Het Agrarisch Kredietfonds (AKF) moet een zelfstandige entiteit worden. Dat vindt de voorzitter van het AKF, Rudi Soerodimedjo. Op dit ogenblik valt het AKF onder de Landbouwbank, hetgeen concurrentie met zich meebrengt. ‘Er is een nieuw bestuur aangesteld sinds 2011 en wij vinden dat het AKF een zelfstandige entiteit moet zijn. De bank heeft haar eigen operaties, terwijl het AKF een eigen operation heeft. Door het AKF tot een aparte entiteit te maken, kan je de boeren die een lening aanvragen veel beter van dienst zijn’, vindt Soerodimedjo. Hij legt uit dat bij de leningaanvragen van boeren het personeel het veld moet ingaan om te onderzoeken of de persoon die een aanvraag heeft ingediend, werkelijk een boer is en hoe hij opereert. Het personeel van de bank opereert echter vanuit het bureau, waardoor het veel tijd in beslag neemt voordat een boer geholpen is aan een lening. ‘Het AKF moet daarnaast ook bemand zijn met personeel dat affiniteit heeft met de landbouw.’ Naast het feit dat de boeren sneller geholpen kunnen worden aan leningen, kunnen er stappen ondernomen worden om een deel van de rentepercentages terug te storten voor boeren die op tijd aflossen. Door een aparte entiteit zal elk proces overzichtelijker worden, onderstreept de voorzitter. Zo kunnen bijvoorbeeld de grace periods van de leningen afgestemd worden op de subsectoren. ‘Iemand die bijvoorbeeld citrus plant, heeft een langere grace period nodig, omdat citrus telen zeker 3 tot 5 jaren duurt. Ook in de veeteeltsector is de grace period anders, hetzelfde geldt voor de rijstsector.’
Soerodimedjo zegt verder dat zeker 50% van de rijstboeren die leningen heeft lopen bij het AKF deze niet kan terugbetalen. Het gaat dan om rijstboeren die leningen hebben genomen tot bedragen van SRD 35.000 zonder dekking. ‘Bij de niet-rijstboeren lopen de leningen wel vlot. De problemen zijn bij de rijstboeren met een lening tot SRD 35.000 zonder harde dekking. We gaan moeten kijken om deze leningen te stoppen’, aldus Soerodimedjo.
In totaal heeft het AKF ruim SRD 1 miljoen uitgegeven aan leningen aan deze rijstboeren. De helft van dit bedrag zal dus verloren gaan, omdat de boeren niet kunnen aflossen. Soerodimedjo zegt dat de rijstboeren door de lage padieprijzen de leningen niet terug kunnen betalen, echter komen de rijstboeren ook niet praten over hun problemen, waardoor het bijna onmogelijk lijkt om met oplossingen te komen. Hij vindt het jammer dat de boeren niet de moeite nemen om te komen praten over hun problemen. ‘Net zoals zij de weg vonden om leningen te nemen, moeten zij de weg ook kunnen vinden om te praten indien zij problemen hebben.’ Hij wijst erop dat de relatie tussen het bestuur van het AKF en de rijstboeren een vertrouwensrelatie is die niet beschaamd mag worden. ‘De mensen komen niet eens opdagen.’ Boeren die grote bedragen hebben geleend met een dekking, betalen net zoals de niet-rijstboeren wel op tijd terug, benadrukt hij.