De boot-, stand- en bushouders aan de Waterkant vrezen het ergste bij het onlangs genomen besluit van het ministerie van Ruimtelijke Ordening, Grond en Bosbeheer (RGB) om een deel van de Waterkant uit te geven aan Cactus NV. Dagblad Suriname sprak gisteren met enkele personen die dagelijks gebruik maken van de locatie om hun brood te verdienen. Opmerkelijk was dat geen van hen het genomen besluit van minister Steven Relyveld om het gebied af te staan aan Guno Chin A Sen van Cactus NV, kon goedkeuren. Volgens de boot-, stand- en bushouders gaat het om een historische locatie waar dagelijks 35 boten en meer dan 150 bussen de routes onderhouden. “Als je even rondkijkt, zal je zeker iets op de grond vinden, dat tientallen jaren geleden hier is achtergelaten”, stelde een cafébeheerder verwijzend naar een kapotte bier fles. Het gaat volgens hun om mensen die meer dan 15 jaar hun werkzaamheden op de locatie uitvoeren, ‘waardoor zo een grote beslissing ook alle delen van de samenleving raakt’. Zij begrijpen niet hoe de regering het besluit genomen heeft om toestemming te geven aan NV Cactus om onder andere een modern winkelcentrum, een hotel en parkeerfaciliteiten op te zetten aan de Waterkant, tussen de Keizerstraat en de Heiligenweg. Volgens de standhouders zijn er regels over het opzetten van gebouwen in het gebied en hebben zij het vermoeden dat het complex niet daaraan voldoet.
Monumentenzorg heeft nooit schriftelijk advies gegeven
Minister Steven Relyveld van RGB heeft afgelopen maandagavond in het parlement ontkend dat de Staat met USD 15 miljoen uit de Petrocaribe met Venezuela zal inkomen in het project Waterkant van NV Cactus. “Dit is uit de duim gezogen”, aldus de bewindsman. De oppositie uitte eerder zware kritiek erop, dat Cactus NV het recht van grondhuur heeft gekregen op het perceelland, groot 1,1356 hectare op het voornoemd gebied. Relyveld zei dat adviezen zijn ingewonnen van de districtscommissaris en de Scheepvaart Maatschappij Suriname (SMS). De bewindsman antwoordde, dat hij afgestemd heeft met zijn collega van Onderwijs en Volksontwikkeling, onder welk ministerie Monumentenzorg valt. Deze dienst zou geen bezwaar hebben tegen de gronduitgifte. Aan de minister is voorgehouden, dat de Waterkant deel uitmaakt van de Unesco Werelderfgoedlijst. VHP-assembleelid Mahinder Jogi gaf gisteren in het parlement te kennen dat hij het vermoeden heeft dat de bewindsman zaken niet correct in DNA heeft verteld. Volgens Jogi heeft het parlement eerder een tentoonstelling gehad waar de ene minister de andere om advies vraagt en mededeelt dat Monumentenzorg geen bezwaar heeft. Echter hoort hij nu dat Monumentenzorg nooit schriftelijk hiervoor benaderd is en helemaal niet eens is met de uitgifte. Bovendien zegt Jogi dat Monumentenzorg zelf gezegd heeft dat er advies ingewonnen moet worden bij de Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname en de ministeries van Financiën en Handel en Industrie. Ook een advies van Nimos zou volgens de VHP’er op zijn plaats zijn.
Volgens Jogi staat in de Landhervormingswet Decreet L2 (art.1 lid 4) dat de minister van RGB alle grondaanvragen moet publiceren in het advertentieblad van de Republiek Suriname. Hierdoor kan een ieder de gelegenheid hebben om bezwaren in te dienen. Echter ziet hij dat bijna geen enkel minister zich aan deze regel houdt en een belangrijk van het land aan vrienden wordt weggegeven. Wat corruptiezaken betreft, zal hij het daarom aan het geweten van de bewindsman laten. Relyveld heeft naar zeggen van parlementsvoorzitter Jennifer Geerlings-Simons wel de stukken met betrekking tot de aanvraag van Cactus overhandigd aan het parlement.
FR