Het Openbaar Ministerie heeft gisteren een celstraf van twee jaar en zes maanden voorgesteld tegen de verdachte Romano A. Volgens openbare aanklager Reshmi Rathipal ging het niet om een duidelijke zaak, omdat harde bewijsmiddelen veelal ontbreken. Conform de jurisprudentie en literatuur koos zij ervoor om een bewijsconstructie te hanteren om het bewijs alsnog te leveren. A. werd op 28 november 2014 tijdens een wegcontrole door de politie in Saramacca aangehouden. Volgens de politie hadden buurtbewoners erop geattendeerd dat een bepaald voertuig reeds enkele dagen zeer verdacht in hun buurt langsreed en hadden zij opgemerkt dat het aantal inbraken in de buurt in die periode ook was toegenomen. De wetsdienaren troffen op de achterbank van het voertuig enkele spullen aan die achteraf van diefstal afkomstig bleken te zijn.
Volgens Rathipal is het verhaal van de verdachte in dit geval helemaal niet aannemelijk. Volgens de verdachte is hij juist een benadeelde in deze zaak. Volgens de verdachte moest hij op die bewuste dag zijn vriendin op Coronie gaan ophalen, toen hij onderweg door drie mannen gevraagd werd om een taxirit voor hun te rijden. Hij besloot het verzoek van de mannen in te willigen, aangezien hij toch weinig brandstof in zijn voertuig had en hierdoor wederom zou kunnen tanken voor de lange rit naar het kokosdistrict. Echter namen zaken een andere wending toen zij tijdens de taxirit, naar zeggen van één van de drie mannen, door een ander voertuig achterna werden gezeten. Eén van de vermeende criminelen zou een mes voor de verdachte getrokken hebben, waarna deze achteraf uit het voertuig zou zijn gesprongen. De verdachte werd met de gestolen spullen bij de road block aangehouden.
De officier haalde aan dat de drie vermeende verdachten in ieder geval enkele van de spullen konden hebben meegenomen. Daarnaast is het juist vreemd dat er ingebroken is op een locatie waar het voertuig van A. inderdaad aanwezig was. Raadsman Oscar Koulen vond juist dat de officier de bewijsmiddelen aan het fantaseren was. Koulen haalde aan dat de politie juist de privacy van de verdachte geschonden heeft door het mobiele telefoon van de verdachte te doorzoeken. De advocaat wil dat het OM niet ontvankelijk wordt verklaard. Op 9 april komt een uitspraak.
FR