Kort voor de verkiezingen van het jaar 2000 en wel op 8 mei 2000, lieten twee notoire in Paramaribo wonende grondspeculanten een landmeterskaart opstellen voor het verkrijgen van gronden van anderen in het district Para. Daaronder was er een stuk terrein dat ik sinds 1991, per officieel ingeschreven beschikking, inzette voor exploitatie van savannezand, en voor de verplichte veldtrainingen van studenten Geologie, Mijnbouw, Landbouw en Bouwkunde aan de Anton de Kom Universiteit van Surinamer. Door illegale activiteiten van stropers die op hun kortstondig gebruikte mijnlocatie dieper groeven dan de mijnwet toestaat naar zand, kwam er een wetenschappelijk interessante locatie zichtbaar. Op die plaats is te zien dat twee miljoen jaren oud savannezand ligt boven op een 1800 miljoen jaren oude steenmassa, met exact op de grens een geologisch recent gevormde aaneen gekitte op asfalt lijkende zandmassa, bekend onder de naam oerbank. Dit materiaal is de oorzaak van de bekende waterbronnen in de voor het overige kurkdroge gebieden in de Surinaamse savannen. Het gebied wordt jaarlijks meermalen bezocht door educatieve excursies en voor training van studenten voor de bachelor of science opleidingen, recentelijk nog op 11 april j.l. door een groep van 62 studenten en begeleiders. Het door de grondspeculanten in 2000, 17 dagen voor de verkiezingen, aangevraagd terrein, werd destijds niet toegewezen aan hen en ook niet in 2010, maar speculanten geven het nooit op. Met de verkiezingen van 2015 in zicht zullen ze weer actief worden. Zeker een van de twee, Mohamed Jonas S. en Habieb A., is intussen lid van de NDP geworden, maar komt ook voor op de lijsten van Assies Gajadien van niet betaalde schulden aan hen door de overheid. Beide komen ook steeds meer voor op de oproepen tot openbare veiling van gronden en bezittingen, nog recentelijk in maart 2015. Mijn apart geformuleerde oproepen destijds aan respectievelijk de ministers van Onderwijs, van Grondbeheer, van Natuurlijke Hulpbronnen en van Regionale Ontwikkeling hebben er in elk geval mede toe geleid, dat er tot heden geen stuk land uit het betreffende gebied aan deze heren is uitgegeven, maar dat wel terecht een strook bij de grens door de Staat is ingetrokken voor het verbreden van de Afobakaweg op termijn, en voor de vrije aanleg van electriciteit, telefoon, een fietspad en nutsvoorzieningen. Ook de aanvraag van de heren om gebieden van ‘s Lands Bosbeheer en het Korps Politie op kaarten van dezelfde landmeter G.E.,nu wijlen, over te nemen, werden na mijn alarmeringen en daardoor ingrijpen van de betreffende diensten niet gehonoreerd. Een jaren door hen geclaimd gebied met een verlaten gebouw nabij Kraka, nabij de vroegere grote loods van het ministerie van Openbare Werken aan die weg, wordt nu 24 uren per dag bezet door de lokale Indiaanse bewoners, die er reeds jaren in die buurt woonden, en nu ter plaatse een groot aantal grote NDP-vlaggen hebben geplaatst.
Laten we hopen dat het de heren ook niet lukt om nog voorafgaand aan deze verkiezingen van 2015, met hun NDP-lidmaatschapskaart op zak, gronden van derden in Para te verkrijgen. Ik wens hen wel toe dat de overheid de schulden aan hen, die zij elders en in andere sectoren hebben opgebouwd, soms ook nog met echt aantoonbaar hard werken, spoedig betaalt, want ondanks alles zijn zij ook onze landgenoten, met gezinnen en met werknemers.
Drs. Eddy Monsels