. De normale procedure bij overschrijding zou zijn dat de rekening van de cliënt geblokkeerd wordt. De bank heeft kennelijk nagelaten dit te doen. Het is niet bekend of de cliënt ooit op de hoogte is gesteld van het feit dat hij zijn limiet had overschreden.
De persoon die het ‘feit’ zou moeten hebben gepleegd, is ondertussen overleden en is niet in de gelegenheid om zichzelf te verdedigen. Alhoewel de identiteit van de cliënt nooit is prijsgegeven, speculeert de samenleving echter al dagen hieromtrent en wordt aan de nabestaanden van deze persoon onbedoeld heel veel extra leed toegebracht. De bank maakt zich bezorgd om haar reputatie als betrouwbare bank, maar niemand maakt zich zorgen om de reputatie van de overledene en diens nabestaanden wiens naam nu door het slijk wordt gehaald, en misschien wel onnodig, totdat de bank opheldering brengt in de zaak. In Suriname worden verdachten nog steeds geacht onschuldig te zijn totdat hun schuld bewezen is.