De dienst ’s Landsbosbeheer (LBB) heeft in december 2014 een brief naar het Openbaar Ministerie gestuurd om bepaalde overtredingen van assembleelid Arthur Tjin-A-Tsoi onder zijn aandacht te brengen. In de brief wordt door LBB aangegeven dat de parlementariër zich op 5 december 2014 in het Boven-Coesewijne Natuurreservaat bevond, toen hij door een jachtopziener conform de Natuurbeschermingswet werd aangesproken. De jachtopziener geeft in zijn proces-verbaal aan dat hij omstreeks 14.18 uur op voornoemde datum het voertuig van de parlementariër zag aankomen vanuit de richting van Pakuli-landing. Op het voertuig was op dat moment een aluminiumboot bevestigd. De NPS’er was op dat moment vergezeld van twee manspersonen.
Volgens de jachtopziener was het opvallend dat naast de boot ook hengelstokken op het voertuig waren bevestigd. In de laadruimte van het voertuig trof hij een buitenboordmotor en een koelbox aan. Gelet op de feiten en omstandigheden was het voor de verbalisant wel duidelijk dat de heren van een hengeltrip terugkwamen. Volgens de brief, waarop Dagblad Suriname de hand heeft kunnen leggen, zou de jachtopziener Tjin-A-Tsoi hebben voorgehouden dat hij schriftelijke toestemming van het hoofd van LBB nodig zou hebben om het beschermd gebied te kunnen betreden. De parlementariër zou hem als antwoord hebben gegeven dat hij DNA-lid zou zijn en hij geen toestemming nodig had om zijn activiteiten in het gebied te kunnen ontplooien. De volksvertegenwoordiger vroeg de verbalisant om hem de regelgeving omtrent het gebied schriftelijk te tonen.
Toen de jachtopziener op een bepaald moment bezig was enkele stukken met betrekking tot de overtreding te verzamelen, koos Tjin-A-Tsoi ervoor om weg te rijden. Gelet op het feit dat Tjin-A-Tsoi opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel of vordering krachtens wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar met de uitoefening van enig toezicht, het opsporen en/of onderzoeken van strafbare feiten, heeft het ministerie van Ruimtelijke Ordening, Grond en Bosbeheer (RGB), samen met LBB een verzoek gedaan aan de waarnemend procureur-generaal, Roy Baidjnath Panday, om een nader onderzoek in te stellen tegen de parlementariër. Tjin-A-Tsoi zou zich schuldig hebben gemaakt aan overtreding van artikel 5 sub b en sub c van de Natuurbeschermingswet 1954, artikel 236 van het Wetboek van Strafrecht en overtreding de Wet Economische Delicten artikel 15 lid 1, 2 en 3. De brief is ondertekend door Claudine Sakimin, hoofd Natuurbeheer, en Hesdy Esajas, wnd. hoofd LBB.
Het is niet de eerste keer dat de parlementariër een bevel van de politie niet heeft willen opvolgen. Tijdens de opening van de Staatsolie Raffinaderij te Tout Lui Faut kwam de parlementariër ook in gedrang met de politie toen hij erop werd aangewezen om protocollair op een andere plek te parkeren. Hij weigerde dit en parkeerde toch langs de weg. Tjin-A-Tsoi gaf toen aan dat hij de toon en reden van de politieagent niet goed vond, waardoor hij weigerde het bevel op te volgen.
Tjin-A-Tsoi was in dit geval niet te bereiken voor commentaar.
FR