De minister van Binnenlandse Zaken heeft onlangs officieel via de media bekend gemaakt dat de regering heeft besloten om aan landsdienaren en met hen gelijkgestelden die kandidaat of kandidaat-plaatsvervanger zijn bij de op 25 mei te houden verkiezingen voor de leden van de volksvertegenwoordigende lichamen, buitengewone vrijstelling van dienst te verlenen voor de periode, gerekend van kandidaatstelling, 9 april, tot en met de dag na stemming, 26 mei 2015. Dit betekent simpel gezegd dat alle DNA- en RR-kandidaten en hun vervangers die in overheidsdienst zijn, vanaf 9 april betaald verlof genieten. Particulieren zijn hier niet inbegrepen. Dit besluit is volgens parlementariër Carl Breeveld op het gewoonterecht gebaseerd. ‘Het bedrijfsleven voelt het direct in zijn zak. Er moet daarvoor een regeling worden gemaakt, die zowel voor de publieke als private sector zal gelden. Er is inderdaad een verschil tussen de overheid en de particuliere sector. Als je zo een besluit door wil trekken, zal je het eerst moeten doorpraten. Het zal iets zijn dat in Tripartiet Overleg moet worden besproken.’
‘Mensen die in het bedrijfsleven zitten, kunnen inderdaad geen verlof opnemen. Als je zou uitgaan van het gelijkheidsbeginsel, zou dit voor iedere kandidaat moeten gelden, maar ik kan me voorstellen dat als het bij het bedrijfsleven niet geregeld is, je daartoe moeilijk kan overgaan’, aldus Breeveld.
‘Ik vind dit allemaal flauwekul’, vindt Sham Binda, voorzitter van de Associatie van Kleine en Middelgrote Ondernemingen in Suriname (Akmos). ‘De mensen moeten gewoon arbeiden. Als je in een verkiezingsreeks zit, is het mooi, maar je hebt recht op verlofdagen. Je kunt gebruikmaken van jou recht en je zaken regelen, want je bent nog niet gekozen. Het zou een grap zijn als er bijvoorbeeld een verkiezing zou zijn in een andere organisatie en mensen buitengewoon vrij krijgen, omdat zij meedoen aan een verkiezing. Het is een particuliere keus. Je praat nu over honderden mensen die op kandidatenlijsten voorkomen. Velen van hen zijn ambtenaren. Dat betekent dus dat zoveel mensen, overheidsambtenaren, voor zo een lange periode van ruim zeven weken vrijstelling van dienst krijgen en uit het systeem vallen. Velen zijn ook belangrijke schakels in het apparaat. Zij gaan nu dus op kosten van de belastingbetaler worden uitbetaald, waar zij geen arbeid verrichten’, legt Binda uit. Binda benadrukt dat de personen hun salaris niet door zouden moeten krijgen, omdat zij voor die periode actief zijn in het veld.
Ondernemer Ramsoender Jhauw, voorzitter van de politieke partij Ping, daarentegen ziet geen problemen in dit besluit. ‘Ik vind het niet erg dat het in de ambtenarij zo aan toe gaat. Bij de particulier hangt het af van hoeveel werknemers kandidaat zijn gesteld. Als een bedrijf 30 werknemers heeft en 25 daarvan vrijstelling moeten krijgen, gaat het natuurlijk niet kunnen. Je gaat belangen moeten afwegen. In overleg zou het hier en daar wel kunnen, maar natuurlijk niet die hele massa. Het lijkt erop dat het gelijkheidsbeginsel in deze wordt geschaad, maar het is een heel moeilijke kwestie’, aldus Jhauw.
Kavish G.