Vicepresident Robert Ameerali ging woensdag tijdens een ondernemersavond in het KKF-gebouw uitgebreid in op de positieve zaken die door de huidige regering gerealiseerd zijn om het ondernemerschap in Suriname te bevorderen. Hij ging ook in op enkele zaken die de aanwezige ondernemers bezighielden. Ameerali uitte hierbij zijn gevoelens ten aanzien van de vele achterstallige betalingen naar ondernemers toe van overheidswege. ‘Ik schaam me diep voor het feit dat mensen hebben gewerkt en hebben geleverd en geen geld krijgen.’ Hij zei ervan overtuigd te zijn dat als iemand een product levert men zich moet committeren om ervoor te betalen. Hoe minder mensen door achterstallige betalingen voor de overheid zullen willen leveren, hoe hoger de prijs zal worden voor de overheid, redeneerde hij. Ameerali gaf aan dat het naar zijn mening de taak is van de overheid om haar verplichtingen na te komen als ze afspraken heeft gemaakt. Anderzijds zei hij dat indien ondernemers een afspraak met de overheid hebben lopen om na een jaar betaald te worden, zij niet kunnen verwachten opeens binnen drie maanden betaald te worden.
De vicepresident deed uiteindelijk een beroep op de aanwezige ondernemers, die nog niet of niet volledig uitbetaald zijn voor verleende diensten, om hun reçu’s bij de registratietafel achter te laten. Hij zou erop toezien dat de reçu’s op het bureau van de minister van Financiën, Andy Rusland, terechtkomen. ‘Ik kan u niet garanderen dat het morgen betaald wordt, maar ik zet het wel op de tafel van de minister van Financiën.’ Ameerali gaf aan zich ervan bewust te zijn dat vele ondernemers afhankelijk zijn van de overheid als opdrachtgever en dat tevens heel veel werkgelegenheid hiermee gepaard gaat. Reden waarom hij dit probleem serieus zal voorleggen aan de minister. ‘We zullen desnoods iets minder moeten uitgeven en de mensen die we moeten betalen eerst betalen, voordat we ze nieuwe opdrachten geven.’ Het verschaffen van werk door de overheid is volgens hem belangrijk, omdat een heleboel mensen elke dag naar werk zoeken en de overheid hier een grote rol in vervult.
