De van dienst vrijgestelde directeur van het Nationaal Vervoer Bedrijf, Romeo Simons, voelt zich geroepen om de waarnemend directeur Lesley Daniël naar aanleiding van zijn reactie op het verzoek gedaan aan de minister Falisie Pinas van TCT om een onderzoek naar de financiële wantoestand bij het NVB te doen instellen, van repliek te dienen. ‘Op de eerste plaats is Daniël geen gesprekspartner van mij. Het verzoek is gericht aan minister Pinas in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de aandeelhouder van het NVB, in deze de Staat.
Verder is het, zoals Daniël aangeeft, niet zo dat als ik informatie wil, ik mij moet wenden tot het Ministerie van Financiën of de accountant. Het is de minister van Transport, Communicatie en Toerisme, die in deze de Staat vertegenwoordigt. Dat hij mij naar het Ministerie van Financiën en de accountant verwijst als ik op- en aanmerkingen heb toont aan dat hij geen weet heeft van de geldende procedures. Als gewezen voorzitter van de raad van commissarissen van het NVB zou er meer ambtelijk, organisatorisch – en administratief inzicht verwacht mogen worden.
“Hij snapt mijn rol in verband met het verlopen van contracten van bushouders niet. Als verantwoordelijke burger en te meer vanwege mijn positie als van dienst vrijgestelde directeur van het Nationaal Vervoer Bedrijf is het mijn plicht om willekeur en wantoestanden die de Staat en de samenleving schaden, aan te kaarten. Bovendien wenden gedupeerde bushouders zich dagelijks tot mij om hun hart te luchten en advies te vragen”.
Daniël zegt verder: ‘Mensen kunnen niet begrijpen dat een contract voor een bepaalde tijd is en dat het niet automatisch wordt verlengd.’ Maar het kan nooit en te nimmer zo zijn, dat het handelen van het NVB voortkomt uit de grillen van het ogenblik.’
Daniël wijst er op, dat hij maandelijks rapporteert hoe het geld van het NVB besteed wordt. De vraag is: aan wie? Dat zou kunnen, maar dat wil nog niet zeggen dat de financiële middelen op de juiste wijze besteed worden. Als dat zo was zou het bedrijf niet in betalingsmoeilijkheden verwikkeld zijn zoals het niet afdragen aan de bevoegde instanties van ingehouden pensioenpremies, loonbelasting en contributie van leden van de bond. Dit geldt eveneens voor de betaling aan de bushouders.
“Daniël vermoedt dat wat er nu gebeurt een politieke set is, het tegendeel is waar. Hij gebruikt een argument dat niets met de zaak te maken heeft. Hiermee demonstreert hij, dat hij geen kundig manager is, maar het staatsbedrijf politiek misbruikt. Daniël merkt tot slot, overigens weinig diplomatisch op, dat bushouders te keer gaan. ‘Ik accentueer hierbij met nadruk, dat de bushouders niet te keer gaan. Zij komen op om hun middel van bestaan veilig te stellen en rancune vanwege de directie van het NVB te bespreken”, aldus Simons.